2. § Weerstandsvermogen en risicobeheersing

1. Aanleiding en achtergrond

Terug naar navigatie - 1. Aanleiding en achtergrond

De Gemeente Barendrecht voert actief beleid op de beheersing van de risico’s die de gemeente loopt. Gekeken wordt naar de maatregelen die worden getroffen om de risico’s af te dekken. Voor de risico’s waarvoor geen maatregelen getroffen kunnen worden, bijvoorbeeld omdat het verzekeren ervan te duur zou zijn, wordt ingeschat welke buffer noodzakelijk is. Dit is het weerstandsvermogen. Op basis van de continu geïnventariseerde risico’s en de beschikbare financiële middelen (weerstandscapaciteit) is het weerstandvermogen berekend. In dit risicoprofiel worden de belangrijkste trends en ontwikkelingen benoemd en meegewogen.

2. Risicoprofiel exclusief Corona

Terug naar navigatie - 2. Risicoprofiel exclusief Corona

Door actieve risicobeheersing heeft de gemeente in beeld wat de risico’s zijn en is het mogelijk om het weerstandsvermogen te bepalen. Alle risico’s worden voor zover mogelijk 2 maal per jaar herijkt en er wordt continu geanticipeerd op nieuwe risico’s. Het getoonde risicoprofiel is bepaald vanuit de inventarisatie en analyse zoals uitgevoerd t/m 30 juni 2021.
De corona crisis heeft invloed op de ontwikkeling van het risicoprofiel. De belangrijkste trends en ontwikkelingen worden aangehaald en we nemen een geconsolideerd risico op, direct gerelateerd aan de mogelijke corona scenario’s op korte termijn (<1 jaar).
In het volgende overzicht worden de belangrijkste (geconsolideerde) risico's gepresenteerd die de grootste invloed hebben bij de bepaling van de benodigde weerstandscapaciteit. Bij ieder risico worden kort de beheersmaatregelen weergegeven. De lijst met belangrijkste risico’s omvat circa 95% van alle geïdentificeerde risico’s.

Tien belangrijkste financiële risico’s gemeente Barendrecht
Nr. Risico Maatregelen/Opmerkingen Klasse Financieel gevolg
1/1 Risico transitie decentralisaties Barendrecht in GRBAR GRBAR organisatie, proces-management, monitoring/benchmarking, business intelligence, competentieontwikkeling 4 max. € 1.700.000 ~
2/2 Risico dat de BAR-organisatie haar taken niet kan uitvoeren binnen het beschikbaar gestelde budget. GRBAR organisatie, proces-management, monitoring/benchmarking, business intelligence, competentieontwikkeling 4 max. € 1.270.000 ~
3/4 Risico uitvoering Jeugdwet. Overschrijding van budget(ten) Beperkte invloed, GR BAR- organisatie, procesmanagement, monitoring/ benchmarking, business intelligence 4 max. € 1.000.000 +
4/6 Risico invoering regelgeving AVG, informatiebeveiliging, wet meldplicht datalekken GR BAR-organisatie, proces meldpunt datalekken, Invoeren register gegevensverzamelingen, Compliance 4 max. € 1.000.000 +
5/4 Faillissement van derden of instellingen bij wie borg- stellingen, garanties, leningen of vorderingen uitstaan kan leiden tot onvoorziene uitgaven Beperkte invloed, GR BAR- organisatie, procesmanagement, monitoring/ benchmarking, business intelligence 3 max. € 1.000.000 -
6/3 Optreden negatief scenario deelneming GR Nieuw Reijerwaard 1 keer per jaar grex-analyse gecontroleerde projectomgeving 2 max. € 3.000.000 -
7/9 Financiële en imagorisico's op door de gemeente gesubsidiëerde instellingen Frequent toepassen audits, analyse P&C voortgangsrapportages van instellingen 3 max. € 400.000 +
8/8 Lagere Algemene Uitkering gemeentefonds/ bestuurlijke en financiële verhoudingen Rijk en decentrale overheden Zie toelichting trends en ontwikkelingen 3 max. € 250.000 ~
9/10 Risico open eindregelingen Schulddienstverlening, Schuldhulpverlening, bijzondere bijstand Schulddienstverlening: preventie, competentie –ontwikkeling, benchmarking, business intelligence 4 max. € 250.000 +
10/7 Risico's uitvoeringsfase projecten Gecontroleerde projectomgeving. 3 max. € 500.000 -
Totaal van alle risico 's: € 11.990.000
- Risico daalt in de top 10 en/of neemt af.
+ Risico stijgt in de top 10 en/of neemt toe.
~ Risico blijft gelijk in de top 10.
! Aandachtvestiging/opmerking i.v.m. ontwikkelingen

Het bovenstaande overzicht toont risico’s die incidenteel schade op kunnen leveren, met daarbij het maximale financiële gevolg. De onderstaande tabel geeft aan hoe groot de kans is in lengte van tijd. Bijgevoegde tabel geeft aan hoe de spreiding in tijd is terug te vertalen.

Totaal alle risico's: € 11.990.000 exclusief Corona risico (€ 2.517.000)

Kwantiteit Referentiebeelden Kansklasse Toelichting kansklasse
10% 0 of 1 keer per 10 jaar 1 Deze klasse wordt gehanteerd voor risico’s waarvan het onwaarschijnlijk is dat deze zich in de komende jaren voordoen.
30% 1 keer per 5 – 10 jaar 2 Deze klasse hanteren we voor risico’s waarvan het niet waarschijnlijk is dat ze zich in het komende jaar voordoen.
50% 1 keer per 2 – 5 jaar 3 Deze klasse hanteren we voor risico’s die zich in het komende jaar wel maar ook niet kunnen voordoen.
70% 1 keer per 1 – 2 jaar 4 Deze klasse wordt gehanteerd voor risico’s waarvan het waarschijnlijk is dat ze zich in het komende jaar zullen voordoen.
90% 1 keer per jaar of meer 5 Deze klasse wordt gehanteerd voor risico’s waarvan het zeer waarschijnlijk is dat ze zich in het komende jaar gaan voordoen.

Op basis van de ingevoerde risico's is een risicosimulatie uitgevoerd. De risicosimulatie wordt toegepast omdat het reserveren van het maximale bedrag (€ 11.990.000) ongewenst is. De risico's zullen immers niet allemaal tegelijk en in hun maximale omvang optreden.

Benodigde weerstandscapaciteit bij verschillende zekerheidspercentages
Percentage Bedrag
5% € 1.579.498
25% € 2.502.891
50% € 3.184.763
75% € 3.902.871
90% € 4.595.014
95% € 5.094.236

Uit de grafiek en de bijbehorende tabel volgt dat 90% zeker is dat alle risico's kunnen worden afgedekt met een bedrag van afgerond € 4.595.000 (benodigde weerstandscapaciteit).

Als we de meest recente coronaramingen van het CPB en uitgaan van de basisraming waarin de coronacrisis met een afnemende impact tenminste aanhoudt tot en met het vierde kwartaal van 2021, levert dit na simulatie een bedrag op van € 1.568.000 (extra benodigde weerstandscapaciteit).

Basisraming:
• Werkloosheid loopt beperkt op;
• Overheidstekort loopt op, maar leidt niet tot bezuinigingen;
• Wel geld, onvoldoende personeel voor onderwijs en zorg;
• Krapte op woningmarkt houdt aan;
• Onzekerheid verdwijnt niet.

In het pessimistische scenario ”Nieuwe terugslag”:
• Nieuwe coronavarianten, waartegen de huidige vaccinaties onvoldoende blijken te werken, veroorzaken in het najaar opnieuw een corona-uitbraak;
• Deze leidt weer tot extra voorzichtigheid bij huishoudens en nieuwe restricties, waardoor bbp opnieuw afneemt en de werkloosheid verder oploopt.

In het optimistische scenario “Grotere veerkracht”:
• Zorgen positieve verwachtingen bij huishoudens en bedrijven voor krachtiger herstel na opheffen van contactbeperkingen;
• Door groter vertrouwen in toekomst geven huishoudens hun spaargeld sneller uit: extra consumptie;
• Bedrijven schalen hun investeringen extra op, mogelijk gemaakt door laag blijvende financieringskosten;
• Bij vergelijkbare ontwikkelingen elders in het eurogebied, is ook de export uitbundiger.

3. Beschikbare weerstandscapaciteit

Terug naar navigatie - 3. Beschikbare weerstandscapaciteit

De beschikbare weerstandscapaciteit van de gemeente Barendrecht bestaat uit het geheel aan middelen dat de organisatie daadwerkelijk beschikbaar heeft om de risico's in financiële zin af te dekken.

Beschikbare weerstandscapaciteit
1-1-2022 1-1-2023 1-1-2024 1-1=2025 1-1-2026
Algemene reserve 8.960.800 9.008.400 7.854.300 7.932.600 9.139.200

4. Relatie benodigde en beschikbare weerstandscapaciteit

Terug naar navigatie - 4. Relatie benodigde en beschikbare weerstandscapaciteit

Om te bepalen of het weerstandsvermogen toereikend is, dient de relatie te worden gelegd tussen de financieel gekwantificeerde risico's en de daarbij gewenste weerstandscapaciteit en de beschikbare weerstandscapaciteit. De benodigde weerstandscapaciteit die uit de risicosimulatie voortvloeit kan worden afgezet tegen de beschikbare weerstandscapaciteit. De uitkomst van die berekening vormt het weerstandsvermogen.

1-1-2022
Ratio weerstandsvermogen 0 Beschikbare weerstandscapaciteit 0 8.960.800 0 1,95
(excl. Corona risico's) Benodigde weerstandscapaciteit 4.595.000
1-1-2023
Ratio weerstandsvermogen 0 Beschikbare weerstandscapaciteit 0 9.008.400 0 1,96
(excl. Corona risico's) Benodigde weerstandscapaciteit 4.595.000
1-1-2024
Ratio weerstandsvermogen 0 Beschikbare weerstandscapaciteit 0 7.854.300 0 1,71
(excl. Corona risico's) Benodigde weerstandscapaciteit 4.595.000
1-1-2025
Ratio weerstandsvermogen 0 Beschikbare weerstandscapaciteit 0 7.932.600 0 1,73
(excl. Corona risico's) Benodigde weerstandscapaciteit 4.595.000
1-1-2026
Ratio weerstandsvermogen 0 Beschikbare weerstandscapaciteit 0 9.139.200 0 1,99
(excl. Corona risico's) Benodigde weerstandscapaciteit 4.595.000
1-1-2022
Ratio weerstandsvermogen 0 Beschikbare weerstandscapaciteit 0 8.960.800 0 1,45
(incl. Corona risico's) Benodigde weerstandscapaciteit 6.163.000
1-1-2023
Ratio weerstandsvermogen 0 Beschikbare weerstandscapaciteit 0 9.008.400 0 1,46
(incl. Corona risico's) Benodigde weerstandscapaciteit 6.163.000
1-1-2024
Ratio weerstandsvermogen 0 Beschikbare weerstandscapaciteit 0 7.854.300 0 1,27
(incl. Corona risico's) Benodigde weerstandscapaciteit 6.163.000
1-1-2025
Ratio weerstandsvermogen 0 Beschikbare weerstandscapaciteit 0 7.932.600 0 1,29
(incl. Corona risico's) Benodigde weerstandscapaciteit 6.163.000
1-1-2026
Ratio weerstandsvermogen 0 Beschikbare weerstandscapaciteit 0 9.139.200 0 1,48
(incl. Corona risico's) Benodigde weerstandscapaciteit 6.163.000

De ratio weerstandsvermogen van de gemeente Barendrecht blijft de komende jaren in de klasse voldoende/ruim voldoende.

Weerstandsnorm
Waarderingscijfer Ratio Betekenis
A > 2,0 Uitstekend
B 1,4 – 2,0 Ruim voldoende
C 1,0 – 1,4 Voldoende
D 0,8 – 1,0 Matig
E 0,6 – 0,8 Onvoldoende
F < 0,6 Ruim onvoldoende

5. Kengetallen

Terug naar navigatie - 5. Kengetallen

In de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing in de begroting en het jaarverslag worden kengetallen opgenomen voor de netto schuld quote, de netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen, de schuldratio, de solvabiliteitsratio, de structurele exploitatieruimte, de grondexploitatie en de belastingcapaciteit. Deze kengetallen maken het de leden van de gemeenteraad gemakkelijker om inzicht te krijgen in de financiële positie van de gemeente.

Kengetallen Realisatie 2020 Prognose 2021 Prognose 2022 Prognose 2023 Prognose 2024 Prognose 2025
Netto schuldquote 79,4% 101,9% 117,7% 115,4% 115,4% 104,0%
Netto schuldquote gecorrigeerd 78,9% 101,3% 117,2% 114,8% 114,9% 103,5%
Solvabiliteitsratio 26,9% 23,7% 22,2% 21,5% 21,8% 25,0%
Structurele exploitatieruimte -0,4% -3,0% 1,0% 0,0% 1,0% 1,8%
Grondexploitatie 7,7% 3,1% 4,6% -1,6% -4,1% 0,0%
Belastingcapaciteit 107,5% 113,6% 109,8% 109,8% 109,8% 109,8%

De kengetallen laten op de kengetallenmonitor voor de schuldquote een middelhoge score zien en voor de solvabiliteitsratio, structurele exploitatieruimte en belastingcapaciteit een hoge risicoscore. De grondexploitatie heeft een lage risicoscore.

De waarden van de kengetallen zijn ingedeeld in 3 categorieën.
Deze categorieën sluiten aan bij de landelijk vastgestelde signaleringswaarden.
Categorie A is het minst risicovol, categorie C het meest.

Kengetal Categorie A Categorie B Categorie C
Netto schuldquote <90% 90-130% >130%
Netto schuldquote gecorrigeerd <90% 90-130% >130%
Solvabiliteitsratio >50% 20-50% <20%
Structurele exploitatieruimte >0% 0% <0%
Grondexploitatie <20% 20-35% >35%
Belastingcapaciteit <95% 95-105% >105%

De netto schuldquote geeft inzicht in het niveau van de schuldenlast van de gemeente ten opzichte van de eigen middelen. Het geeft zodoende een indicatie in welke mate de rentelasten en aflossingen op de exploitatie drukken. Omdat bij leningen er onzekerheid kan bestaan of deze allemaal terug worden betaald, wordt bij de berekening van de netto schuldquote onderscheid gemaakt door het kengetal zowel inclusief als exclusief de doorgeleende gelden te berekenen. Op die manier wordt duidelijk wat het aandeel van de verstrekte leningen in de exploitatie is en ook wat dat betekent voor de schuldenlast. De kengetallen fluctueren nogal. Dit komt omdat het  percentage volgens de voorschriften bepaald moet worden op basis van de begrote inkomsten. Deze verschillen nogal per jaar, met name door de grondexploitaties. De berekening is als volgt:

bedragen * 1.000
Netto schuldquote Realisatie Prognose Prognose Prognose Prognose Prognose
2020 2021 2022 2023 2024 2025
Vaste schulden + 117.558 127.696 132.621 132.318 130.863 123.295
Netto vlottende schuld + 14.426 7.448 16.135 16.534 16.383 16.391
Overlopende passiva + 9.935 9.935 9.935 9.935 9.935 9.935
Totale bruto schuld 141.919 145.079 158.691 158.787 157.181 149.621
Financiële activa (excl. kapitaalverstr. , leningen) - 0 0 0 0 0 0
Financiële activa (verstrekte leningen) - 674 660 647 634 631 628
Uitzettingen < 1 jaar - 10.627 9.392 9.392 9.392 9.392 9.392
Liquide middelen - 428 0 0 0 0 0
Overlopende activa - 13.585 12.025 11.024 9.924 8.825 7.724
Totale netto schuld 117.279 123.662 138.275 139.471 138.964 132.505
Totale netto schuld gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen 116.605 123.002 137.628 138.837 138.333 131.877
H. Totale saldo van baten (excl. mut. res.) 147.749 121.411 117.458 120.903 120.385 127.449
Netto schuldquote 79,4% 101,9% 117,7% 115,4% 115,4% 104,0%
Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen 78,9% 101,3% 117,2% 114,8% 114,9% 103,5%

In 2020 was de schuldquote incidenteel lager door hogere baten vanwege met name de ontvangen Eneco-gelden. De schuldquote blijft de komende jaren in de klasse middel risico, in verband met de financiering van investeringen. In de meerjarenbalans is te zien dat de boekwaarde van de activa de komende jaren hoog blijft.

De solvabiliteit geeft aan welk gedeelte van het bezit met eigen vermogen is gefinancierd. Dit is 22% voor 2022, wat betekent dat 78% met vreemd vermogen is gefinancierd. De schuldpositie verdient de aandacht, al moet wel de kanttekening gemaakt worden dat de rentepercentages op dit moment onverminderd laag zijn.

bedragen * 1.000
Solvabiliteit Realisatie Prognose Prognose Prognose Prognose Prognose
2020 2021 2022 2023 2024 2025
A. Eigen vermogen 59.670 50.514 49.779 47.700 46.885 52.926
B. Totaal passiva 221.800 212.781 224.649 221.680 214.598 211.553
Solvabiliteit 26,9% 23,7% 22,2% 21,5% 21,8% 25,0%

De structurele exploitatieruimte is van belang om te kunnen beoordelen welke structurele ruimte de gemeente heeft om de eigen lasten te dragen. Structurele baten zijn bijvoorbeeld de algemene uitkering en opbrengsten uit de onroerende zaak belasting. Een positief percentage betekent dat de structurele baten toereikend zijn om de structurele lasten (inclusief rente en aflossingen van leningen) te dekken. 

bedragen * 1.000
Structurele exploitatieruimte Realisatie Prognose Prognose Prognose Prognose Prognose
2020 2021 2022 2023 2024 2025
A. Totale structurele lasten - 107.765 129.007 116.052 121.756 120.101 120.199
B. Totale structurele baten + 124.836 121.411 116.349 120.780 120.385 121.696
C. Totale structurele toevoegingen aan de reserves - 22.894 1.426 0 0 0 0
D. Totale structurele onttrekkingen aan de reserves + 5.205 5.350 836 970 930 846
Totale structurele resultaat -618 -3.672 1.133 -6 1.214 2.343
E. Totale saldo van baten (excl. mut. res.) 147.749 121.411 117.458 120.903 120.385 127.341
Structurele exploitatieruimte -0,4% -3,0% 1,0% 0,0% 1,0% 1,8%

Het kengetal grondexploitatie geeft weer hoe de waarde van de grond zich verhoudt tot de totale (geraamde) baten. De boekwaarde van de voorraden grond is van belang, omdat deze waarde moet worden terugverdiend bij de verkoop. Hoe lager het percentage hoe beter.

bedragen * 1.000
Grondexploitatie Realisatie Prognose Prognose Prognose Prognose Prognose
2020 2021 2022 2023 2024 2025
A. Bouwgronden in exploitatie + 11.404 3.804 5.448 -1.887 -4.913 0
Totale bouwgronden 11.404 3.804 5.448 -1.887 -4.913 0
B. Totale saldo van baten (excl. mut. res.) / 147.749 121.411 117.855 121.188 120.538 127.449
Grondexploitatie 7,7% 3,1% 4,6% -1,6% -4,1% 0,0%

De belastingcapaciteit geeft inzicht hoe de belastingdruk in de gemeente zich verhoudt ten opzichte van het landelijke gemiddelde. Barendrecht zit in 2022 boven het landelijk gemiddelde met 106%. Er is wel een daling van de woonlasten t.o.v. 2021 met name door de afvalstoffenheffing. Het percentage is gebaseerd op de woonlasten van een meerpersoonshuishouden. In Barendrecht zijn de woonlasten voor een meerpersoonshuishouden met een koopwoning met een WOZ-waarde van € 318.000 (gemiddelde WOZ-waarde in 2021 volgens Waarderingskamer) € 858. De gemiddelde woonlasten van Nederland in 2021 bedroegen € 811 (Coelo-Atlas van de lokale lasten 2021) .

bedragen * 1.000
Belastingcapaciteit Realisatie Prognose Prognose Prognose Prognose Prognose
2020 2021 2022 2023 2024 2025
A. OZB-lasten voor gezin bij gemiddelde WOZ-waarde + 343 326 323 323 323 323
B. Rioolheffing voor gezin bij gemiddelde WOZ-waarde + 177 182 188 188 188 188
C. Afvalstoffenheffing voor een gezin + 314 373 379 379 379 379
D. Eventuele heffingskorting voor een gezin - 0 0 0 0 0 0
Totale woonlasten voor gezin bij gemiddelde WOZ-waarde 834 882 890 890 890 890
E. Woonlasten landelijke gemiddelde voor gezin in t-1 / 776 776 811 811 811 811
Woonlasten t.o.v. landelijke gemiddelde jaar er voor 107,5% 113,6% 109,8% 109,8% 109,8% 109,8%

6. Ontwikkeling risicoprofiel Barendrecht

Terug naar navigatie - 6. Ontwikkeling risicoprofiel Barendrecht

 Met de uitbraak van de coronacrisis in het voorjaar van 2020 is er een nieuwe factor opgetreden met grote impact op het risicoprofiel. Nederland heeft van december 2020 tot juni 2021 in een lockdown gezeten. Inmiddels is het aantal besmettingen, in vergelijking met de lockdown-periode afgenomen, neemt de vaccinatiegraad toe en kunnen de beperkende maatregelen geleidelijk worden versoepeld. Directe gevolgen worden steeds meer zichtbaar en Nederland kan gaan werken aan herstel. De impact van de crisis op het risicoprofiel van de gemeente neemt daarmee af. Er zijn wel nog veel onzekerheden over de ontwikkeling van de verspreiding van het virus, de mogelijke komst van nieuwe virusvarianten en een mogelijke golf in het najaar. Ook over de precieze maatschappelijke, sociale en economische impact van de crisis is veel onzekerheid. We moeten in ieder geval rekening houden met de schade die duidelijk wordt na afloop van steunpakketten en de keuzes en richting van herstel die het Rijk zal maken. De planbureaus pleiten voor samenhangend herstelbeleid gericht op herstel én transitie. De gemeente kan onzekerheden positief beïnvloeden door investeringen en maatregelen te treffen. De coronacrisis heeft bestaande trends en ontwikkelingen versterkt, vertraagd en kwetsbaarheden en kansen zichtbaar gemaakt. De gevolgen kunnen daarom ook niet los van de ontwikkelingen in de samenleving gezien worden. Er is sprake van negatieve effecten op het welzijn, in het bijzonder de generatie kinderen en jongeren. Daarnaast staat ook de relatie tussen de overheid en burger onder spanning. De stemming in de samenleving is explosiever geworden, maar hoe zich dit op lange termijn uitkristalliseert is onzeker.

Risico decentralisaties in het sociaal domein
Het geconsolideerde risico decentralisatie en transitie sociaal domein blijft groot. Eind 2020 publiceerde het SCP ‘sociaal domein op koers’ en concludeert daarin dat de verwachte effecten van de decentralisaties nog niet gerealiseerd zijn. De zelfredzaamheid is niet toegenomen en de kosten zijn niet verminderd. In 2021 bevestigt onderzoek van het SCP ook het toegenomen gebruik van jeugdzorg en maatschappelijke ondersteuning sinds 2015. De coronacrisis versterkt ook de druk op het sociaal domein. Door de impact op de gezondheid, welzijn en bestaanszekerheid moet rekening gehouden worden met een (verdere) toename van het aantal inwoners met recht op (inkomens)ondersteuning, hulp of zorg. Een aantal ontwikkelingen waar gemeenten mee te maken krijgen zijn:
- de coronacrisis treft meest kwetsbare groepen, zowel qua zorg, ondersteuningsvraag als in bestaanszekerheid en inkomen;
- de coronacrisis legt vraagstukken omtrent zorg en veiligheid verder bloot. Denk aan (woon)overlast, multiproblematiek en inburgeringsvraagstukken;
- de coronacrisis heeft geleid tot veel uitgestelde zorg en zorgvraag bij mensen a.g.v. coronabesmetting;
- druk op mantelzorgers toegenomen.
Bijkomende ontwikkeling is dat de uitstroom uit Participatiewet a.g.v. coronacrisis mogelijk lager is en in tijden van hoge werkloosheid dat vermoedelijk zal blijven. De beoogde toename van werkloosheid blijft vooralsnog uit. Dit lijkt een direct gevolg van de steunpakketten. Het risico neemt dus niet toe en kent zelfs een neerwaartse positieve trend.

Risicocluster uitvoering Jeugdwet- tekorten die ontstaan in de uitvoering van de Jeugdwet
De coronacrisis heeft zowel gevolgen voor de lopende uitvoering van de Jeugdwet, denk aan meer wachtlijsten door zorg die niet of anders door kon gaan. Alsook gevolgen voor het welzijn van de jeugd. Er zijn ook zaken die goed gaan. Maar over het geheel is een negatieve impact te verwachten en moet er ook oog zijn voor nieuwe kwetsbare groepen kinderen en jongeren.
Het Rijk heeft na uitspraak ‘arbitrage Jeugd’ extra incidentele middelen voor de Jeugdzorg beschikbaar gesteld. Deze dekken echter niet de structureel toenemende kosten. Een verdere toename op aanspraak van Jeugdzorg is daarmee nog steeds een risico.

Faillissement van derden of instellingen bij wie borgstellingen, garanties, leningen of vorderingen uitstaan kan leiden tot onvoorziene uitgaven
Aantal faillissementen is nog niet toegenomen. Wanneer de steunpakketten van de rijksoverheid stoppen, wordt duidelijk wat de gevolgen van de crisis zijn.
Financiële en imagorisico’s a.g.v. disfunctioneren van door de gemeente gesubsidieerde instellingen Er zijn financiële en imagorisico’s voor gesubsidieerde instellingen. De coronacrisis heeft ook impact op (subsidie)relaties met maatschappelijke partners. We beheersen deze risico door financiële bijdragen en vrijstelling van afspraken. Dat betekent mogelijk wel een minder bijdrage aan maatschappelijke doelstellingen.

Bedrijfsvoeringsrisico’s BAR Organisatie
De risico’s die in dit specifieke bedrijfsvoeringsprofiel zijn opgenomen zijn schattingen die zo nauwkeurig mogelijk zijn gemaakt op basis van lokale en landelijke ontwikkelingen en actuele inzichten in mogelijke scenario’s. De dalende positieve trend is mede door de coronacrisis doorbroken. Dit heeft tot gevolg dat er ten aanzien van het risicoprofiel van de BAR Organisatie sprake is van een licht stijgende trend in omvang en aantal risico’s.
We zien dat de eisen die worden gesteld aan het beveiligen van gegevens en de regelgeving hieromtrent van invloed is op de ontwikkeling van de risico’s in dit cluster. Er worden continu stappen gezet naar beheersing op een hoog niveau. Dit vraagt om doorontwikkeling op veel bedrijfsvoeringsaspecten. Denk hierbij onder meer aan nieuwe taken, het compliant worden, zijn en blijven ten aanzien van wijzigende en nieuwe wet- en regelgeving, het beschikbaar hebben en houden van de juiste competenties en de hoge eisen aan technische oplossingen en beveiliging van data. Het risico en de onzekerheid dat dit niet continu lukt blijft aanwezig.

Risico invoering regelgeving AVG, informatiebeveiliging, wet meldplicht datalekken
Dit risico hangt samen met het bedrijfsvoeringsrisico’s BAR-organisatie. De gemeente heeft de wettelijke aansprakelijkheid. Er is sprake van een verhoogd risico door toename gebruik digitale technologie, online informatie, thuiswerken. Ook is er sprake van verminderd welzijn en daarmee meer druk op medewerkers. Dit kan leiden tot minder scherpe inachtneming van de informatiebeveiligingsrichtlijnen. Door grotendeels thuiswerken meer gelegenheid tot problemen met of inbraak in de ICT-systemen, veiligheid online samenwerken onder druk (verdere digitalisering samenleving en aantal diensten). Digitale transformatie van overheidsdienstverlening, meer vraag van en naar medewerkers met ict-kennis en goed ontwikkelde digitale vaardigheden.

Verbonden partij heeft een financieel tekort welke niet kan worden gedekt vanuit het weerstandsvermogen van desbetreffende partij/regeling
Het geconsolideerde risico van de verbonden partijen blijft gelijk. Risico’s van alle verbonden partijen worden m.i.v. 2022 in een cluster samengevoegd, gerelateerd aan de paragraaf verbonden partijen. Voor de verbonden partijen wordt één risicoprofiel opgesteld waarop een risicosimulatie wordt uitgevoerd, waarvan het resultaat getoond zal worden in deze paragraaf. Op deze wijze wordt in beeld gebracht welke risico’s de gemeente loopt als deelnemer van onder meer de verschillende gemeenschappelijke regelingen.

Bestuurlijke en financiële verhoudingen Rijk en decentrale overheden (risico Rijksbijdrage gemeentefonds)
Er is sprake van een (toegenomen) disbalans tussen financiële en bestuurlijke verhoudingen tussen Rijk en decentrale overheden. Onder andere de schommelingen in de bijdragen van het gemeentefonds en onzekerheid over de toekomst van de verdeling van het gemeentefonds blijven een risico.
In de behandeling van trends en ontwikkelingen worden meer risico’s aangehaald dan het overzicht van de belangrijkste risico’s toont.