4. § Financiering

Algemeen

Terug naar navigatie - Algemeen

In de paragraaf financiering beschrijven we de plannen en acties op het gebied van liquiditeitsbeheer, de financiële positie en de hieraan verbonden risico’s voor de jaren 2022 tot en met 2025. Naast enkele onderwerpen die verplicht onderdeel uitmaken van deze paragraaf, gaan we ook in op een aantal ontwikkelingen die van belang zijn voor een goede uitvoering van de treasuryfunctie.

Wettelijke kaders en Treasurystatuut
De wettelijke kaders rondom de financieringsfunctie zijn vastgelegd in de Wet Financiering Decentrale Overheden (Fido). Beheersing van de financiële risico’s speelt daarin een belangrijke rol. De uitwerking van deze kaders zijn vastgelegd in de financiële verordening 2018 en het treasurystatuut 2018.
In 2018 zijn de financiële verordening en het treasurystatuut herzien en vastgesteld. Hierna zijn er geen wijzigingen meer geweest in wet- en regelgeving of in het gemeentelijk beleid. Aanpassing van de financiële verordening of het treasurystatuut is daarom op dit moment niet aan de orde. Wel heeft het college in 2021 de nota garantstellingen en leningen 2021 vastgesteld. In deze nota zijn de spelregels en beleidskaders rondom garantstellingen en leningen vastgelegd, bedoeld als uitwerking van hetgeen in het treasurystatuut is opgenomen.

Rentevisie en beleid

Terug naar navigatie - Rentevisie en beleid

Rente speelt een belangrijke rol in de begroting. Het is, gezien de omvang van de bedragen, gewenst uw raad inzicht te geven in de keuzemogelijkheden en de factoren die invloed op de rente hebben. Dit alles vatten wij samen onder de term ‘rentebeleid’. We maken daarbij onderscheid tussen korte rente en lange rente. Van korte rente is sprake bij leningen tot maximaal 1 jaar en van lange rente bij termijnen van 1 jaar of langer. Het is van belang de renteontwikkelingen op de kapitaalmarkt te volgen vanwege de mogelijke risico’s die deze voor ons inhouden. Wij volgen deze ontwikkelingen nauwlettend en maken gebruik van de (online) informatie van een aantal geldverstrekkers. De rente is al enige jaren laag en de verwachting is dat deze in de komende periode niet wijzigt. Naar aanleiding van de coronapandemie heeft de Europese Centrale Bank (ECB) een aankoopprogramma opgezet waarmee ze de kosten van leningen wil verminderen en de kredietverlening in het eurogebied wil vergroten. Deze maatregel is een aanvulling op de eerdere programma’s van de ECB. De maatregelen helpen de consumptie en de investeringen te stimuleren en hebben als doel economische groei te bevorderen. De rente voor een kasgeldlening (looptijd < 1 jaar) is al geruime tijd negatief. De gemeente maakt van deze negatieve rentestand gebruik door bij liquiditeitstekorten een kasgeldlening af te sluiten en zo min mogelijk gebruik te maken van de kredietfaciliteit op de rekening courant. Vanaf 1 juli 2021 berekent de BNG negatieve rente over het positieve saldo op de lopende rekening. BNG houdt daarbij een grens aan van € 500.000. Onder dit bedrag is de creditrente 0%, daarboven 1-maands EURIBOR. Het is daarom zaak de saldi op de lopende rekening onder deze grens te houden en overschotten af te romen naar de schatkist.

Rentevisie BNG
De verwachting van de Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) is dat het monetaire beleid van de ECB, zoals hierboven vermeld, ruim blijft.

 

Actueel Over een jaar
forward rate Prognose BNG
3 maanden interbancair -0,54% -0,50% -0,40%
Staat 10 jaar -0,17% -0,10% 0,10(-0,30)%

Renterisicobeheer

Terug naar navigatie - Renterisicobeheer

In dit onderdeel krijgt u inzicht in de renterisico’s van de gemeente. Risicobeheersing vormt één van de pijlers van de Wet Fido. Voor de bepaling van de renterisico’s die verbonden zijn aan de uitvoering van de treasuryfunctie zijn twee normen verplicht gesteld: De rente-risiconorm heeft betrekking op leningen met een looptijd vanaf 1 jaar en de kasgeldlimiet op leningen met een looptijd tot maximaal 1 jaar. Het doel van deze normen is om de budgettaire risico’s als gevolg van rentestijging te beperken.

Renterisiconorm
De renterisiconorm heeft als doel de risico’s te beperken van een toekomstig stijgende kapitaalmarktrente bij herfinanciering (van aflossingen op bestaande leningen) en renteherzieningen op bestaande langlopende leningen.
Door toepassing van deze norm ontstaat een goede spreiding van de langlopende leningenpositie, waardoor dit renterisico gelijkmatig over de jaren wordt verdeeld. Jaarlijks komt maximaal 20% van het begrotingstotaal in aanmerking voor herfinanciering en/of renteherziening. Van renteherziening is sprake als in de leningsovereenkomst is bepaald dat de rente gedurende de looptijd in een bepaald jaar wordt aangepast. Onder herfinanciering verstaan we het afsluiten van nieuwe leningen ter vervanging van bestaande financieringen en/of aflossingen op de bestaande leningenportefeuille. Het onderstaande overzicht maakt duidelijk dat er ruimte is binnen de renterisiconorm om ook eventuele extra investeringen of uitgaven ten behoeve van de grondexploitatie met lang vreemd vermogen te financieren.

RENTERISICONORM EN RENTERISICO'S VAN DE VASTE SCHULD
bedragen * 1.000
2022 2023 2024 2025
Renterisico op vaste schuld begroot begroot begroot begroot
1. Netto renteherziening op vaste schuld 0 0 0 0
2. Betaalde aflossingen 10.862 11.637 11.555 12.060
3. Renterisico op vaste schuld (1+ 2) 10.862 11.637 11.555 12.060
Renterisiconorm
4a. Begrotingstotaal 2022 117.192
4b. Het bij ministeriële regeling vastgestelde percentage 20%
4. Renterisiconorm 23.438
Toets Renterisiconorm
5a Ruimte onder renterisiconorm (4 - 3) 12.576

Kasgeldlimiet
Met de kasgeldlimiet heeft de wetgever een norm gesteld voor het maximum bedrag aan kortlopende middelen (looptijd tot maximaal een jaar) waarmee de gemeente haar activiteiten mag financieren. Het doel van deze limiet is het risico te voorkomen dat fluctuaties van de korte rente direct grote impact hebben op de rentelasten tijdens het boekjaar. Wanneer in drie opeenvolgende kwartalen de kasgeldlimiet wordt overschreden, dient dit te worden gemeld bij de toezichthouder, de Provincie, inclusief een plan om weer te voldoen aan de kasgeldlimiet. Hieronder is een prognose opgenomen van de kasgeldlimiet over 2022. Als er sprake is van een liquiditeitstekort, wegen wij af of het zinvol is om gebruik te maken van kortlopende of langlopende financiering, afhankelijk van de rentestand en de financieringsbehoefte. In 2022 maken we maximaal gebruik van kortlopende financiering en de kasgeldlimiet.

bedragen x 1.000
1e kw. 2e kw 3e kw 4e kw
Totaal vlottende schuld 10.728 10.728 10.728 10.728
Totaal vlottende middelen 748 748 748 748
Gemiddeld saldo schuld (+) of overschot (-) 9.980 9.980 9.980 9.980
Kasgeldlimiet 9.961 9.961 9.961 9.961
Begrotingstotaal 2022 117.192
vastgestelde percentage 8,5%
Ruimte onder kasgeldlimiet 0 0 0 0

Liquiditeitsplanning en Financieringsbehoefte

Terug naar navigatie - Liquiditeitsplanning en Financieringsbehoefte

De financieringspositie wordt bepaald door diverse factoren, zoals de ontwikkeling van het investeringsniveau en –tempo, wisselende baten in de grondexploitaties en mutaties in de geldleningenportefeuille. Met een liquiditeitenplanning brengen we meer structuur aan in de verwachte inkomsten en uitgaven.

Financiering activa
De activa van de gemeente zijn per begin 2022 naar verwachting als volgt gefinancierd:

bedragen * 1.000
verwachting per 1-1-2022
Boekwaarde activa 187.560
vaste financieringsmiddelen:
Reserves en Voorzieningen 67.702
Langlopende leningen 127.696
195.398
Financieringsoverschot -7.838

Leningenportefeuille
Bij een structureel liquiditeitstekort sluiten we een langlopende geldlening af. We hanteren de marktrente en berekenen jaarlijks de gemiddelde rente over de bestaande langlopende leningen (per 1 januari 2022 is deze gemiddeld  1,312%). In onderstaand overzicht is het verloop van de reeds opgenomen langlopende leningen en de, op grond van de financieringsbehoefte, verwachte nieuw af te sluiten langlopende leningen opgenomen. Zoals uit het financieringsoverzicht blijkt, zijn de begrote inkomsten en uitgaven, de investeringsbedragen en de inkomsten en uitgaven uit grondexploitaties niet voldoende om deze met eigen middelen of kortlopende leningen (meerjarig) te kunnen financieren. Uitgaande van de begrote investeringsplanning betekent dit dat in 2022 een langlopende lening van € 15,8 miljoen benodigd is (2023: € 11,3  miljoen; 2024: € 10,1  miljoen; 2025 € 4,5  miljoen). Aanpassingen van de investeringsplanning of de grondexploitaties en daaruit voortvloeiende wijziging van de financieringsbehoefte verwerken we in de tussenrapportages.

Overzicht Langlopende Leningen (bedragen x € 1.000)
1-1-2022 1-1-2023 1-1-2024 1-1-2025
Stand leningen 127.696 132.621 132.318 130.863
Nieuwe lening 15.787 11.348 10.117 4.510
Reguliere aflossingen 10.862 10.862 10.215 10.215
Aflossingen nieuwe leningen 789 1.357 1.863

EMU-saldo
Hieronder wordt een beeld geschetst van het verwachte verloop van ons EMU-saldo over de periode 2021 tot en met 2025. De gemeentelijke systematiek van nu investeren en afschrijven over een reeks van jaren, strookt niet met de manier waarop het EMU-saldo wordt berekend. Investeringen in een jaar worden direct ten laste gebracht van het EMU-saldo. Hierdoor ontstaat een negatief effect op het EMU saldo.

bedragen * 1.000
Overzicht EMU-saldo 2021 2022 2023 2024 2025
Exploitatiesaldo vóór toevoeging en onttrekkingen aan reserves (+) -7.596 266 -979 284 7.142
Mutatie vaste activa (-) 918 11.238 5.479 -2.954 -6.854
Mutatie voorzieningen (+) -3.023 -1.009 -986 -4.661 -1.526
Mutatie voorraden (-) -7.600 1.644 -7.335 -3.026 4.913
Totaal EMU-saldo -3.937 -13.625 -109 1.603 7.557
- = tekort en + = overschot

Uitzettingen

Terug naar navigatie - Uitzettingen

Op grond van de Regeling Schatkistbankieren zijn decentrale overheden verplicht om overtollige liquide middelen aan te houden in ’s Rijks schatkist. Overtollige middelen kunnen ook tijdelijk via deposito’s bij de schatkist worden aangehouden. De hoogte van de rentevergoeding is gelijk aan de rente waartegen de Nederlandse Staat zichzelf financiert op de geld- en kapitaalmarkten (de zogenoemde ‘inleenrente’). Op dit moment is deze inleenrente negatief, waarbij in de Regeling Schatkistbankieren is opgenomen dat in dergelijke gevallen de rentevergoeding gelijk wordt gesteld aan nul. Bij overliquiditeit maken wij daarom geen gebruik van de mogelijkheid om dit op een deposito te zetten. Volgens het treasurystatuut kunnen, in het geval van tijdelijke liquiditeitstekorten en -overschotten, de GR BAR en de drie gemeenten elkaar onderling kasgeldleningen verstrekken tegen een marktconforme rente. Zolang de rente op kasgeldleningen negatief is, benutten we deze faciliteit niet.

Verstrekte leningen

Terug naar navigatie - Verstrekte leningen

Onderstaand overzicht geeft een beeld van de leningen die zijn verstrekt aan derden. Wanneer bij deze leningen sprake is van een variabele rente, wordt bij de renteberekening uitgegaan van het 1 maands Euribor per rentevervaldatum. Al een aantal jaren zijn de rente inkomsten bij deze lening met een variabele rente laag, als gevolg van de lage rentestand.

Kredietrisico op verstrekte leningen
Naam geldnemer % Saldo Saldo
uitzetting Mutaties uitzetting
1-1-2022 in 2022 31-12-2022
Spruit B.V. 3,00 2.887 -1.422 1.465
BAR-Organisatie n.v.t. 31.157 -11.784 19.373
Totaal verstrekte gelden 34.044 -13.206 20.838

Renteomslag

Terug naar navigatie - Renteomslag

Het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) schrijft voor dat rente via de taakvelden wordt toegerekend aan de programma’s. Door gebruik te maken van een renteomslag wordt de manier van verantwoorden van de rente in de begroting geharmoniseerd. Op advies van de commissie BBV wordt voor het berekenen van de renteomslag onderstaand model gebruikt. Hiermee geven we inzicht in de rentelasten voor externe financiering, het renteresultaat en de wijze van rentetoerekening. Het BBV schrijft voor dat de gehanteerde omslagrente niet meer dan 0,5% mag afwijken van de berekende omslagrente. Conform onderstaande berekening komen we voor 2022 uit op een gemiddelde renteomslag percentage van 0,87%. Voor 2022 hanteren we een omslagpercentage van afgerond 1,0% (afwijking betreft alleen afronding en is dus niet meer dan 0,5%).

Schema rentetoerekening
a1. Externe rentelasten over lange financiering +/+ 1.793.000
a2. Externe rentelasten over korte financiering +/+ 5.000
b1. Externe rentebaten over lange financiering -/- 6.000
b2. Externe rentebaten over korte financiering -/- 5.000
Saldo rentelasten en rentebaten 1.787.000
c1. Rente die doorberekend wordt aan de grondexploitaties -/- 158.800
c2. Rentelast projectfinanciering die doorgerekend wordt aan betreffende taakveld -/- 0
c3. Rentebaat projectfinanciering die doorgerekend wordt aan betreffende taakveld +/+ 0
Aan taakvelden toe te rekene externe rente 1.628.200
d1. Rente over het eigen vermogen +/+ 0
d2. Rente over voorzieningen +/+ 0
Totaal aan taakvelden toe te rekenen rente 1.628.200
e. Werkelijk aan taakvelden toegerekende rente (renteomslag) -/- 1.881.400
f. Renteresultaat op het taakveld treasury -253.200
Toe te rekenen rente 1.628.200
Boekwaarde per 1-1-2022 187.560.000
Gemiddelde rente 0,87%

Garantstelling

Terug naar navigatie - Garantstelling

In het verleden zijn regelmatig garantstellingen geweest voor leningen aan derden. Met het oog op de financiële risico’s die de gemeente hierbij loopt, gaan wij terughoudend om met het honoreren van deze aanvragen. Alleen als het maatschappelijk belang ermee gediend is en er voldoende zekerheden gesteld worden, wordt een garantie verleend. In 2021 heeft het college de nota garantstellingen en leningen vastgesteld. In deze nota zijn de beleidskaders beschreven en geven we handvatten voor de besluitvorming door het formuleren van criteria en voorwaarden, waarmee we de risico’s zoveel mogelijk beperken en meer inzichtelijk maken. Per 1 januari 2021 is het totaal van de directe garantstellingen € 13,9 miljoen. Het totaal van de garantstellingen met een achtervangfunctie via het Waarborgfonds Sociale Woningbouw is € 108,5 miljoen. Het risico dat de gemeente loopt bij deze garantstellingen is meegenomen in de berekening van ons weerstandvermogen.

Relatiebeheer

Terug naar navigatie - Relatiebeheer

Met de Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) vindt periodiek overleg plaats, waarbij we nieuwe ontwikkelingen bespreken. Verschillende kredietverstrekkers geven regelmatig adviezen over het aantrekken en uitzetten van gelden Ook in 2022 maken we gebruik van de verschillende adviserende instanties om optimaal te kunnen profiteren van de beschikbare financiële instrumenten. In ons treasurystatuut hebben wij de administratieve organisatie, interne controle en informatievoorziening uitvoerig beschreven.