4. § Financiering

Algemeen

Terug naar navigatie - Algemeen

In de paragraaf financiering beschrijven we de plannen en acties op het gebied van liquiditeitsbeheer, de financiële positie en de hieraan verbonden risico’s voor de jaren 2024 tot en met 2027. Naast enkele onderwerpen die verplicht onderdeel uitmaken van deze paragraaf, gaan we ook in op een aantal ontwikkelingen die van belang zijn voor een goede uitvoering van de treasuryfunctie.

Wettelijke kaders en Treasurystatuut
De wettelijke kaders rondom de financieringsfunctie zijn vastgelegd in de Wet Financiering Decentrale Overheden (Fido). Beheersing van de financiële risico’s speelt daarin een belangrijke rol. De uitwerking van deze kaders zijn vastgelegd in de financiële verordening 2023 en het treasurystatuut 2018. Het treasurystatuut zal eind 2023 worden herzien. Het college heeft 2021 de nota garantstellingen en leningen 2021 vastgesteld. In deze nota zijn de spelregels en beleidskaders rondom garantstellingen en leningen vastgelegd, bedoeld als uitwerking van hetgeen in het treasurystatuut is opgenomen.

Rentevisie en beleid

Terug naar navigatie - Rentevisie en beleid

Rente speelt een belangrijke rol in de begroting. Het is, gezien de omvang van de bedragen, gewenst uw raad inzicht te geven in de keuzemogelijkheden en de factoren die invloed op de rente hebben. Dit alles vatten wij samen onder de term ‘rentebeleid’. We maken daarbij onderscheid tussen korte en lange rente. Van korte rente is sprake bij leningen tot maximaal 1 jaar en van lange rente bij termijnen van 1 jaar of langer. Het is van belang de renteontwikkelingen op de kapitaalmarkt te volgen vanwege de mogelijke risico’s die deze voor ons inhouden. Wij volgen deze ontwikkelingen nauwlettend en maken gebruik van de (online) informatie van een aantal geldverstrekkers. De rente is de afgelopen jaren historisch laag geweest. De vooruitzichten voor de wereldeconomie zijn als gevolg van de oorlog in Oekraïne nogal onzeker. In eerste instantie stegen de prijzen van energie en grondstoffen sterk. Begin 2023 zijn de economische vooruitzichten weer wat verbeterd mede doordat de prijzen van olie en gas weer wat zijn gedaald. Overheden hebben bovendien maatregelen genomen om de gevolgen van de hoge prijzen te verlichten, echter de reële beschikbare inkomens van de inwoners zullen dalen. Het IMF verwacht voor 2024 een groei van rond 3%. De centrale banken zijn bezig met maatregelen om de inflatie onder controle te krijgen omdat de verwachting is dat deze boven de doelstelling blijft. De verwachting is dan ook dat de rente, met name voor de kortere looptijden, nog verder zal oplopen.  De rente voor een kasgeldlening (looptijd < 1 jaar) was de afgelopen jaren negatief. Ook deze rente kent een stijgende trend. Zolang het gunstiger is om voor liquiditeitstekorten een kasgeldlening af te sluiten in plaats van gebruik te maken van de kredietfaciliteit op de rekening courant, maken we gebruik van deze faciliteit met inachtneming van de kasgeldlimiet.

Rentevisie BNG
De inflatie blijft zowel dit jaar als in 2024 duidelijk boven de doelstelling van de Europese Centrale Bank (ECB). De ECB zal het monetaire beleid verder verkrappen. Hierdoor lopen de rentetarieven in met name de kortere looptijden verder op. 

Actueel Over een jaar
Prognose BNG
euribor 3 mnd 3,35% 4,0-4,2%
euroswap 5 jaar 2,96% 3,7-3,9%
euroswap 10 jaar 2,94% 3,4-3,6%
euroswap 30 jaar 2,61% 2,9-3,1%

Renterisicobeheer

Terug naar navigatie - Renterisicobeheer

In dit onderdeel krijgt u inzicht in de renterisico’s van de gemeente. Risicobeheersing vormt één van de pijlers van de Wet Fido. Voor de bepaling van de renterisico’s die verbonden zijn aan de uitvoering van de treasuryfunctie zijn twee normen verplicht gesteld:

  • De rente-risiconorm heeft betrekking op leningen met een looptijd vanaf 1 jaar;
  • En de kasgeldlimiet op leningen met een looptijd tot maximaal 1 jaar.

Het doel van deze normen is om de budgettaire risico’s als gevolg van rentestijging te beperken.

Renterisiconorm
De renterisiconorm heeft als doel de risico’s te beperken van een toekomstig stijgende kapitaalmarktrente bij herfinanciering (van aflossingen op bestaande leningen) en renteherzieningen op bestaande langlopende leningen. Door toepassing van deze norm ontstaat een goede spreiding van de langlopende leningenpositie, waardoor dit renterisico gelijkmatig over de jaren wordt verdeeld. Jaarlijks komt maximaal 20% van het begrotingstotaal in aanmerking voor herfinanciering en/of renteherziening. Van renteherziening is sprake als in de leningsovereenkomst is bepaald dat de rente gedurende de looptijd in een bepaald jaar wordt aangepast. Onder herfinanciering verstaan we het afsluiten van nieuwe leningen ter vervanging van bestaande financieringen en/of aflossingen op de bestaande leningenportefeuille. Het onderstaande overzicht maakt duidelijk dat er ruimte is binnen de renterisiconorm om eventuele extra investeringen of uitgaven ten behoeve van de grondexploitatie met lang vreemd vermogen te financieren. 

RENTERISICONORM EN RENTERISICO'S VAN DE VASTE SCHULD
bedragen * 1.000
2024 2025 2026 2027
Renterisico op vaste schuld begroot begroot begroot begroot
1. Netto renteherziening op vaste schuld 0 0 0 0
2. Betaalde aflossingen 10.215 11.215 24.386 23.886
3. Renterisico op vaste schuld (1+ 2) 10.215 11.215 24.386 23.886
Renterisiconorm
4a. Begrotingstotaal 2024 143.033
4b. Het bij ministeriële regeling vastgestelde percentage 20%
4. Renterisiconorm 28.607
Toets Renterisiconorm
5a Ruimte onder renterisiconorm (4 - 3) 18.392

Kasgeldlimiet
Met de kasgeldlimiet heeft de wetgever een norm gesteld voor het maximum bedrag aan kortlopende middelen Met de kasgeldlimiet heeft de wetgever een norm gesteld voor het maximum bedrag aan kortlopende middelen (looptijd tot maximaal een jaar) waarmee de gemeente haar activiteiten mag financieren. Het doel van deze limiet is het risico te voorkomen dat fluctuaties van de korte rente direct grote impact hebben op de rentelasten tijdens het boekjaar. Wanneer in drie opeenvolgende kwartalen de kasgeldlimiet wordt overschreden, dient dit te worden gemeld bij de toezichthouder, de Provincie Zuid-Holland, inclusief een plan om weer te voldoen aan de kasgeldlimiet. Hieronder is een prognose opgenomen van de kasgeldlimiet over 2024. Als er sprake is van een liquiditeitstekort, wordt afgewogen of het zinvol is om gebruik te maken van kortlopende of langlopende financiering, afhankelijk van de rentestand en de financieringsbehoefte. 

bedragen x 1.000
1e kw. 2e kw 3e kw 4e kw
Totaal vlottende schuld 12.000 12.000 12.000 12.000
Totaal vlottende middelen 1.000 1.000 1.000 1.000
Gemiddeld saldo schuld (+) of overschot (-) 11.000 11.000 11.000 11.000
Kasgeldlimiet 12.158 12.158 12.158 12.158
Begrotingstotaal 2024 143.033
vastgestelde percentage 8,5%
Ruimte onder kasgeldlimiet 1.158 1.158 1.158 1.158

Liquiditeitsplanning en financieringsbehoefte

Terug naar navigatie - Liquiditeitsplanning en financieringsbehoefte

De financieringspositie wordt bepaald door diverse factoren, zoals de ontwikkeling van het investeringsniveau en –tempo, wisselende baten in de grondexploitaties en mutaties in de geldleningenportefeuille. Met een liquiditeitenplanning brengen we meer structuur aan in de verwachte inkomsten en uitgaven.

Financiering activa
De activa van de gemeente zijn per begin 2024 naar verwachting als volgt gefinancierd:

bedragen * 1.000
verwachting per 1-1-2024
Boekwaarde activa 187.629
Vaste financieringsmiddelen:
Reserves en Voorzieningen 55.348
Langlopende leningen 105.973
161.321
Financieringstekort 26.308

Leningenportefeuille
Bij een structureel liquiditeitstekort sluiten we een langlopende geldlening af. We hanteren de marktrente en berekenen jaarlijks de gemiddelde rente over de bestaande langlopende leningen (per 1 januari 2024 is deze gemiddeld  1,22%). In onderstaand overzicht is het verloop van de reeds langlopende leningen en de, op grond van de financieringsbehoefte, verwachte nieuw af te sluiten langlopende leningen opgenomen.  Zoals uit het financieringsoverzicht blijkt, zijn de begrote inkomsten en uitgaven, de investeringsbedragen en de inkomsten en uitgaven uit grondexploitaties niet voldoende om deze met eigen middelen of kortlopende leningen (meerjarig) te kunnen financieren. Uitgaande van de begrote investeringsplanning betekent dit dat in 2024 een langlopende lening van €20 miljoen benodigd is (2025: €10 miljoen; 2026: €15 miljoen; 2027 € 15 miljoen). Aanpassingen van de investeringsplanning of de grondexploitaties en daaruit voortvloeiende wijziging van de financieringsbehoefte verwerken we in de tussenrapportages. 

Overzicht Langlopende Leningen (bedragen x € 1.000)
1-1-2024 1-1-2025 1-1-2026 1-1-2027
Stand leningen 105.973 115.758 114.543 118.657
Nieuwe lening 20.000 10.000 15.000 15.000
Reguliere aflossingen 10.215 10.215 9.386 8.886
Aflossingen nieuwe leningen 0 1.000 1.500 2.250

EMU-saldo
Hieronder wordt een beeld geschetst van het verwachte verloop van het EMU-saldo over de periode 2023 tot en met 2027. De gemeentelijke systematiek van nu investeren en afschrijven over een reeks van jaren, strookt niet met de manier waarop het EMU-saldo wordt berekend. Investeringen in een jaar worden direct ten laste gebracht van het EMU-saldo. Hierdoor ontstaat een negatief effect op het EMU-saldo. 

bedragen * 1.000
Overzicht EMU-saldo 2023 2024 2025 2026 2027
Exploitatiesaldo vóór toevoeging en onttrekkingen aan reserves (+) + -10.392 -3.125 241 -2.716 -1.247
Mutatie vaste activa (-) - 7.316 24.696 -233 -859 -7.915
Mutatie voorzieningen (+) + -1.819 -1.380 -1.199 -1.111 189
Mutatie voorraden (-) - 382 -414 -3.616 5.033 -8.615
Totaal EMU-saldo -19.909 -28.787 2.891 -8.001 15.472
- = tekort en + = overschot

Uitzettingen

Terug naar navigatie - Uitzettingen

Op grond van de Regeling Schatkistbankieren zijn decentrale overheden verplicht om overtollige liquide middelen aan te houden in de schatkist van het Rijk. Overtollige middelen kunnen ook tijdelijk via deposito’s bij de schatkist worden aangehouden. De hoogte van de rentevergoeding is gelijk aan de rente waartegen de Nederlandse Staat zichzelf financiert op de geld- en kapitaalmarkten (de zogenoemde ‘inleenrente’). Deze rente is op dit moment nog vrijwel nihil. Bij overliquiditeit maken wij daarom geen gebruik van de mogelijkheid om dit op een deposito te zetten.
Volgens het treasurystatuut kunnen, in het geval van tijdelijke liquiditeitstekorten en -overschotten, de BAR-organisatie en de drie gemeenten elkaar onderling kasgeldleningen verstrekken tegen een marktconforme rente. Zolang de rente op kasgeldleningen gunstiger is, benutten we deze faciliteit niet.

Verstrekte leningen

Terug naar navigatie - Verstrekte leningen

Onderstaand overzicht geeft een beeld van de leningen die zijn verstrekt aan derden. Wanneer bij deze leningen sprake is van een variabele rente, wordt bij de renteberekening uitgegaan van het 1 maands Euribor per rentevervaldatum.  

Kredietrisico op verstrekte leningen
Naam geldnemer % Saldo Saldo
uitzetting Mutaties uitzetting
1-1-2024 in 2024 31-12-2024
BAR-Organisatie n.v.t. 7.589 -2.546 5.043
Totaal verstrekte gelden 7.589 -2.546 5.043

Renteomslag

Terug naar navigatie - Renteomslag

Het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) schrijft voor dat rente via de taakvelden wordt toegerekend aan de programma’s. Door gebruik te maken van een renteomslag wordt de manier van verantwoorden van de rente in de begroting geharmoniseerd. Op advies van de commissie BBV wordt voor het berekenen van de renteomslag onderstaand model gebruikt. Hiermee geven we inzicht in de rentelasten voor externe financiering, het renteresultaat en de wijze van rentetoerekening. Het BBV schrijft voor dat de gehanteerde omslagrente niet meer dan 0,5% mag afwijken van de berekende omslagrente. Conform onderstaande berekening komen we voor 2024 uit op een gemiddelde renteomslag percentage van 0,81%. Voor 2024 hanteren we een omslagpercentage van afgerond 1% (afwijking betreft alleen afronding en is dus niet meer dan 0,5%).

Schema rentetoerekening
a1. Externe rentelasten over lange financiering +/+ 1.620.000
a2. Externe rentelasten over korte financiering +/+ 10.000
b1. Externe rentebaten over lange financiering -/- 200
b2. Externe rentebaten over korte financiering -/- 5.000
Saldo rentelasten en rentebaten 1.624.800
c1. Rente die doorberekend wordt aan de grondexploitaties -/- 112.000
c2. Rentelast projectfinanciering die doorgerekend wordt aan betreffende taakveld -/- 24.500
c3. Rentebaat projectfinanciering die doorgerekend wordt aan betreffende taakveld +/+ 24.500
Aan taakvelden toe te rekene externe rente 1.512.800
d1. Rente over het eigen vermogen +/+ 0
d2. Rente over voorzieningen +/+ 0
Totaal aan taakvelden toe te rekenen rente 1.512.800
e. Werkelijk aan taakvelden toegerekende rente (renteomslag) -/- 1.915.900
f. Renteresultaat op het taakveld treasury -403.100
Toe te rekenen rente 1.512.800
Boekwaarde per 1-1-2024 187.629.000
Gemiddelde rente 0,81%

Garantstelling

Terug naar navigatie - Garantstelling

In het verleden zijn regelmatig garantstellingen geweest voor leningen aan derden. Met het oog op de financiële risico’s die de gemeente hierbij loopt, gaan wij terughoudend om met het honoreren van deze aanvragen. Alleen als het maatschappelijk belang ermee gediend is en er voldoende zekerheden gesteld worden, wordt een garantie verleend. Per 1 januari 2023 is het totaal van de directe garantstellingen € 10,5 miljoen. Het totaal van de garantstellingen met een achtervangfunctie via het Waarborgfonds Sociale Woningbouw is € 71,1 miljoen. Het risico dat de gemeente loopt bij deze garantstellingen is meegenomen in de berekening van het weerstandvermogen.

Relatiebeheer

Terug naar navigatie - Relatiebeheer

Met de Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) vindt periodiek overleg plaats, waarbij we nieuwe ontwikkelingen bespreken. Verschillende kredietverstrekkers geven regelmatig adviezen over het aantrekken en uitzetten van gelden Ook in 2024 maken we gebruik van de verschillende adviserende instanties om optimaal te kunnen profiteren van de beschikbare financiële instrumenten. In ons treasury-statuut hebben wij de administratieve organisatie, interne controle en informatievoorziening uitvoerig beschreven.