2. § Weerstandsvermogen en risicobeheersing

1. Aanleiding en achtergrond

Terug naar navigatie - 1. Aanleiding en achtergrond

De Gemeente Barendrecht voert actief beleid op de beheersing van de risico’s die de gemeente loopt. Gekeken wordt naar de maatregelen die worden getroffen om de risico’s af te dekken. Voor de risico’s waarvoor geen maatregelen getroffen kunnen worden, bijvoorbeeld omdat het verzekeren ervan te duur zou zijn, wordt ingeschat welke buffer noodzakelijk is. Dit is de benodigde weerstandscapaciteit. Op basis van de continu geïnventariseerde risico’s en de beschikbare financiële middelen (beschikbare weerstandscapaciteit) is het weerstandvermogen berekend. In dit risicoprofiel worden de belangrijkste trends en ontwikkelingen benoemd en meegewogen.

2. Risicoprofiel

Terug naar navigatie - 2. Risicoprofiel

Door actieve risicobeheersing heeft de gemeente in beeld wat de risico’s zijn en is het mogelijk om het weerstandsvermogen te bepalen. Alle risico’s worden voor zover mogelijk 2 maal per jaar herijkt en er wordt continu geanticipeerd op nieuwe risico’s. Het getoonde risicoprofiel is bepaald vanuit de inventarisatie en analyse zoals uitgevoerd t/m 26 juni 2023. We kijken vanuit de huidige omstandigheden vooruit met als doel een actueel risicoprofiel te presenteren waarin rekening wordt gehouden met realistische scenario’s voor de nabije toekomst.


De belangrijkste trends en ontwikkelingen die van invloed zijn op het risicoprofiel worden kort toegelicht. De gevolgen van  externe invloeden zoals die van de oorlog in Oekraïne, de aanhoudend hoge inflatie, de krappe arbeidsmarkt en de brandstofprijzen laten zich zien en voelen over de hele breedte van het risicoprofiel. De gedeeltelijke ontvlechting van de BAR-Organisatie is verwerkt in het cluster risico m.b.t. de BAR-Organisatie (nieuwe stijl) zoals u die aantreft in de top 10. Het betreft hierbij de risico-inschattingen gericht op de begroting van 2024 zoals deze op dit moment kunnen worden gedaan. De risico’s zullen in de loop van 2024 op basis van de werkelijke situatie verder worden aangescherpt. 


In deze berekening is reeds rekening gehouden met een aan de BAR-Organisatie nieuwe stijl toegekende algemene reserve van maximaal 2% van haar begroting (initiële stand van deze reserve is € 500.000). Het risico van de BAR-Organisatie nieuwe stijl is hierdoor in dit gemeentelijk risicoprofiel flink afgenomen.


In het volgende overzicht worden de belangrijkste (geconsolideerde) risico's gepresenteerd die de grootste invloed hebben bij de bepaling van de benodigde weerstandscapaciteit. Bij ieder risico worden kort de beheersmaatregelen weergegeven. De lijst met belangrijkste risico’s omvat circa 90% van alle geïdentificeerde risico’s.

Tien belangrijkste financiële risico’s gemeente Barendrecht
Nr. Risico Maatregelen/Opmerkingen Klasse Financieel gevolg
1/- Risicocluster Project de Stationstuinen Gecontroleerde projectomgeving, 4 max.€ 7.083.000 +
2/1 Risicocluster tekorten uitvoering gedecentraliseerde taken GRBAR organisatie nieuwe stijl, monitoring/ benchmarking, business intelligence, competentie-ontwikkeling, SPP 4 max.€ 1.500.000 ~
3/4 Risicocluster uitvoering wet- en regelgeving beveiliging data/ informatie/ gegevens/ privacy GRBAR organisatie nieuwe stijl, Proces meldpunt datalekken, beheer register gegevensverzamelingen, Compliance. 5 max.€ 1.000.000 +
4/5 Risicocluster uitvoering Jeugdwet- tekorten die ontstaan in de uitvoering van de Jeugdwet Beperkte invloed, transformatie keten, monitoring/ benchmarking, business intelligence 4 max.€ 1.000.000 +
5/3 Risico dat de BAR-organisatie haar taken niet kan uitvoeren binnen het beschikbaar gestelde budget. GRBAR organisatie nieuwe stijl, monitoring, business intelligence, competentieontwikkeling. 4 max.€ 915.000 -
6/6 Faillissement van derden of instellingen bij wie borgstellingen, garanties, leningen of vorderingen uitstaan kan leiden tot onvoorziene uitgaven. Frequent toepassen audits, Analyse P&C voortgangsrapportages van instellingen. 4 max.€ 1.000.000 ~
7/7 Risico tekorten in open eind-regelingen Schulddienstverlening, Schuldhulp- verlening, bijzondere bijstand Schulddienstverlening: preventie, competentieontwikkeling, business intelligence 5 max.€ 400.000 ~
8/9 Cluster WMO gerelateerde risico's. Overschrijding van budget(ten) Beperkte invloed, GRBAR organisatie, monitoring, business intelligence 5 max.€ 400.000 +
9/8 Risico's projecten Gecontroleerde projectomgeving, scenario-analyse/ risicoanalyse 4 max.€ 500.000 +
10/10 Financiële en imagorisico's op door de gemeente gesubsidieerde instellingen Frequent toepassen audits, voortgangsrapportages van instellingen. 3 max.€ 400.000 ~
Totaal van alle risico 's: € 16.232.000 Bedragen in top 10 zijn afgerond op €1.000
- Risico daalt in de top 10 en/of neemt af.
+ Risico stijgt in de top 10 en/of neemt toe.
~ Risico blijft gelijk in de top 10.
! Aandachtvestiging/opmerking i.v.m. ontwikkelingen

Het bovenstaande overzicht toont risico’s die incidenteel schade op kunnen leveren, met daarbij het maximale financiële gevolg. De onderstaande tabel geeft aan hoe groot de kans is in lengte van tijd. Bijgevoegde tabel geeft aan hoe de spreiding in tijd is terug te vertalen.

Kwantiteit Referentiebeelden Kansklasse Toelichting kansklasse
10% 0 of 1 keer per 10 jaar 1 Deze klasse wordt gehanteerd voor risico’s waarvan het onwaarschijnlijk is dat deze zich in de komende jaren voordoen.
30% 1 keer per 5 – 10 jaar 2 Deze klasse hanteren we voor risico’s waarvan het niet waarschijnlijk is dat ze zich in het komende jaar voordoen.
50% 1 keer per 2 – 5 jaar 3 Deze klasse hanteren we voor risico’s die zich in het komende jaar wel maar ook niet kunnen voordoen.
70% 1 keer per 1 – 2 jaar 4 Deze klasse wordt gehanteerd voor risico’s waarvan het waarschijnlijk is dat ze zich in het komende jaar zullen voordoen.
90% 1 keer per jaar of meer 5 Deze klasse wordt gehanteerd voor risico’s waarvan het zeer waarschijnlijk is dat ze zich in het komende jaar gaan voordoen.

Op basis van de ingevoerde risico's is een zogeheten risicosimulatie uitgevoerd. Wij doe dit met behulp van risicoanalyse software. Hiermee kunnen we met alle risico’s die we lopen 100.000 keer doen alsof deze in meer of mindere mate optreden om zo nauwkeuring mogelijk in te kunnen schatten welke financiële buffer er op dit moment tenminste nodig is. We doen dit vooral omdat het reserveren van het maximale bedrag € 16.232.000 ongewenst is. De risico's zullen immers niet allemaal tegelijk en in hun maximale omvang optreden.

Benodigde weerstandscapaciteit bij verschillende zekerheidspercentages
Percentage Bedrag
10% € 3.770.461
25% € 4.583.573
50% € 5.783.740
75% € 7.298.958
90% € 8.663.028
95% € 9.383.186

Uit de tabel met zekerheidspercentages volgt dat 90% zeker is dat alle risico's kunnen worden afgedekt met een bedrag van € 8.663.028  (benodigde weerstandscapaciteit).

3. Beschikbare weerstandscapaciteit

Terug naar navigatie - 3. Beschikbare weerstandscapaciteit

De beschikbare weerstandscapaciteit van de gemeente Barendrecht bestaat uit het geheel aan middelen dat de organisatie daadwerkelijk beschikbaar heeft om de risico's in financiële zin af te dekken.

Beschikbare weerstandscapaciteit
31-12-2023 31-12-2024 31-12-2025 31-12-2026 31-12-2027
Algemene reserve 14.115.700 8.999.400 9.092.100 10.818.400 9.455.100

4. Relatie benodigde en beschikbare weerstandscapaciteit

Terug naar navigatie - 4. Relatie benodigde en beschikbare weerstandscapaciteit

Om te bepalen of het weerstandsvermogen toereikend is, dient de relatie te worden gelegd tussen de financieel gekwantificeerde risico's en de daarbij gewenste weerstandscapaciteit en de beschikbare weerstandscapaciteit. De benodigde weerstandscapaciteit die uit de risicosimulatie voortvloeit kan worden afgezet tegen de beschikbare weerstandscapaciteit. De uitkomst van die berekening vormt het weerstandsvermogen.

31-12-2023
Ratio weerstandsvermogen 0 Beschikbare weerstandscapaciteit 0 14.115.700 0 1,63
Benodigde weerstandscapaciteit 8.663.000
31-12-2024
Ratio weerstandsvermogen 0 Beschikbare weerstandscapaciteit 0 8.999.400 0 1,04
Benodigde weerstandscapaciteit 8.663.000
31-12-2025
Ratio weerstandsvermogen 0 Beschikbare weerstandscapaciteit 0 9.092.100 0 1,05
Benodigde weerstandscapaciteit 8.663.000
31-12-2026
Ratio weerstandsvermogen 0 Beschikbare weerstandscapaciteit 0 10.818.400 0 1,25
Benodigde weerstandscapaciteit 8.663.000
31-12-2027
Ratio weerstandsvermogen 0 Beschikbare weerstandscapaciteit 0 9.455.100 0 1,09
Benodigde weerstandscapaciteit 8.663.000

Het ratio weerstandsvermogen van de gemeente Barendrecht valt met 1.63  binnen klasse B, wat staat voor ruim voldoende weerstandsvermogen.

Weerstandsnorm
Waarderingscijfer Ratio Betekenis
A > 2,0 Uitstekend
B 1,4 – 2,0 Ruim voldoende
C 1,0 – 1,4 Voldoende
D 0,8 – 1,0 Matig
E 0,6 – 0,8 Onvoldoende
F < 0,6 Ruim onvoldoende

5. Kengetallen

Terug naar navigatie - 5. Kengetallen

In de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing in de begroting en het jaarverslag worden kengetallen opgenomen voor de netto schuld quote, de netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen, de schuldratio, de solvabiliteitsratio, de structurele exploitatieruimte, de grondexploitatie en de belastingcapaciteit. Deze kengetallen maken het de leden van de gemeenteraad gemakkelijker om inzicht te krijgen in de financiële positie van de gemeente.

Kengetallen Realisatie 2022 Prognose 2023 Prognose 2024 Prognose 2025 Prognose 2026 Prognose 2027
Netto schuldquote 85,2% 103,6% 119,5% 116,0% 122,5% 105,4%
Solvabiliteitsratio 26,1% 21,3% 17,9% 18,3% 16,8% 17,5%
Structurele exploitatieruimte -3,4% -2,6% -1,4% 1,3% -1,0% 0,1%
Grondexploitatie 3,3% 1,2% 0,9% -1,7% 1,9% -4,1%
Belastingcapaciteit 111,6% 110,5% 109,7% 109,7% 109,7% 109,7%

De kengetallen laten op de kengetallenmonitor voor de schuldquote een middelhoge score zien en voor de solvabiliteitsratio, structurele exploitatieruimte en belastingcapaciteit een hoge risicoscore. De grondexploitatie heeft een lage risicoscore.

De waarden van de kengetallen zijn ingedeeld in 3 categorieën.
Deze categorieën sluiten aan bij de landelijk vastgestelde signaleringswaarden.
Categorie A is het minst risicovol, categorie C het meest.

Kengetal Categorie A Categorie B Categorie C
Netto schuldquote <90% 90-130% >130%
Solvabiliteitsratio >50% 20-50% <20%
Structurele exploitatieruimte >0% 0% <0%
Grondexploitatie <20% 20-35% >35%
Belastingcapaciteit <95% 95-105% >105%

De netto schuldquote geeft inzicht in het niveau van de schuldenlast van de gemeente ten opzichte van de eigen middelen. Het geeft zodoende een indicatie in welke mate de rentelasten en aflossingen op de exploitatie drukken. Omdat bij leningen er onzekerheid kan bestaan of deze allemaal terug worden betaald, wordt bij de berekening van de netto schuldquote onderscheid gemaakt door het kengetal zowel inclusief als exclusief de doorgeleende gelden te berekenen. Op die manier wordt duidelijk wat het aandeel van de verstrekte leningen in de exploitatie is en ook wat dat betekent voor de schuldenlast. De kengetallen fluctueren nogal. Dit komt omdat het  percentage volgens de voorschriften bepaald moet worden op basis van de begrote inkomsten.  De berekening is als volgt:

bedragen * 1.000
Netto schuldquote Realisatie Prognose Prognose Prognose Prognose Prognose
2022 2023 2024 2025 2026 2027
Vaste schulden + 116.835 118.674 147.523 144.777 152.597 136.576
Netto vlottende schuld + 7.383 20.552 20.487 20.340 20.519 21.068
Overlopende passiva + 22.653 22.653 22.653 22.653 22.653 22.653
Totale bruto schuld 146.871 161.879 190.663 187.770 195.769 180.297
Financiële activa (verstrekte leningen) - 1.166 1.153 1.150 1.148 1.146 1.146
Uitzettingen < 1 jaar - 15.696 11.141 11.141 11.141 11.141 11.141
Liquide middelen - 333 0 0 0 0 0
Overlopende activa - 13.744 13.744 13.744 13.744 13.744 13.744
Totale netto schuld 115.932 136.994 165.778 162.885 170.884 155.412
H. Totale saldo van baten (excl. mut. res.) 136.128 132.261 138.722 140.407 139.554 147.485
Netto schuldquote 85,2% 103,6% 119,5% 116,0% 122,5% 105,4%

De schuldquote blijft de komende jaren in de klasse middel risico, in verband met de financiering van investeringen. In de meerjarenbalans is te zien dat de boekwaarde van de activa de komende jaren hoog blijft.

De solvabiliteit geeft aan welk gedeelte van het bezit met eigen vermogen is gefinancierd. Dit is  ca. 18% voor 2024, wat betekent dat 82% met vreemd vermogen is gefinancierd. 

bedragen * 1.000
Solvabiliteit Realisatie Prognose Prognose Prognose Prognose Prognose
2022 2023 2024 2025 2026 2027
A. Eigen vermogen + 56.714 46.322 43.197 43.438 40.722 39.475
B. Totaal passiva / 217.678 217.227 241.506 237.655 241.827 225.297
Solvabiliteit 26,1% 21,3% 17,9% 18,3% 16,8% 17,5%

De structurele exploitatieruimte is van belang om te kunnen beoordelen welke structurele ruimte de gemeente heeft om de eigen lasten te dragen. Structurele baten zijn bijvoorbeeld de algemene uitkering en opbrengsten uit de onroerende zaak belasting. Een positief percentage betekent dat de structurele baten toereikend zijn om de structurele lasten (inclusief rente en aflossingen van leningen) te dekken. 

bedragen * 1.000
Structurele exploitatieruimte Realisatie Prognose Prognose Prognose Prognose Prognose
2022 2023 2024 2025 2026 2027
A. Saldo van baten en lasten + -518 -10.392 -3.125 241 -2.716 -1.247
B. Toevoegingen en onttrekkingen aan reserves + 4.777 6.026 3.218 1.485 1.353 1.313
C. Begrotingssaldo = A+B 4.259 -4.366 93 1.726 -1.363 66
overschot tekort overschot overschot tekort overschot
D. Waarvan incidentele baten en lasten - 8.923 -952 2.073 -36 -36 -36
E. Structureel begrotingssaldo = C-D -4.664 -3.414 -1.980 1.762 -1.327 102
tekort tekort tekort overschot tekort overschot
F. Totale saldo van baten (excl. mut. res.) / 136.128 132.261 138.822 140.407 139.554 147.485
G. Structurele exploitatieruimte =E/F -3,4% -2,6% -1,4% 1,3% -1,0% 0,1%

Het kengetal grondexploitatie geeft weer hoe de waarde van de grond zich verhoudt tot de totale (geraamde) baten. De boekwaarde van de voorraden grond is van belang, omdat deze waarde moet worden terugverdiend bij de verkoop. Hoe lager het percentage hoe beter.

bedragen * 1.000
Grondexploitatie Realisatie Prognose Prognose Prognose Prognose Prognose
2022 2023 2024 2025 2026 2027
A. Bouwgronden in exploitatie + 4.499 1.634 1.220 -2.396 2.637 -5.978
Totale bouwgronden 4.499 1.634 1.220 -2.396 2.637 -5.978
B. Totale saldo van baten (excl. mut. res.) / 136.128 132.261 138.772 140.407 139.554 147.485
Grondexploitatie 3,3% 1,2% 0,9% -1,7% 1,9% -4,1%

De belastingcapaciteit geeft inzicht hoe de belastingdruk in de gemeente zich verhoudt ten opzichte van het landelijke gemiddelde. Coelo heeft de definitie van de WOZ-waarde aangepast naar alleen de waarde van de koopwoningen. Daarvoor werd uitgegaan van de waarde van de koop- en huurwoningen tezamen. De gemiddelde WOZ-waarde van koopwoningen geeft een beter beeld van de gemiddeld betaalde ozb door huishoudens met een koopwoning. Hierdoor valt de OZB-waarde en dus de berekende OZB-last in onderstaand overzicht hoger uit ten opzichte van vorige overzichten van de woonlasten. Barendrecht zit in 2024 boven het landelijk gemiddelde met 109,7%. Hier zit wel een licht dalende trend ten opzichte van 2022 en 2023. Het percentage is gebaseerd op de woonlasten van een meerpersoonshuishouden.

bedragen * 1.000
Belastingcapaciteit Realisatie Realisatie Prognose Prognose Prognose Prognose
2022 2023 2024 2025 2026 2027
A. OZB-lasten voor gezin bij gemiddelde WOZ-waarde + 415 410 426 426 426 426
B. Rioolheffing voor gezin bij gemiddelde WOZ-waarde + 188 193 199 199 199 199
C. Afvalstoffenheffing voor een gezin + 302 396 411 411 411 411
D. Eventuele heffingskorting voor een gezin - 0 0 0 0 0 0
Totale woonlasten voor gezin bij gemiddelde WOZ-waarde 905 999 1.036 1.036 1.036 1.036
E. Woonlasten landelijke gemiddelde voor gezin in t-1 / 811 904 944 944 944 944
Woonlasten t.o.v. landelijke gemiddelde jaar er voor 111,6% 110,5% 109,7% 109,7% 109,7% 109,7%
Terug naar navigatie - 6. Trends en ontwikkelingen risicoprofiel Barendrecht

In deze paragraaf worden de belangrijkste trends en ontwikkelingen in relatie gebracht met de risico’s van de gemeente. De gemeente kan onzekerheden positief beïnvloeden door investeringen en maatregelen te treffen. In deze paragraaf worden onzekerheden en risico’s toegelicht en daarbij worden negatieve scenario’s als input gebruikt. 


Project de Stationstuinen: In dit grote project wordt in een periode van ongeveer 10 jaar een moderne wijk met circa 3500 woningen gerealiseerd. De ontwikkeling van de risico’s hierbij zal fluctueren. In de fase waarin het project zich bevindt zijn er verschillende scenario’s denkbaar als het gaat om bijvoorbeeld specifieke parkeeroplossingen en mogelijke verwerving van grond. Het hoge prijsniveau van grond-/ brandstoffen, bouwmateriaal en personeel heeft uiteraard ook invloed op de hoogte van het risico dat dient te worden beheerst. Momenteel is dit risicocluster met circa € 7 mio aan maximaal berekend risico de grootste in het risicoprofiel van de gemeente. Gezien de omvang van het project is er geen sprake van een buitensporig risico. Derhalve wordt er ook rekening gehouden met scenario’s waarin het bestemmingsplan onverhoopt vertraging oploopt of in het meest negatieve geval niet goed wordt gekeurd.

Binnen het sociaal domein is landelijke een aanhoudende trend te zien van stijgende kosten als het gaat om de Wmo en de Jeugdwet. De kosten voor de uitvoering van de participatiewet zijn stabieler. De omvangrijke bezuinigingsplannen van het kabinet op de uitvoering van de Jeugdzorg zijn vooruit geschoven maar zullen komende jaren uitgevoerd gaan worden. De toenemende hulpvraag onder jongeren is zorgelijk en de beperkte beschikbaarheid van passende hulpverlening dragen bij aan het aanhouden van een stevige risico’s in het gemeentelijk risicoprofiel. 

Decentralisaties/ nieuwe & aangepaste wettelijke taken. Het transformeren naar een uitgebalanceerde uitvoeringsorganisatie voor de vanuit de het rijk gedecentraliseerde taken als wel het implementeren en ten uitvoer leggen van nieuwe en aangepaste wetten en regelgeving is en blijft een zeer complexe en uitdagende opgave en vormt een groot risico.

ICT/ Informatiebeveiliging. De bescherming van alle gevoelige informatie en het aanbieden van moderne en veilige digitale product- en dienstverlening ontkomt ook niet aan oplopende kosten van noodzakelijk onderhoud, beheer en doorontwikkeling. De kosten voor ICT  en informatiebeveiliging lopen de laatste jaren sneller op. Burgers verwachten daarbij steeds meer op het gebied van digitale dienstverlening. De gemiddelde kosten op ICT gebied per inwoner ontwikkelt zich komende periode voorbij de € 100. Het risico dat wordt opgenomen in het risicoprofiel neemt qua invloed toe en stijgt in de top 10 .

De BAR organisatie nieuwe stijl zal zich in 2024 specifiek bezig gaan houden met de bedrijfsvoering voor en namens de gemeente en is niet langer de uitvoeringsorganisatie. De mensen werkzaam binnen de primaire taakvelden gaan met ingang van 2024 over naar de BAR gemeenten. Het risico bestaat dat de krappe arbeidsmarkt niet of minder voorziet in geschikte kandidaten voor de diverse vacatures die hier straks vacant zijn/komen. Het risico bestaat dat het personeelsverloop toeneemt door al de veranderingen in 2024. Het ziekteverzuim ligt over een langere periode al boven het landelijke gemiddelde en vormt  ook komende periode een risico. De kans dat er meer kosten worden gemaakt voor inhuur is hiermee groot. 

Ontvlechting BAR organisatie: Na de zomer wordt de plaatsing van het personeel afgerond en wordt duidelijker welke risico’s de gemeente kan lopen op de uitvoerbaarheid van de primaire taken per 1 januari 2024, als het gaat om de feitelijke bezetting. De meeste medewerkers zullen hun werk volgen in de nieuwe situatie. 
De (niet primaire) taken die vallen onder het technische beheer en het ondersteunen van de product- en dienstverlening van de gemeente(n) blijven bij de BAR-Organisatie nieuwe stijl. Bedrijfsvoeringsrisico’s blijven per 2024 dus ook de kern van het risicoprofiel van de BAR-Organisatie nieuwe stijl. De risico’s voor de uitvoering van de wetten en regels, het leveren van producten en diensten (primaire taken) door de gemeenten blijven dus ook in de nieuwe situatie de kern van het risicoprofiel van de gemeente. 

De oorlog in Oekraïne heeft gevolgen voor de gemeente. Het realiseren van opvang en huisvesting voor de korte en langere termijn organiseren kunnen van invloed zijn op de benodigde weerstandscapaciteit. Er gaat ambtelijke capaciteit naar de opvang, begeleiden, huisvesten van vluchtelingen en de administratieve (financiële) organisatie hieromtrent. Aan de opvangtaak van de gemeente zijn vergoedingen gekoppeld. Vooralsnog geldt de insteek dat de gemeente geen financiële schade op mag lopen door de taken die hierin ontstaan. We houden er rekening mee dat de kans op financiële schade als gevolg van de oorlog alsnog kan ontstaan met het aanhouden er van. 

Hoge energieprijzen, hoge inflatie: Niet alleen van gas, olie en benzine, maar ook van voedingsmiddelen, ruwe grondstoffen en bouwmaterialen blijven de prijzen stijgen. Dit zorgt ervoor dat de inflatie naar verwachting voorlopig flink boven gemiddelde waarde blijft. De koopkracht neemt vooralsnog af en voor steeds meer huishoudens, bedrijven en instellingen kan dit problemen op gaan leveren. Bouw- en onderhoudskosten lopen eveneens op en kunnen tot hogere uitgaven leiden.

Schuldhulpverlening, bijzondere bijstand: De groep huishoudens die het risico loopt de vaste lasten niet meer te kunnen betalen neemt toe en beperkt zich niet tot vooral de lage inkomens. Een groeiende groep inwoners en ondernemers zal naar verwachting een beroep gaan doen op ondersteuning bij het voorkomen/beperken van schulden en/of faillissement. 

De gemeente zal ook steeds meer last krijgen van bovengenoemde ontwikkelingen als het gaat om bijvoorbeeld het assetmanagement (beheer en onderhoud van gemeentelijke eigendommen zoals gebouwen, gemalen etc..). Bouw- en onderhoudsbedrijven hebben veel werk terwijl personeel schaars is en grondstoffen en bouwmateriaal veel duurder worden.

Bestuurlijke en financiële verhoudingen Rijk en decentrale overheden (risico Rijksbijdrage gemeentefonds) Er is sprake van een (toegenomen) disbalans tussen financiële en bestuurlijke verhoudingen tussen Rijk en decentrale overheden. Onder andere de schommelingen in de bijdragen van het gemeentefonds en onzekerheid over de toekomst van de verdeling van het gemeentefonds vormt een risico.