Uitgaven

18,07%
€ 27.421.809
18,07% Complete

Inkomsten

12,71%
€ -19.446.429
12,71% Complete

Saldo

644,03%
€ 7.975.380

Programma 4 Leren, werken en ondernemen

Uitgaven

18,07%
€ 27.421.809
18,07% Complete

Inkomsten

12,71%
€ -19.446.429
12,71% Complete

Saldo

644,03%
€ 7.975.380

Foto programma4

 

Beschrijving
Binnen het programma Leren, werken en ondernemen komen de activiteiten op het gebied van economie, onderwijs en arbeidsparticipatie aan de orde.

Wat willen we bereiken?

Terug naar navigatie - Wat willen we bereiken?

We ondersteunen onze ondernemers

Terug naar navigatie - We ondersteunen onze ondernemers

Wat hebben we daarvoor gedaan?

Beleidsindicatoren Besluit Begroting en Verantwoording (BBV)

Terug naar navigatie - Beleidsindicatoren Besluit Begroting en Verantwoording (BBV)
Nr. BBV Indicator Beschrijving indicator Jaarstukken 2020 Begroting 2020
BD NL BD NL
1. Demografische druk (bron: CBS) De som van het aantal personen van 0 tot 20 jaar en 65 jaar of ouder in verhouding tot de personen van 20 tot 65 jaar. 76,0% (2020) 70,0% (2020) 75% (2018) 69,6% (2018)
2. Banen (bron: LISA) Het aantal banen, per 1.000 inwoners in de leeftijd van 15-64 jaar. 867,3 (2019) 792,1 (2019) 846,4 (2018) 774,0 (2018)
3. Vestigingen (bron: LISA) Het aantal vestigingen van bedrijven, per 1.000 inwoners in de leeftijd van 15-64 jaar. 131,3 (2019) 151,6 (2019) 129,4 (2018) 145,9 (2018)
4. Netto arbeidsparticipatie (bron: CBS) Het percentage van de werkzame beroepsbevolking ten opzichte van de beroepsbevolking. 73,2% (2019) 68,8% (2019) 71,7% (2018) 67,8% (2018)
5. Functiemenging (bron: CBS BAG / LISA - bewerking ABF Research) De functiemengingsindex (FMI) weerspiegelt de verhouding tussen banen en woningen, en varieert tussen 0 (alleen wonen) en 100 (alleen werken). Bij een waarde van 50 zijn er evenveel woningen als banen. 58,6% (2019) 53,2% (2019) 57,9% (2018) 52,8% (2018)
6. Voortijdige schoolverlaters tot (VO + MBO) % (bron: DUO) Het percentage van het totaal aantal leerlingen (12 - 23 jaar) dat voortijdig, dat wil zeggen zonder startkwalificatie, het onderwijs verlaat. 1,7% (2019) 2,0% (2019) 1,3% (2017) 1,9% (2017)
7. Absoluut verzuim (bron: Ingrado) Het aantal leerplichtigen dat niet staat ingeschreven op een school, per 1.000 leerlingen. 2,0 (2018) 1,9 (2018) 0,45 (2017) 1,82 (2017)
8. Relatief verzuim (bron: Ingrado) Het aantal leerplichtigen dat wel staat ingeschreven op een school, maar ongeoorloofd afwezig is, per 1.000 leerlingen. 31,0 (2019) 26,0 (2019) 19,65 (2017) 26,58 (2017)
9. Lokale inkoop (bron: gemeente Barendrecht) Het percentage lokale inkoop ten opzichte van de totale inkoop (streven is 30%). 36% (2020) n.v.t. 26% (2017) n.v.t.

Wat heeft het gekost? Programma 4 Leren, werken en ondernemen

Terug naar navigatie - Wat heeft het gekost? Programma 4 Leren, werken en ondernemen
Overzicht lasten en baten op taakveldniveau Primitieve begroting 2020 Begrotingswijzigingen 2020 Begroting 2020 na wijziging Werkelijk 2020 Afwijking 2020
Lasten
3.1:Economische ontwikkeling 325.000 114.600 439.600 400.176 -39.424
3.2:Fysieke bedrijfsinfrastructuur 34.200 77.700 111.900 105.436 -6.464
3.3:Bedrijvenloket en bedrijfsregelingen 0 62.400 62.400 72.987 10.587
3.4:Economische promotie 0 23.900 23.900 22.410 -1.490
4.1:Openbaar basisonderwijs 0 13.400 13.400 12.582 -818
4.2:Onderwijshuisvesting 4.492.300 423.300 4.915.600 4.770.163 -145.437
4.3:Onderwijsbeleid en leerlingzaken 2.021.400 595.300 2.616.700 2.351.610 -265.090
6.3:Inkomensregelingen 10.315.600 -532.100 9.783.500 16.655.699 6.872.199
6.5:Arbeidsparticipatie 1.837.700 477.900 2.315.600 2.030.746 -284.854
Totaal Lasten 19.026.200 1.256.400 20.282.600 26.421.809 6.139.209
Baten
3.1:Economische ontwikkeling -95.000 -120.000 -215.000 -155.048 59.952
3.3:Bedrijvenloket en bedrijfsregelingen -309.600 8.000 -301.600 -346.278 -44.678
3.4:Economische promotie -25.000 0 -25.000 -62.202 -37.202
4.2:Onderwijshuisvesting -1.073.600 10.600 -1.063.000 -1.206.929 -143.929
4.3:Onderwijsbeleid en leerlingzaken -746.300 -584.500 -1.330.800 -1.195.955 134.845
6.3:Inkomensregelingen -7.939.500 -580.000 -8.519.500 -16.478.977 -7.959.477
6.5:Arbeidsparticipatie 0 0 0 -1.040 -1.040
Totaal Baten -10.189.000 -1.265.900 -11.454.900 -19.446.429 -7.991.529
Saldo lasten en baten programma 4 leren, werken en ondernemen 8.837.200 -9.500 8.827.700 6.975.380 -1.852.320
Stortingen
0.10:Mutaties reserves 0 1.000.000 1.000.000 1.000.000 0
Totaal Stortingen 0 1.000.000 1.000.000 1.000.000 0
Mutaties reserves 0 1.000.000 1.000.000 1.000.000 0

Toelichting op de afwijkingen (> € 25.000 en < € 100.000)

Terug naar navigatie - Toelichting op de afwijkingen (> € 25.000 en < € 100.000)

3.3 Bedrijfsloket en bedrijfsregelingen
• Gebruik gemeentegrond staanplaatsen (€ 26.518 voordeel)
Er zijn in 2020 meer ontheffingen verleend voor het plaatsen van voornamelijk containers (ook hijskranen en dixies) voor verbouwingen en bouwprojecten op de openbare weg. Ook voor enkele grote projecten die enkele maanden duurden.

4.3 Onderwijsbeleid en leerlingzaken
• Peuterwerk (€ 89.940 voordeel)
Het budget voor peuterwerk is bedoeld voor peuterplekken voor éénverdienersgezinnen. Zij hebben geen recht op kinderopvangtoeslag. Deze middelen zijn ook bekend als 'Asschergelden'. Het budget wordt in Barendrecht minder benut dan op grond van statistische informatie kan worden verwacht. De kinderopvangorganisaties melden ons dat in Barendrecht de afgelopen jaren zeer veel ouders beiden een baan hebben. De groep die voor deze gelden in aanmerking kwam, was dus betrekkelijk klein. Het is onduidelijk of veel ouders hun baan zullen verliezen in deze periode als gevolg van corona. In dat geval zou de groep, die aanspraak kan maken op deze subsidie, kunnen groeien.

6.3 Inkomensregelingen
• Wet BUIG-uitkeringen (€1.078.464 voordeel)
Dit voordeel is toegelicht bij de saldoverklaring (nr. 13).

• Besluit zelfstandigen (€31.053 voordeel)
Dit voordeel kan met name worden verklaard door meer ontvangsten (rente en aflossingen leningen) van zelfstandigen dan verwacht.

• Minimabeleid (€45.955 nadeel)
Het tekort binnen het minimabeleid wordt veroorzaakt door de volgende 2 zaken:
1. de collectieve zorgverzekering voor minima;
2. de lage ontvangsten terugvordering leenbijstand.
De collectieve zorgverzekering wordt steeds meer gebruikt door minima. De bijdrage per verzekerde via de bijzondere bijstand is vanaf 2020 hoger geworden. Dit is een compensatie voor de stijgende premiekosten. De zorgverzekeraar geeft geen collectiviteitskorting meer op de basisverzekering. Daarnaast is het aantal deelnemers binnen de verzekering gestegen. De ontvangsten voor terugvordering leenbijstand zijn te hoog ingeschat, waardoor er minder is ontvangen.

6.5 Arbeidsparticipatie, -instrumenten gericht op werk
• Re-integratieprojecten (€180.333 voordeel)
Dit voordeel is toegelicht bij de saldoverklaring (nr. 14).