Binnen het sociaal domein (Wmo, Jeugdwet en Participatiewet) is er in lijn met het landelijke beeld een aanhoudende trend te zien van hoge en/of stijgende kosten. De gemeente heeft hierdoor te maken met alsmaar groeiende uitgaven zonder dat hier adequate structurele financiering tegenover staat. Daarnaast betreft het veelal “open-einde” regelingen waarvan de kosten lastig in te schatten zijn.
In de uitvoering van de Jeugdwet is de kans op overschrijding van de beschikbaar gestelde budgetten ook komend jaar groot. De hulpvraag onder jongeren is in aantal cliënten wellicht iets afgenomen, ten aanzien van voorgaande perioden van stijging, maar blijft groot en zeer kostbaar. De daarnaast beperkte beschikbaarheid van passende hulpverlening dragen bij aan het aanhouden van een onveranderd stevig risico in het gemeentelijk risicoprofiel als het gaat om de uitvoering van de Jeugdwet. Het CPB berekent richting 2026 landelijk een kostenstijging op de uitvoering van de Jeugdwet oplopend tot ruim 5%.
In de uitvoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning zullen de netto kosten en de vraag de komende jaren hoog blijven en ook hier wordt landelijk tenminste tot 2033 een kostenstijging van boven de 2% per jaar verwacht. Uiteraard zal er lokaal binnen het sociaal domein alles aan worden gedaan om de uitvoering zo efficiënt en effectief als mogelijk uit te voeren.
De uitvoering van de BUIG (Participatiewet) laat een vrij stabiel beeld zien. Ondanks alle maatregelen op het gebied van preventie, activering en handhaving blijft dit risico stevig in omvang. Hoewel er zeker sprake is van krapte op de arbeidsmarkt blijkt er in veel gevallen maar beperkt aansluiting te zijn op diezelfde arbeidsmarkt om hier snel positieve verandering in te realiseren. Richting 2026 wordt een lichte stijging in de werkloosheid voorzien.
Schuldhulpverlening, bijzondere bijstand (open eind-regelingen): De groep huishoudens die het risico loopt de vaste lasten niet meer te kunnen betalen neemt toe en beperkt zich niet tot alleen de lage inkomens. Een groeiende groep inwoners en ondernemers zal naar verwachting een beroep gaan doen op ondersteuning bij het voorkomen/beperken van schulden en/of faillissement. De kosten van bijzondere bijstand en schuldhulpverlening zullen de komende jaren waarschijnlijk nog licht blijven stijgen.
ICT/ Informatiebeveiliging en Privacy. De bescherming van alle gevoelige informatie en het aanbieden van moderne en veilige digitale product- en dienstverlening ontkomt ook niet aan oplopende kosten van noodzakelijk onderhoud, beheer en doorontwikkeling. De kosten voor ICT en informatiebeveiliging lopen de laatste jaren sneller op. Burgers verwachten daarbij steeds meer op het gebied van digitale dienstverlening. De gemiddelde kosten op ICT gebied per inwoner per jaar ontwikkelt zich inmiddels naar circa € 110. Deze risico’s maken voor een belangrijk deel onderdeel uit van processen waar De BedrijfsvoeringsPartner zorg voor draagt.
De wetgeving op het gebied van informatiebeveiliging en privacybescherming wijst de gemeente altijd als risico eigenaar aan en stelt harde toenemende eisen aan techniek, inrichting, beschikbare competenties en capaciteit. Dit alles is noodzakelijk om de dienstverlening op peil te houden, maar helaas ook om kwaadwillenden te weren uit onze digitale omgeving. De gemeente werkt hierin nauw samen met de Informatiebeveilingsdienst en De BedrijfsvoeringsPartner.
Risico’s De BedrijfsvoeringsPartner: De (niet primaire) taken die vallen onder het technische beheer en het ondersteunen van de product- en dienstverleningsprocessen van de gemeente(n) worden door De BedrijfsvoeringsPartner uitgevoerd. De bedrijfsvoeringsrisico’s die hierbij bestaan vormen het risicoprofiel van de BedrijfsvoeringsPartner. De gemeente deelt naar rato in het afdekken van een deel van deze risico’s. Dit risico is als één cluster opgenomen in de top 10. Invulling geven aan de bedrijfsvoering voor de gemeenten is uitdagend en vraagt om continue innovatie en ontwikkeling. Waar de gemeenten steeds nieuwe taken krijgen toebedeeld gaat dit in gelijke tred ook op de voor de ondersteuning ervan ten aanzien van de bedrijfsvoering en daarmee de ontwikkeling van het risico.
Risico’s door garantstellingen: De gemeente verstrekt garantstellingen en neemt hiermee ook risico’s. Op voorhand worden de risico’s afgewogen en wordt gekeken naar de voordelen die er bereikt kunnen worden. Denk hierbij aan het ondersteunen van de lokale economie en maatschappelijke doelen zoals sociale woningbouw en verduurzamingsprojecten. De gemeenten in Nederland zorgen samen met de rijksoverheid voor degelijke vangnetconstructies. Hierdoor zijn de risico’s relatief klein.
Bestuurlijke en financiële verhoudingen Rijk en decentrale overheden (risico Rijksbijdrage gemeentefonds): Er is al langere tijd sprake van een (toegenomen) disbalans tussen financiële en bestuurlijke verhoudingen tussen Rijk en decentrale overheden. Zoals eerder aangegeven zorgen de teruglopende bijdragen van het gemeentefonds en de nieuwe verdeel- en berekensystematiek van het gemeentefonds voor grote onzekerheid.
Decentralisaties/ nieuwe & aangepaste wettelijke taken. Het transformeren naar een uitgebalanceerde uitvoeringsorganisatie voor de vanuit het Rijk gedecentraliseerde taken als wel het implementeren en ten uitvoer leggen van nieuwe en aangepaste wetten en regelgeving is en blijft een zeer complexe en uitdagende opgave en waaraan altijd risico’s zijn verbonden.