2. § Weerstandsvermogen en risicobeheersing

1. Aanleiding en achtergrond

Terug naar navigatie - 1. Aanleiding en achtergrond

De Gemeente Barendrecht voert actief beleid op de beheersing van de risico’s die de gemeente loopt. Gekeken wordt naar de maatregelen die worden getroffen om de risico’s af te dekken. Voor de risico’s waarvoor geen maatregelen getroffen kunnen worden, bijvoorbeeld omdat het verzekeren ervan te duur zou zijn, wordt ingeschat welke buffer noodzakelijk is. Dit is het weerstandsvermogen. In deze paragraaf wordt verslag gedaan van actuele risicoprofiel van de gemeente, waarbij vooruit wordt gekeken naar ontwikkelingen in 2021. Op basis van deze geïnventariseerde risico’s en de beschikbare financiële middelen (weerstandscapaciteit) is het weerstandvermogen berekend.

2. Risicoprofiel exclusief Corona

Terug naar navigatie - 2. Risicoprofiel exclusief Corona

Door actieve risicobeheersing heeft de gemeente in beeld wat de risico’s zijn en is het mogelijk om het weerstandsvermogen te bepalen. Alle risico’s worden voor zover mogelijk 2 maal per jaar herijkt en er wordt continu geanticipeerd op nieuwe risico’s. Het getoonde risicoprofiel is bepaald vanuit de herijking/ inventarisatie, zoals uitgevoerd t/m 30 juli 2020, exclusief de risico’s gerelateerd aan de Corona crisis. In het volgende overzicht worden de 10 belangrijkste (geconsolideerde) risico's gepresenteerd die de grootste invloed hebben bij de bepaling van de benodigde weerstandscapaciteit. Bij ieder risico worden kort de beheersmaatregelen weergegeven.

Tien belangrijkste financiële risico’s gemeente Barendrecht
Nr. Risico Maatregelen/Opmerkingen Klasse Financieel gevolg
1/1 Risico transitie decentralisaties Barendrecht in GRBAR GRBAR organisatie, proces-management, monitoring/benchmarking, business intelligence, competentieontwikkeling, SPP 4 max. € 1.700.000 ~
2/2 Risico dat de BAR-organisatie haar taken niet kan uitvoeren binnen het beschikbaar gestelde budget GRBAR organisatie, procesmanagement, monitoring, business intelligence, competentieontwikkeling, BAR2020 5 max. € 1.240.000 ~
3/3 Optreden negatief scenario deelneming GR Nieuw Reijerwaard 1x per jaar grex-analyse, gecontroleerde projectomgeving 2 max. € 3.000.000 ~
4/4 Risico uitvoering Jeugdwet. Overschrijding van budget(ten) Beperkte invloed, GRBAR organisatie, procesmanagement, transformatie keten, monitoring / benschmarking, business intelligence 4 max. € 1.000.000 ~
5/5 Risico invoering regelgeving AVG, informatiebeveiliging, wet meldplicht datalekken GRBAR organisatie , Proces meldpunt datalekken, Invoeren register gegevensverzamelingen, Compliance 4 max. € 1.000.000 ~
6/6 Faillissement van derden of instellingen bij wie borg- stellingen, garanties, leningen of vorderingen uitstaan kan leiden tot onvoorziene uitgaven Frequent toepassen audits, Analyse P&C voortgangsrapportages van instellingen 3 max. € 1.000.000 ~
7/7 Risico invoering vennootschapsbelasting met indicatie Vpb-last Optimale invulling gecontroleerde procesomgeving nastreven. Risicomanagement, OGON 3 max. € 900.000 ~
8/8 Risico's uitvoeringsfase projecten Optimale invulling gecontroleerde procesomgeving nastreven. Risicomanagement, OGON 3 max. € 500.000 ~
9/9 Riolering, leidingen en gemalen Meerjarige onderhoudsprognose 4 max. € 250.000 ~
10/10 Financiële en imagorisico's op door de gemeente gesubsidiëerde instellingen Frequent toepassen audits, Analyse P&C voortgangsrapportages van instellingen 3 max. € 400.000 ~
Totaal van alle risico 's: € 12.505.000
- Risico daalt in de top 10 en/of neemt af.
+ Risico stijgt in de top 10 en/of neemt toe.
~ Risico blijft gelijk in de top 10.
! Aandachtvestiging/opmerking i.v.m. ontwikkelingen

Het bovenstaande overzicht toont risico’s die incidenteel schade op kunnen leveren, met daarbij het maximale financiële gevolg. De onderstaande tabel geeft aan hoe groot de kans is in lengte van tijd. Bijgevoegde tabel geeft aan hoe de spreiding in tijd is terug te vertalen.

Kwantiteit Referentiebeelden Kansklasse Toelichting kansklasse
10% 0 of 1 keer per 10 jaar 1 Deze klasse wordt gehanteerd voor risico’s waarvan het onwaarschijnlijk is dat deze zich in de komende jaren voordoen.
30% 1 keer per 5 – 10 jaar 2 Deze klasse hanteren we voor risico’s waarvan het niet waarschijnlijk is dat ze zich in het komende jaar voordoen.
50% 1 keer per 2 – 5 jaar 3 Deze klasse hanteren we voor risico’s die zich in het komende jaar wel maar ook niet kunnen voordoen.
70% 1 keer per 1 – 2 jaar 4 Deze klasse wordt gehanteerd voor risico’s waarvan het waarschijnlijk is dat ze zich in het komende jaar zullen voordoen.
90% 1 keer per jaar of meer 5 Deze klasse wordt gehanteerd voor risico’s waarvan het zeer waarschijnlijk is dat ze zich in het komende jaar gaan voordoen.

Op basis van de ingevoerde risico's is een risicosimulatie uitgevoerd. De risicosimulatie wordt toegepast omdat het reserveren van het maximale bedrag (€ 12.505.000) ongewenst is. De risico's zullen immers niet allemaal tegelijk en in hun maximale omvang optreden.

Benodigde weerstandscapaciteit bij verschillende zekerheidspercentages
Percentage Bedrag
5% € 1.675.677
10% € 2.048.169
25% € 2.710.742
50% € 3.499.303
75% € 4.394.729
90% € 5.355.996
95% € 5.991.017

3. Beschikbare weerstandscapaciteit

Terug naar navigatie - 3. Beschikbare weerstandscapaciteit

De beschikbare weerstandscapaciteit van de gemeente Barendrecht bestaat uit het geheel aan middelen dat de organisatie daadwerkelijk beschikbaar heeft om de risico's in financiële zin af te dekken.

Beschikbare weerstandscapaciteit
Weerstand Huidige capaciteit
Algemene reserve € 8.807.000
Totale weerstandscapaciteit € 8.807.000

4. Relatie benodigde en beschikbare weerstandscapaciteit

Terug naar navigatie - 4. Relatie benodigde en beschikbare weerstandscapaciteit

Om te bepalen of het weerstandsvermogen toereikend is, dient de relatie te worden gelegd tussen de financieel gekwantificeerde risico's en de daarbij gewenste weerstandscapaciteit en de beschikbare weerstandscapaciteit. De benodigde weerstandscapaciteit die uit de risicosimulatie voortvloeit kan worden afgezet tegen de beschikbare weerstandscapaciteit. De uitkomst van die berekening vormt het weerstandsvermogen.

Ratio weerstandsvermogen 0 Beschikbare weerstandscapaciteit 0 € 8.807.000 0 1,6
(excl. Corona risico's) Benodigde weerstandscapaciteit € 5.355.996

De benodigde weerstandscapaciteit voor alleen Corona gerelateerde risico’s, op basis van de simulatie in juli, bedroeg € 2.867.000. Wanneer we dit optellen bij bovenstaande situatie, komt de ratio uit op 1,1, in klasse C/voldoende. Dit is slechts een momentopname, waarbij nog geen duidelijk beeld bestaat over de mate van compensatie en de werkelijke schade tot nu toe. Deze berekening is in belangrijke mate gebaseerd op de juniraming van het Centraal Planbureau.

Ratio weerstandsvermogen 0 Beschikbare weerstandscapaciteit 0 € 8.807.000 0 1,1
(incl. Corona risico's) Benodigde weerstandscapaciteit € 8.222.996
Weerstandsnorm
Waarderingscijfer Ratio Betekenis
A > 2,0 Uitstekend
B 1,4 – 2,0 Ruim voldoende
C 1,0 – 1,4 Voldoende
D 0,8 – 1,0 Matig
E 0,6 – 0,8 Onvoldoende
F < 0,6 Ruim onvoldoende

5. Kengetallen

Terug naar navigatie - 5. Kengetallen

In de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing in de begroting en het jaarverslag worden kengetallen opgenomen voor de netto schuld quote, de netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen, de schuldratio, de solvabiliteitsratio, de structurele exploitatieruimte, de grondexploitatie en de belastingcapaciteit. Deze kengetallen maken het de leden van de gemeenteraad gemakkelijker om inzicht te krijgen in de financiële positie van de gemeente.

Kengetallen Rekening 2019 Begroting 2020 Begroting 2021 Begroting 2022 Begroting 2023 Begroting 2024
Netto schuldquote 125% 121% 129% 125% 116% 118%
Netto schuldquote gecorrigeerd 123% 120% 128% 124% 115% 117%
Solvabiliteitsratio 19% 20% 18% 18% 19% 21%
Structurele exploitatieruimte -3% -2% -3% -3% -2% -1%
Grondexploitatie 8% 1% -2% -6% -6% 0%
Belastingcapaciteit 104% 107% 114% 114% 114% 114%

De kengetallen laten op de kengetallenmonitor voor de schuldquote een middelhoge score zien en voor de solvabiliteitsratio, structurele exploitatieruimte en belastingcapaciteit een hoge risicoscore. De grondexploitatie heeft een lage risicoscore.

De waarden van de kengetallen zijn ingedeeld in 3 categorieën.
Deze categorieën sluiten aan bij de landelijk vastgestelde signaleringswaarden.
Categorie A is het minst risicovol, categorie C het meest.

Kengetal Categorie A Categorie B Categorie C
Netto schuldquote <90% 90-130% >130%
Netto schuldquote gecorrigeerd <90% 90-130% >130%
Solvabiliteitsratio >50% 20-50% <20%
Grondexploitatie <20% 20-35% >35%
Structurele exploitatieruimte begroting >0% 0% <0%
Belastingcapaciteit <95% 95-105% >105%

De netto schuldquote geeft inzicht in het niveau van de schuldenlast van de gemeente ten opzichte van de eigen middelen. Het geeft zodoende een indicatie in welke mate de rentelasten en aflossingen op de exploitatie drukken. Omdat bij leningen er onzekerheid kan bestaan of ze allemaal terug worden betaald, wordt bij de berekening van de netto schuldquote onderscheid gemaakt door het kengetal zowel inclusief als exclusief de doorgeleende gelden te berekenen. Op die manier wordt duidelijk wat het aandeel van de verstrekte leningen in de exploitatie is en ook wat dat betekent voor de schuldenlast. De kengetallen fluctueren nogal. Dit komt omdat het  percentage volgens de voorschriften bepaald moet worden op basis van de begrote inkomsten. Deze verschillen nogal per jaar, met name door de grondexploitaties. De berekening is als volgt:

2020 2021 2022 2023 2024
Vaste en vlottende schuld 137.300.000 149.200.000 144.000.000 140.800.000 136.700.000
Overlopende passiva 2.500.000 2.500.000 2.500.000 2.500.000 2.500.000
Uitzettingen < 1 jaar -2.000.000 -2.000.000 -2.000.000 -2.000.000 -2.000.000
Overlopende activa -2.000.000 -2.000.000 -2.000.000 -2.000.000 -2.000.000
Totaal 135.800.000 147.700.000 142.500.000 139.300.000 135.200.000
Geraamde baten 111.900.000 114.700.000 114.200.000 120.100.000 114.500.000
Schuldquote 121% 129% 125% 116% 118%

De schulquote blijft de komende jaren redelijk hoog in verband met de financiering van investeringen. In de meerjarenbalans is te zien dat de boekwaarde van de activa de komende jaren hoog blijft.

De solvabiliteit geeft aan welk gedeelte van het bezit met eigen vermogen is gefinancierd. Dit is 18% voor 2021, wat betekent dat 82% met vreemd vermogen is gefinancierd. De schuldpositie verdient de aandacht, al moet wel de kanttekening gemaakt worden dat de rentepercentages op dit moment onverminderd laag zijn.

2020 2021 2022 2023 2024
Eigen vermogen 39.200.000 36.600.000 35.100.000 35.000.000 40.400.000
Totaal 39.200.000 36.600.000 35.100.000 35.000.000 40.400.000
Balanstotaal 194.500.000 201.100.000 192.900.000 188.200.000 188.500.000
Solvabiliteit 20% 18% 18% 19% 21%

De structurele exploitatieruimte is van belang om te kunnen beoordelen welke structurele ruimte de gemeente heeft om de eigen lasten te dragen. Structurele baten zijn bijvoorbeeld de algemene uitkering en opbrengsten uit de onroerende zaak belasting. Een positief percentage betekent dat de structurele baten toereikend zijn om de structurele lasten (inclusief rente en aflossingen van leningen) te dekken. In de begroting is sprake van negatieve percentages, doordat er sprake is van meerjarige tekorten. Dit is echter nog zonder de dekkingsvoorstellen die gedaan worden om de begroting structureel sluitend te krijgen.

 

Het kengetal grondexploitatie geeft weer hoe de waarde van de grond zich verhoudt tot de totale (geraamde) baten. De boekwaarde van de voorraden grond is van belang, omdat deze waarde moet worden terugverdiend bij de verkoop. Hoe lager het percentage hoe beter. Bij de grondexploitaties is sprake van een laag risico.

 

De belastingcapaciteit geeft inzicht hoe de belastingdruk in de gemeente zich verhoudt ten opzichte van het landelijke gemiddelde. Barendrecht zit in 2021 een stuk boven het landelijk gemiddelde met 114%. Dit komt name door een stijging van 19% van het tarief voor de afvalstoffenheffing. Het percentage is gebaseerd op de woonlasten van een meerpersoonshuishouden in 2021 ten opzichte van het landelijk gemiddelde van 2020. In Barendrecht zijn de woonlasten voor een meerpersoonshuishouden met een koopwoning met een WOZ-waarde van € 317.900 (gemiddelde WOZ-waarde in 2020 volgens Coelo) € 882 in 2021. De gemiddelde woonlasten van Nederland in 2020 bedroegen € 776. Voor een tweepersoonshuishouden met een koopwoning van € 317.900 zijn de woonlasten in Barendrecht in 2021 € 764.

6. Ontwikkeling risicoprofiel Barendrecht

Terug naar navigatie - 6. Ontwikkeling risicoprofiel Barendrecht

Voor de nabije toekomst is op dit moment nog veel onzeker. De effecten voor volgend jaar zijn in hoge mate afhankelijk van de intensiteit waarmee de economische crisis en de pandemie zich ontwikkelen. Het is belangrijk om komende maanden regelmatig een actueel risicoprofiel op te stellen en continu een steeds scherper beeld te creëren op basis van een concretere vertaling van de diverse maatregelen en onderzoeken.

Compensatie
De rijksoverheid heeft aangegeven de gemeenten waar mogelijk te compenseren op noodzakelijke uitgaven voortvloeiend uit de crisis. Er zijn ook al de nodige voorschotten verstrekt aan de gemeente om de in het leven geroepen tijdelijke regelingen direct uit te kunnen voeren. In de loop van het najaar zal er echter pas meer duidelijkheid worden gegeven over hoe en hoeveel compensatie de gemeenten zullen ontvangen en op welke wijze het toezicht in crisistijd zal worden toegepast.

Corona & Sociaal domein
Minister Ollongren vond het in juli nog te vroeg om eerder in te spelen op verschillende complexe oorzaken van de precaire financiële positie van gemeenten. Momenteel is er namelijk sprake van niet alleen grote crisis gerelateerde risico’s, maar ook van grote decentralisatie risico’s binnen het sociaal domein. Na het zomerreces moeten lopende onderzoeken over het eerste halfjaar van 2020 meer duidelijkheid gaan bieden over de ontwikkeling van de Corona-impact richting 2021.

Het raakt alles en iedereen
Het is wel belangrijk om op dit moment in te zien dat de crisis op bijna alle resultaatgebieden van invloed is. Momenteel groeit het klantbestand/ het aantal aanvragen in het sociaal domein en zal er komende periode rekening moeten worden gehouden de impact van specifieke maatregelen op de nieuwe wijze van werken op diverse vlakken van de dienstverlening en bedrijfsvoering. De gemeente loopt, al dan niet tijdelijk, diverse inkomsten mis, omdat deze op dit moment niet of beperkt (kunnen) worden geïnd.
Voor de beeldvorming: Het landelijk initiatief #gemeenteninnood benadrukt dat er nu (juli 2020) al tenminste 2 miljard euro nodig is voor de Nederlandse gemeenten. Zolang er dus geen extra geld voor de gemeenten komt, ontkomt ook de gemeente Barendrecht er niet aan uit eigen middelen gaten te moeten dichten. De reservepositie van Barendrecht staat hierdoor onder druk.

Positieve- risico’s, -effecten
Er ontstaan in crisistijd ook kansen en bijbehorende nieuwe inzichten die in de toekomst juist positief effect opleveren en ook als positieve risico’s vertaald kunnen worden. Het digitale werken bijvoorbeeld maakt een vlucht in deze periode en we kijken ook echt anders naar het gebruik van de kantoorgebouwen, de noodzaak van reisbewegingen, de positieve gevolgen van het loslaten van reguliere tijdsloten. Deze ontwikkelingen kunnen bijvoorbeeld ook in relatie worden gebracht met verbetering van de luchtkwaliteit.

Vpb-last
De Vennootschapsbelasting geldt vanaf 1 januari 2016. Op dit moment heeft de Belastingdienst nog geen aanslagen opgelegd bij de BAR-gemeenten. Dit volgt wel op korte termijn. Landelijk gezien heeft de Belastingdienst op dit moment enkele aanslagen vennootschapsbelasting 2016 bij andere gemeenten opgelegd. Vooral het onderwerp reclameactiviteiten is daarbij afwijkend. De Belastingdienst is van mening dat dit onderwerp belastingplichtig is, maar gemeenten zijn van mening dat dit beslist niet het geval is. Dit meningsverschil hebben wij ook telkens als risico benoemd en meegenomen. Een aantal gemeenten heeft de samenwerking al gezocht met de VNG en de kennisgroep Belastingen van de VNG is inmiddels ook actief aan de slag gegaan met het onderwerp reclame-activiteiten voor de vennootschapsbelasting. Het is de intentie van de VNG dat zoveel mogelijk gemeenten hierbij aansluiten, om op deze wijze gezamenlijk te kunnen procederen jegens de Belastingdienst op dit onderwerp. De procedurekosten blijven voor gemeenten dan ook zo laag mogelijk. Binnenkort zullen de BAR-gemeenten individueel afstemming hebben met de Belastingdienst over dit onderwerp, de route van bezwaar en beroep en de koppeling met de kennisgroep Belastingen van de VNG.