Omschrijving (toelichting)

Het kabinet koerst op invoering van de omgevingswet per 1 januari 2023. Daadwerkelijke invoering is afhankelijk van uitvoerige testwerkzaamheden de komende maanden en de werking van de (landelijke) ICT infrastructuur. In oktober 2022 velt de Eerste Kamer haar finale oordeel (noodremprocedure). Wij gaan ondertussen door met de voorbereidingen van de Omgevingswet met als uitgangspunt invoering per 1 januari 2023. Voor bepaalde activiteiten, zoals de jaarlijkse herziening van de legesverordening moeten wij met twee varianten werken, opdat de gemeenten wel hun leges kunnen blijven heffen in 2023. Dit betekent wel extra capaciteit om dit voor te bereiden en te regelen. Mocht in oktober 2022 blijken dat de invoeringsdatum wederom uitgesteld wordt, dan volgen er extra kosten naast de kosten die al gemaakt moeten worden voor de implementatie. Voor de implementatie van de Omgevingswet brengen wij nader in beeld welke acties en welke capaciteit er sowieso benodigd zijn de komende jaren. Zodra hier meer duidelijkheid over is, informeren wij uw raad.

Overgangsperiode
Vanaf 2023 geldt er tot en met 2029 een overgangsperiode waarin de gemeente dient te zorgen voor een nieuw Omgevingsplan met alle gewenste regelgeving. Ook kunnen gebieds- en thematische visies worden vervangen door het kerninstrument Omgevingsprogramma, als uitwerking van de strategische Omgevingsvisie. Op gemeentelijk niveau zullen de komende jaren keuzes gemaakt worden hoe omgegaan zal worden met de Omgevingsprogramma’s. De effecten hiervan, zoals op de personele capaciteit, zullen gaandeweg duidelijk worden. Vanaf januari 2023 is de gemeente ook in de plaats van de provincie verantwoordelijk voor een aantal bodemtaken. Het is nog onduidelijk welke financiële gevolgen dit voor de gemeente zal hebben, omdat verwacht wordt dat de Rijksbijdrage niet kostendekkend zal zijn.