Uitgaven

15,05%
€ 18.276.800,00
15,05% Complete

Inkomsten

8,43%
€ -10.109.300,00
8,43% Complete

Saldo

554,74%
€ 8.167.500,00

Programma 4 Leren, werken en ondernemen

Uitgaven

15,05%
€ 18.276.800,00
15,05% Complete

Inkomsten

8,43%
€ -10.109.300,00
8,43% Complete

Saldo

554,74%
€ 8.167.500,00

Beschrijving

Terug naar navigatie - Beschrijving

Binnen het programma Leren, werken en ondernemen komen de activiteiten op het gebied van economie, onderwijs en arbeidsparticipatie aan de orde.

Wat willen we bereiken?

Terug naar navigatie - Wat willen we bereiken?

We ondersteunen onze ondernemers

Terug naar navigatie - We ondersteunen onze ondernemers

Wat gaan we er voor doen?

We faciliteren goed onderwijs

Terug naar navigatie - We faciliteren goed onderwijs

Wat gaan we er voor doen?

Beleidsindicatoren Besluit Begroting en Verantwoording (BBV)

Terug naar navigatie - Beleidsindicatoren Besluit Begroting en Verantwoording (BBV)
Nr. BBV Indicator Beschrijving indicator Begroting 2021 Begroting 2020
BD NL BD NL
1. Demografische druk (bron: CBS) De som van het aantal personen van 0 tot 20 jaar en 65 jaar of ouder in verhouding tot de personen van 20 tot 65 jaar. 76% (2020) 70% (2020) 75% (2018) 69,6% (2018)
2. Banen (bron: CBS/LISA) Het aantal banen, per 1.000 inwoners in de leeftijd van 15-64 jaar. 867,3 (2019) 792,1 (2019) 846,4 (2018) 774 (2018)
3. Vestigingen (bron: LISA) Het aantal vestigingen van bedrijven, per 1.000 inwoners in de leeftijd van 15-64 jaar. 131,3 (2019) 151,6 (2019) 129,4 (2018) 145,9 (2018)
4. Netto arbeidsparticipatie (bron: CBS) Het percentage van de werkzame beroepsbevolking ten opzichte van de beroepsbevolking. 73,2% (2019) 68,8% (2019) 71,7% (2018) 67,8% (2018)
5. Functiemenging (bron: CBS/LISA) De functiemengingsindex (FMI) weerspiegelt de verhouding tussen banen en woningen, en varieert tussen 0 (alleen wonen) en 100 (alleen werken). Bij een waarde van 50 zijn er evenveel woningen als banen. 58,6% (2019) 53,2% (2019) 57,9% (2018) 52,8% (2018)
6. Voortijdige schoolverlaters tot (VO + MBO) % (bron: DUO/Ingrado) Het percentage van het totaal aantal leerlingen (12 - 23 jaar) dat voortijdig, dat wil zeggen zonder startkwalificatie, het onderwijs verlaat. 1,5% (2018) 1,9% (2018) 1,3% (2017) 1,9% (2017)
7. Absoluut verzuim1 (bron: DUO/Ingrado) Het aantal leerplichtigen dat niet staat ingeschreven op een school, per 1.000 leerlingen. 2 (2018) 1,9 (2018) 0,45 (2017) 1,82 (2017)
8. Relatief verzuim1 (bron: DUO/Ingrado) Het aantal leerplichtigen dat wel staat ingeschreven op een school, maar ongeoorloofd afwezig is, per 1.000 leerlingen. 25 (2018) 23 (2018) 19,65 (2017) 26,58 (2017)
9. Lokale inkoop (bron: gemeente Barendrecht) Het percentage lokale inkoop ten opzichte van de totale inkoop (streven is 30%). 27% (2019) n.v.t. 26% (2017) n.v.t.
10. Werkloze beroepsbevolking2 (bron: CBS) Personen zonder betaald werk (ongeacht de arbeidsduur), die recent naar werk hebben gezocht en daarvoor direct beschikbaar zijn. De indicator is per 1.000 inwoners tussen 15-75 jaar. 28 (2019) 24 (2019) 28 (2018)2 27 (2018)2
1 De gegevens van DUO en Ingrado wijken af van de gegevens die de gemeente hanteert die ook zijn opgenomen in de jaarverslagen van Bureau Leerplicht.
2 Met ingang van deze begroting 2021 is dit een aanvullende opgenomen beleidsindicator. De opgenomen cijfers in de kolom Begroting 2020 zijn hier toegevoegd om een beter overzicht te verschaffen. Echter in de toenmalige Begroting 2020 zijn deze cijfers uiteraard toen niet opgenomen.

Wat mag het kosten? Programma 4 Leren, werken en ondernemen

Terug naar navigatie - Wat mag het kosten? Programma 4 Leren, werken en ondernemen
Overzicht lasten en baten op taakveldniveau Begroting 2020 na wijziging Begroting 2021 Begroting 2022 Begroting 2023 Begroting 2024
Lasten
3.1:Economische ontwikkeling 448.200,00 213.700,00 210.800,00 210.700,00 210.700,00
3.2:Fysieke bedrijfsinfrastructuur 119.400,00 106.900,00 104.200,00 104.300,00 104.300,00
3.3:Bedrijvenloket en bedrijfsregelingen 66.500,00 56.800,00 55.400,00 55.400,00 55.400,00
3.4:Economische promotie 25.400,00 22.700,00 22.200,00 22.200,00 22.200,00
4.1:Openbaar basisonderwijs 14.200,00 12.800,00 12.400,00 12.400,00 12.400,00
4.2:Onderwijshuisvesting 4.929.600,00 4.561.300,00 4.529.200,00 4.666.100,00 4.634.300,00
4.3:Onderwijsbeleid en leerlingenzaken 2.620.800,00 1.923.000,00 1.931.000,00 1.936.700,00 1.863.900,00
6.3:Inkomensregelingen 9.790.400,00 9.062.500,00 9.060.100,00 9.060.100,00 9.060.100,00
6.5:Arbeidsparticipatie 2.439.000,00 2.317.100,00 2.274.700,00 2.274.800,00 2.274.800,00
Totaal Lasten 20.453.500,00 18.276.800,00 18.200.000,00 18.342.700,00 18.238.100,00
Baten
3.1:Economische ontwikkeling -215.000,00 -35.000,00 -35.000,00 -35.000,00 -35.000,00
3.3:Bedrijvenloket en bedrijfsregelingen -301.600,00 -309.600,00 -309.600,00 -309.600,00 -309.600,00
3.4:Economische promotie -25.000,00 -25.000,00 -25.000,00 -25.000,00 -25.000,00
4.2:Onderwijshuisvesting -1.063.000,00 -1.157.300,00 -1.152.900,00 -1.144.300,00 -1.144.300,00
4.3:Onderwijsbeleid en leerlingenzaken -1.330.800,00 -762.800,00 -762.800,00 -762.800,00 -762.800,00
6.3:Inkomensregelingen -8.519.500,00 -7.819.600,00 -7.819.600,00 -7.819.600,00 -7.819.600,00
Totaal Baten -11.454.900,00 -10.109.300,00 -10.104.900,00 -10.096.300,00 -10.096.300,00
Saldo lasten en baten programma 4 leren, werken en ondernemen 8.998.600,00 8.167.500,00 8.095.100,00 8.246.400,00 8.141.800,00
Stortingen
0.10:Mutaties reserves 1.000.000,00 0,00 0,00 0,00 0,00

Toelichting meerjarenbeeld

Terug naar navigatie - Toelichting meerjarenbeeld

Taakveld 3.1 economische ontwikkeling
Vanaf het begrotingsjaar 2020 stopt de Bedrijven Investerings Zone (BIZ) Middenbaan, waardoor de begrote lasten en baten structureel lager zijn. Dit is verwerkt in de 2e Tussenrapportage 2020 en daarom nog niet verwerkt in bovenstaande jaarschijf Begroting 2020.

Taakveld 4.3 onderwijsbeleid en leerlingenzaken
In 2020 zijn incidenteel extra geoormerkte rijksmiddelen ontvangen voor het verminderen van onderwijsachterstanden. Deze middelen worden budgettair neutraal verwerkt in de begroting, dus de lasten waren in 2020 ook hoger.

Taakveld 6.3 inkomensregelingen
De Rijksbijdrage ingevolge de Wet Bundeling inkomensvoorzieningen uitkeringen gemeenten (Buig) is in de begroting 2020 incidenteel hoger vastgesteld vanwege nieuwe aanvragen voor een bijstandsuitkering. Omdat deze middelen geoormerkt zijn, zijn deze baten budgettair-neutraal verwerkt in de begroting en zijn de lasten ook hoger.