2. § Weerstandsvermogen en risicobeheersing

1. Aanleiding en achtergrond

Terug naar navigatie - 1. Aanleiding en achtergrond

De Gemeente Barendrecht voert actief beleid op de beheersing van de risico’s die de gemeente loopt. Gekeken wordt naar de maatregelen die worden getroffen om de risico’s af te dekken. Voor de risico’s waarvoor geen maatregelen getroffen kunnen worden, bijvoorbeeld omdat het verzekeren ervan te duur zou zijn, wordt ingeschat welke buffer noodzakelijk is. Dit is de benodigde weerstandscapaciteit. Op basis van de continu geïnventariseerde risico’s en de beschikbare financiële middelen (beschikbare weerstandscapaciteit) is het weerstandvermogen berekend. In dit risicoprofiel worden de belangrijkste trends en ontwikkelingen benoemd en meegewogen.

 

2. Risicoprofiel

Terug naar navigatie - 2. Risicoprofiel

Door actieve risicobeheersing heeft de gemeente in beeld wat de risico’s zijn en is het mogelijk om het weerstandsvermogen te bepalen. Alle risico’s worden voor zover mogelijk 2 maal per jaar herijkt en er wordt continu geanticipeerd op nieuwe risico’s. Het getoonde risicoprofiel is bepaald vanuit de inventarisatie en analyse zoals uitgevoerd t/m 2 september 2024. We kijken vanuit de huidige omstandigheden vooruit met als doel een actueel risicoprofiel te presenteren waarin rekening wordt gehouden met realistische scenario’s voor de nabije toekomst.

De belangrijkste trends en ontwikkelingen die van invloed zijn op het risicoprofiel worden kort toegelicht. De gevolgen van externe invloeden zoals de geopolitieke spanningen, de nog steeds relatief hoge inflatie, de krappe arbeidsmarkt en de brandstofprijzen laten zich zien en voelen over de hele breedte van het risicoprofiel. De geïdentificeerde risico’s met betrekking tot de ondersteunende bedrijfsvoering vallen vanaf 2024 binnen het risicocluster van De BedrijfsvoeringsPartner welke u terugvindt in bijgaand overzicht.

In het volgende overzicht worden de belangrijkste (geconsolideerde) risico's gepresenteerd die de grootste invloed hebben bij de bepaling van de benodigde weerstandscapaciteit. Bij ieder risico worden kort de beheersmaatregelen weergegeven. De lijst met belangrijkste risico’s omvat circa 94% van alle geïdentificeerde risico’s.

 

Tien belangrijkste financiële risico’s gemeente Barendrecht
Nr. Risico Maatregelen/Opmerkingen Klasse Financieel gevolg
1/1 Geconsolideerd risico Project de Stationstuinen Gecontroleerde projectomgeving, fasering, prioritering, partneroverleg ! zie punt 6 5 max.€ 9.123.000 +
2/4 Risicocluster uitvoering Jeugdwet- tekorten die ontstaan in de uitvoering van de Jeugdwet Beperkte invloed, transformatie keten, monitoring/ benchmarking, business intelligence 5 max.€ 1.100.000 +
3/3 Risicocluster uitvoering wet- en regelgeving Informatiebeveiliging en Privacy De BedrijfsvoeringsPartner, Proces meldpunt datalekken, beheer register gegevensverzamelingen, Compliance. 5 max.€ 1.000.000 ~
4 Cluster BUIG, (Participatiewet) gerelateerde risico's. Overschrijding van budget(ten) Optimaliseren uitvoering processen preventie, activering en handhaving 5 max.€ 1.000.000 ~
5/5 Risico(cluster) dat De BedrijfsvoeringsPartner haar taken niet kan uitvoeren binnen het beschikbaar gestelde budget De BedrijfsvoeringsPartner, monitoring, business intelligence, competentieontwikkeling 4 max.€ 922.000 +
6/6 Faillissement van derden of instellingen bij wie borgstellingen, garanties, leningen of vorderingen uitstaan leiden tot onvoorziene uitgaven Beperkte invloed, GRBAR organisatie, monitoring, business intelligence 3 max.€ 1.000.000 ~
7/8 Cluster WMO gerelateerde risico's. Overschrijding van budget(ten) Beperkte invloed, monitoring, business intelligence 5 max.€ 400.000 ~
8 Lagere rijksbijdrage door wijzigingen in verdelings-maatstaven en/of bezuinigingen Rijk zorgt na maatregelen voor tekorten Her-prioritering, bezuinigingen, inkomsten verhogen. ! in 2026 wordt er uitgegaan van een lagere bijdrage die in 2025 al tot noodzakelijke maatregelen kan leiden 5 max.€ 400.000 +
9/9 Risico’s projecten Gecontroleerde projectomgeving, scenario-analyse/ risicoanalyse 4 max.€ 500.000 ~
10/2 Risicocluster tekorten uitvoering gedecentraliseerde-/nieuwe taken Monitoring/ benchmarking, business intelligence, competentie-ontwikkeling, SPP. ! BUIG uit risicocluster (4) gehaald 4 max.€ 300.000 -
Totaal van alle risico 's: € 17.894.800 Bedragen in top 10 zijn afgerond op €1.000
- Risico daalt in de top 10 en/of neemt af.
+ Risico stijgt in de top 10 en/of neemt toe.
~ Risico blijft gelijk in de top 10.
! Aandachtvestiging/opmerking i.v.m. ontwikkelingen

Het bovenstaande overzicht toont risico’s die incidenteel schade op kunnen leveren, met daarbij het maximale financiële gevolg. De onderstaande tabel geeft aan hoe groot de kans is in lengte van tijd. Bijgevoegde tabel geeft aan hoe de spreiding in tijd is terug te vertalen.

 

Kwantiteit Referentiebeelden Kansklasse Toelichting kansklasse
10% 0 of 1 keer per 10 jaar 1 Deze klasse wordt gehanteerd voor risico’s waarvan het onwaarschijnlijk is dat deze zich in de komende jaren voordoen.
30% 1 keer per 5 – 10 jaar 2 Deze klasse hanteren we voor risico’s waarvan het niet waarschijnlijk is dat ze zich in het komende jaar voordoen.
50% 1 keer per 2 – 5 jaar 3 Deze klasse hanteren we voor risico’s die zich in het komende jaar wel maar ook niet kunnen voordoen.
70% 1 keer per 1 – 2 jaar 4 Deze klasse wordt gehanteerd voor risico’s waarvan het waarschijnlijk is dat ze zich in het komende jaar zullen voordoen.
90% 1 keer per jaar of meer 5 Deze klasse wordt gehanteerd voor risico’s waarvan het zeer waarschijnlijk is dat ze zich in het komende jaar gaan voordoen.

Op basis van de ingevoerde risico's is een zogeheten risicosimulatie uitgevoerd. Wij doen dit met behulp van risicoanalyse software. Hiermee kunnen we met alle risico’s die we lopen 100.000 keer doen alsof deze in meer of mindere mate optreden om zo nauwkeuring mogelijk in te kunnen schatten welke financiële buffer er op dit moment tenminste nodig is. We doen dit vooral omdat het reserveren van het maximale bedrag € 17.894.800 ongewenst is. De risico's zullen immers niet allemaal tegelijk en in hun maximale omvang optreden.

Benodigde weerstandscapaciteit bij verschillende zekerheidspercentages
Percentage Bedrag
10% € 2.171.124
25% € 2.730.846
50% € 3.381.347
75% € 4.124.903
90% € 4.794.241
95% € 5.144.892

Uit de tabel met zekerheidspercentages volgt dat 75% zeker is dat alle risico's kunnen worden afgedekt met een bedrag van € 4.124.903 (benodigde weerstandscapaciteit). We hanteren een lager dekkingspercentage direct voortvloeiend uit toegepaste beheersmaatregelen in de wijze van begroten. Hierin worden reeds opgetreden gevolgen van de belangrijkste risico’s meegenomen in een reële begrotingsraming. 

3. Beschikbare weerstandscapaciteit

Terug naar navigatie - 3. Beschikbare weerstandscapaciteit

De beschikbare weerstandscapaciteit van de gemeente Barendrecht bestaat uit het geheel aan middelen dat de organisatie daadwerkelijk beschikbaar heeft om de risico's in financiële zin af te dekken.

 

Beschikbare weerstandscapaciteit
31-12-2024 31-12-2025 31-12-2026 31-12-2027 31-12-2028
Algemene reserve 7.924.300 9.959.000 10.403.700 6.492.300 5.183.200

4. Relatie benodigde en beschikbare weerstandscapaciteit

Terug naar navigatie - 4. Relatie benodigde en beschikbare weerstandscapaciteit

Om te bepalen of het weerstandsvermogen toereikend is, dient de relatie te worden gelegd tussen de financieel gekwantificeerde risico's en de daarbij gewenste weerstandscapaciteit en de beschikbare weerstandscapaciteit. De benodigde weerstandscapaciteit die uit de risicosimulatie voortvloeit kan worden afgezet tegen de beschikbare weerstandscapaciteit. De uitkomst van die berekening vormt het weerstandsvermogen.

 

31-12-2024
Ratio weerstandsvermogen 0 Beschikbare weerstandscapaciteit 0 7.924.300 0 1,9
Benodigde weerstandscapaciteit 4.124.900
31-12-2025
Ratio weerstandsvermogen 0 Beschikbare weerstandscapaciteit 0 9.959.000 0 2,4
Benodigde weerstandscapaciteit 4.124.900
31-12-2026
Ratio weerstandsvermogen 0 Beschikbare weerstandscapaciteit 0 10.403.700 0 2,5
Benodigde weerstandscapaciteit 4.124.900
31-12-2027
Ratio weerstandsvermogen 0 Beschikbare weerstandscapaciteit 0 6.492.300 0 1,6
Benodigde weerstandscapaciteit 4.124.900
31-12-2028
Ratio weerstandsvermogen 0 Beschikbare weerstandscapaciteit 0 5.183.200 0 1,3
Benodigde weerstandscapaciteit 4.124.900

Het ratio weerstandsvermogen van de gemeente Barendrecht valt met 1,9 in klasse B, wat staat voor ruim voldoende weerstandsvermogen. 

 

Weerstandsnorm
Waarderingscijfer Ratio Betekenis
A > 2,0 Uitstekend
B 1,4 – 2,0 Ruim voldoende
C 1,0 – 1,4 Voldoende
D 0,8 – 1,0 Matig
E 0,6 – 0,8 Onvoldoende
F < 0,6 Ruim onvoldoende

5. Kengetallen

Terug naar navigatie - 5. Kengetallen

In de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing in de begroting en het jaarverslag worden kengetallen opgenomen voor de netto schuldquote, de netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen, de schuldratio, de solvabiliteitsratio, de structurele exploitatieruimte, de grondexploitatie en de belastingcapaciteit. Deze kengetallen maken het de leden van de gemeenteraad gemakkelijker om inzicht te krijgen in de financiële positie van de gemeente.

 

Kengetallen Realisatie 2023 Prognose 2024 Prognose 2025 Prognose 2026 Prognose 2027 Prognose 2028
Netto schuldquote 86,0% 105,5% 111,2% 104,8% 99,6% 103,6%
Solvabiliteitsratio 24,2% 21,2% 20,4% 18,7% 20,9% 20,5%
Structurele exploitatieruimte -3,3% 0,0% 0,4% -2,5% -0,8% -0,5%
Grondexploitatie 5,7% 1,1% -0,4% -0,2% 0,0% 0,0%
Belastingcapaciteit 105,8% 107,3% 118,8% 118,8% 118,8% 118,8%

De kengetallen laten op de kengetallenmonitor voor de schuldquote en solvabiliteitsratio een middelhoge score zien en voor de belastingcapaciteit een hoge risicoscore. De grondexploitatie en structurele exploitatieruimte heeft een lage risicoscore.

 

De waarden van de kengetallen zijn ingedeeld in 3 categorieën. Deze categorieën sluiten aan bij de landelijk vastgestelde signaleringswaarden. Categorie A is het minst risicovol, categorie C het meest.

 

Kengetal Categorie A Categorie B Categorie C
Netto schuldquote <90% 90-130% >130%
Solvabiliteitsratio >50% 20-50% <20%
Structurele exploitatieruimte >0% 0% <0%
Grondexploitatie <20% 20-35% >35%
Belastingcapaciteit <95% 95-105% >105%

De netto schuldquote geeft inzicht in het niveau van de schuldenlast van de gemeente ten opzichte van de eigen middelen. Het geeft zodoende een indicatie in welke mate de rentelasten en aflossingen op de exploitatie drukken. Omdat bij leningen er onzekerheid kan bestaan of deze allemaal terug worden betaald, wordt bij de berekening van de netto schuldquote onderscheid gemaakt door het kengetal zowel inclusief als exclusief de doorgeleende gelden te berekenen. Op die manier wordt duidelijk wat het aandeel van de verstrekte leningen in de exploitatie is en ook wat dat betekent voor de schuldenlast. De kengetallen fluctueren nogal. Dit komt omdat het percentage volgens de voorschriften bepaald moet worden op basis van de begrote inkomsten.  De berekening is als volgt:

 

bedragen * 1.000
Netto schuldquote Realisatie Prognose Prognose Prognose Prognose Prognose
2023 2024 2025 2026 2027 2028
Vaste schulden + 105.973 125.589 137.752 138.030 128.702 127.798
Netto vlottende schuld + 26.180 22.848 22.446 23.702 23.338 22.652
Overlopende passiva + 33.466 33.466 33.466 33.466 33.466 33.466
Totale bruto schuld 165.619 181.903 193.664 195.198 185.506 183.916
Financiële activa (uitzettingen > 1 jaar) - 1.597 1.597 1.597 1.597 1.597 1.597
Verstrekte leningen - 0 0 0 0 0 0
Uitzettingen < 1 jaar - 21.307 12.852 12.852 12.852 12.852 12.852
Liquide middelen - 333 0 0 0 0 0
Overlopende activa - 15.590 15.590 15.590 15.590 15.590 15.590
Totale netto schuld 126.792 151.864 163.625 165.159 155.467 153.877
Totale netto schuld gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen 126.792 151.864 163.625 165.159 155.467 153.877
H. Totale saldo van baten (excl. mut. res.) 147.453 143.925 147.104 157.565 156.052 148.535
Netto schuldquote 86,0% 105,5% 111,2% 104,8% 99,6% 103,6%
Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen 86,0% 105,5% 111,2% 104,8% 99,6% 103,6%

De schuldquote blijft de komende jaren in de klasse middel risico, in verband met de financiering van investeringen. In de meerjarenbalans is te zien dat de boekwaarde van de activa de komende jaren hoog blijft.

 

De solvabiliteit geeft aan welk gedeelte van het bezit met eigen vermogen is gefinancierd. Dit is ca. 20% voor 2025, wat betekent dat 80% met vreemd vermogen is gefinancierd. 

 

bedragen * 1.000
Solvabiliteit Realisatie Prognose Prognose Prognose Prognose Prognose
2023 2024 2025 2026 2027 2028
A. Eigen vermogen + 55.654 50.787 51.041 46.139 50.696 49.126
B. Totaal passiva / 229.966 239.879 250.736 247.194 242.468 239.933
Solvabiliteit 24,2% 21,2% 20,4% 18,7% 20,9% 20,5%

De structurele exploitatieruimte is van belang om te kunnen beoordelen welke structurele ruimte de gemeente heeft om de eigen lasten te dragen. Structurele baten zijn bijvoorbeeld de algemene uitkering en opbrengsten uit de onroerendezaakbelasting. Een positief percentage betekent dat de structurele baten toereikend zijn om de structurele lasten (inclusief rente en aflossingen van leningen) te dekken. 

 

bedragen * 1.000
Structurele exploitatieruimte Realisatie Prognose Prognose Prognose Prognose Prognose
2023 2024 2025 2026 2027 2028
Totale structurele lasten - 143.057 146.122 146.611 162.338 151.495 150.105
Totale structurele baten + 137.579 140.925 146.264 157.565 149.362 148.535
Totale structurele toevoegingen aan de reserves - 100 3.629 0 0 0 0
Totale structurele onttrekkingen aan reserves + 774 8.788 939 899 860 792
Totale structurele resultaat -4.804 -38 592 -3.874 -1.273 -778
tekort tekort overschot tekort tekort tekort
Totale saldo van baten (excl. mut. res.) / 147.453 143.925 147.104 157.565 156.062 148.535
Structurele exploitatieruimte -3,3% 0,0% 0,4% -2,5% -0,8% -0,5%

Het kengetal grondexploitatie geeft weer hoe de waarde van de grond zich verhoudt tot de totale (geraamde) baten. De boekwaarde van de voorraden grond is van belang, omdat deze waarde moet worden terugverdiend bij de verkoop. Hoe lager het percentage hoe beter.

 

bedragen * 1.000
Grondexploitatie Realisatie Prognose Prognose Prognose Prognose Prognose
2023 2024 2025 2026 2027 2028
A. Bouwgronden in exploitatie + 8.354 1.564 -568 -242 0 0
Totale bouwgronden 8.354 1.564 -568 -242 0 0
B. Totale saldo van baten (excl. mut. res.) / 147.453 143.925 147.104 157.565 156.052 148.535
Grondexploitatie 5,7% 1,1% -0,4% -0,2% 0,0% 0,0%

De belastingcapaciteit geeft inzicht hoe de belastingdruk in de gemeente zich verhoudt ten opzichte van het landelijke gemiddelde. Barendrecht zit naar verwachting in 2025 boven het landelijk gemiddelde met 118,8%. Dit komt met name door de stijging van de afvalstoffenheffing. 

 

bedragen * 1.000
Belastingcapaciteit Realisatie Prognose Prognose Prognose Prognose Prognose
2023 2024 2025 2026 2027 2028
A. OZB-lasten voor gezin bij gemiddelde WOZ-waarde + 410 427 437 437 437 437
B. Rioolheffing voor gezin bij gemiddelde WOZ-waarde + 193 199 243 243 243 243
C. Afvalstoffenheffing voor een gezin + 396 441 501 501 501 501
D. Eventuele heffingskorting voor een gezin - 0 0 0 0 0 0
Totale woonlasten voor gezin bij gemiddelde WOZ-waarde 999 1.067 1.181 1.181 1.181 1.181
E. Woonlasten landelijke gemiddelde voor gezin in t-1 / 944 994 994 994 994 994
Woonlasten t.o.v. landelijke gemiddelde jaar er voor 105,8% 107,3% 118,8% 118,8% 118,8% 118,8%
Terug naar navigatie - 6. Trends en ontwikkelingen risicoprofiel Barendrecht

In deze paragraaf worden de belangrijkste trends en ontwikkelingen in relatie gebracht met de risico’s van de gemeente. De gemeente kan onzekerheden positief beïnvloeden door investeringen en maatregelen te treffen. In deze paragraaf worden onzekerheden en risico’s toegelicht en daarbij worden negatieve scenario’s als input gebruikt. 

Het weerstandsvermogen van de gemeente staat al een langere periode onder druk en dit zal ook nog wel een periode het geval blijven. De gemeente ontvangt ruim de helft van hun inkomsten via een algemene uitkering uit het gemeentefonds. De meeste gemeenten voorzien vanaf 2026 grote tekorten omdat de algemene uitkering met ingang van 2026 terugloopt. Om hierop in te spelen moet er nu al actie worden ondernomen om de product- en dienstverlening op een acceptabel niveau in te kunnen blijven vullen.

De weerstandscapaciteit kan onder ratio 1 uitkomen. Dit houdt in dat er met alleen de algemene reserve onvoldoende buffer is om alle bekende risico’s volledig af te dekken. Hierdoor moet er mogelijk opnieuw geprioriteerd worden, worden bezuinigingsmogelijkheden onderzocht en wordt er naar andere weerstandscomponenten (bijvoorbeeld onbenutte belastingcapaciteit) gekeken om de dekking te herstellen en de dienstverlening op peil te houden. 

 

Project De Stationstuinen. In dit grote project wil de gemeente in een periode van ongeveer 10 jaar een moderne wijk met circa 3.500 woningen realiseren. De ontwikkeling van de risico’s hierbij zal fluctueren. In de fase waarin het project zich bevindt zijn er verschillende scenario’s denkbaar als het gaat om bijvoorbeeld specifieke parkeeroplossingen, aantal parkeerplaatsen, aanbesteding parkeerhubs en verplaatsing van bedrijven. Het hoge prijsniveau van grond-/ brandstoffen, bouwmateriaal en personeel heeft uiteraard ook invloed op de hoogte van het risico dat dient te worden beheerst. Momenteel is dit risicocluster met € 9.123.000 aan maximaal berekend risico de grootste in het risicoprofiel van de gemeente. Er wordt  in dit project rekening gehouden met diverse scenario’s waaronder dat het bestemmingsplan onverhoopt vertraging oploopt of in het meest negatieve geval niet goed wordt gekeurd. 

Besluitvorming over het integrale meerjarige financiële effect van dit project in onze meerjarenbegroting vindt plaats eind 2024. Onderdeel van de besluitvorming is het inzicht geven in het meest actuele risicoprofiel, hoe deze zich ontwikkelt in de tijd en de daarmee samenhangende weerstandsratio’s. Daarom is de bovenstaande € 9.123.000 niet meegenomen in de calculatie van de gemeentelijke weerstandsratio, die berekend wordt op basis van de (vrije) algemene reserve. 

Wanneer we een doorkijkje maken inclusief de totale risico’s van de Stationstuinen, dan zou de weerstandsratio zich als volgt ontwikkelen: 

Ratio weerstandsvermogen
2024 2025 2026 2027 2028
Huidig 1,9 2,4 2,5 1,6 1,3
Incl. De Stationstuinen 0,9 1,1 1,2 0,7 0,6

Binnen het sociaal domein (Wmo, Jeugdwet en Participatiewet) is er in lijn met het landelijke beeld een aanhoudende trend te zien van hoge en/of stijgende kosten. De gemeente heeft hierdoor te maken met alsmaar groeiende uitgaven zonder dat hier adequate structurele financiering tegenover staat. 

 

In de uitvoering van de Jeugdwet is de kans op overschrijding van de beschikbaar gestelde budgetten ook komend jaar groot. De hulpvraag onder jongeren is in aantal cliënten wellicht iets afgenomen, ten aanzien van voorgaande perioden van stijging, maar blijft groot en zeer kostbaar. De daarnaast beperkte beschikbaarheid van passende hulpverlening dragen bij aan het aanhouden van een verstevigd risico in het gemeentelijk risicoprofiel als het gaat om de uitvoering van de Jeugdwet. Het CPB berekent richting 2025 landelijk opnieuw een kostenstijging op de uitvoering van de Jeugdwet oplopend tot ruim 8%.

 

In de uitvoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning zullen de netto kosten en de vraag zeker tot en met 2025 hoog blijven en ook hier wordt landelijk een kostenstijging van 1,5% per jaar verwacht. Uiteraard zal er lokaal binnen het sociaal domein alles aan worden gedaan om de uitvoering zo efficiënt en effectief als mogelijk uit te voeren.

 

De uitvoering van de BUIG (Participatiewet) laat eveneens een negatieve trend zien met een trage maar aanhoudende groei van uitkeringsgerechtigden. Ondanks alle maatregelen op het gebied van preventie, activering en handhaving blijft dit risico stevig in omvang. Ondanks de krapte op de arbeidsmarkt blijkt er in veel gevallen maar beperkt aansluiting te zijn op diezelfde arbeidsmarkt om hier snel positieve verandering in te realiseren. Dit risico is uit het cluster gedecentraliseerde taken gehaald en staat nu als risico BUIG zichtbaar in dit risicoprofiel.

 

ICT/ Informatiebeveiliging en Privacy. De bescherming van alle gevoelige informatie en het aanbieden van moderne en veilige digitale product- en dienstverlening ontkomt ook niet aan oplopende kosten van noodzakelijk onderhoud, beheer en doorontwikkeling. De kosten voor ICT en informatiebeveiliging lopen de laatste jaren sneller op. Burgers verwachten daarbij steeds meer op het gebied van digitale dienstverlening. De gemiddelde kosten op ICT gebied per inwoner per jaar heeft zich inmiddels ontwikkeld tot circa € 105. Deze risico’s maken voor een belangrijk deel onderdeel uit van processen waar De BedrijfsvoeringsPartner zorg voor draagt.

De wetgeving op het gebied van informatiebeveiliging en privacybescherming wijst de gemeente altijd als risico eigenaar aan en stelt harde toenemende eisen aan techniek, inrichting, beschikbare competenties en capaciteit. Dit alles is noodzakelijk om de dienstverlening op peil te houden, maar helaas ook om kwaadwillenden te weren uit onze digitale omgeving. De gemeente werkt hierin nauw samen met de Informatiebeveilingsdienst en De BedrijfsvoeringsPartner.

 

Risico’s De BedrijfsvoeringsPartner: De (niet primaire) taken die vallen onder het technische beheer en het ondersteunen van de product- en dienstverleningsprocessen van de gemeente(n) worden per 1 januari 2024 door De BedrijfsvoeringsPartner uitgevoerd. De bedrijfsvoeringsrisico’s die hierbij bestaan vormen het risicoprofiel van de BedrijfsvoeringsPartner. De gemeente deelt naar rato in het afdekken van een deel van deze risico’s. Dit risico is als één cluster opgenomen in de top 10.

 

Risico’s door garantstellingen: De gemeente verstrekt garantstellingen en neemt hiermee ook risico’s. Op voorhand worden de risico’s afgewogen en wordt gekeken naar de voordelen die er bereikt kunnen worden. Denk hierbij aan het ondersteunen van de lokale economie en maatschappelijke doelen zoals sociale woningbouw en verduurzamingsprojecten. De gemeenten in Nederland zorgen samen met de rijksoverheid voor degelijke vangnetconstructies. Hierdoor zijn de risico’s relatief klein.

 

Bestuurlijke en financiële verhoudingen Rijk en decentrale overheden (risico Rijksbijdrage gemeentefonds): Er is al langere tijd sprake van een (toegenomen) disbalans tussen financiële en bestuurlijke verhoudingen tussen Rijk en decentrale overheden. Zoals eerder aangegeven zorgen de teruglopende bijdragen van het gemeentefonds en de nieuwe verdeel- en berekensystematiek van het gemeentefonds voor grote onzekerheid. 

 

Decentralisaties/ nieuwe & aangepaste wettelijke taken. Het transformeren naar een uitgebalanceerde uitvoeringsorganisatie voor de vanuit het Rijk gedecentraliseerde taken als wel het implementeren en ten uitvoer leggen van nieuwe en aangepaste wetten en regelgeving is en blijft een zeer complexe en uitdagende opgave en waaraan altijd risico’s zijn verbonden.