2. § Weerstandsvermogen en risicobeheersing

1. Aanleiding en achtergrond

Terug naar navigatie - 1. Aanleiding en achtergrond

De gemeente Barendrecht voert actief beleid op de beheersing van de risico’s die de gemeente loopt. Gekeken wordt naar de maatregelen die worden getroffen om de risico’s af te dekken. Voor de risico’s waarvoor geen maatregelen getroffen kunnen worden, bijvoorbeeld omdat het verzekeren ervan te duur zou zijn, wordt ingeschat welke buffer noodzakelijk is. Dit is het weerstandsvermogen. Op basis van de continu geïnventariseerde risico’s en de beschikbare financiële middelen (weerstandscapaciteit) is het weerstandvermogen berekend. In dit risicoprofiel worden de belangrijkste trends en ontwikkelingen benoemd en meegewogen.

2. Risicoprofiel

Terug naar navigatie - 2. Risicoprofiel

Door actieve risicobeheersing heeft de gemeente in beeld wat de risico’s zijn en is het mogelijk om het weerstandsvermogen te bepalen. Alle risico’s worden voor zover mogelijk 2 maal per jaar herijkt en er wordt continu geanticipeerd op nieuwe risico’s. Het getoonde risicoprofiel is bepaald vanuit de inventarisatie en analyse zoals uitgevoerd in februari 2022. 

De coronapandemie heeft invloed op de ontwikkeling van het risicoprofiel. De belangrijkste trends en ontwikkelingen worden aangehaald en we nemen een geconsolideerd risico op, direct gerelateerd aan de mogelijke scenario’s op korte termijn (<1 jaar). We kijken zowel terug als vooruit met als doel een actueel risicoprofiel te presenteren in deze jaarstukken.

In het volgende overzicht worden de belangrijkste (geconsolideerde) risico's gepresenteerd die de grootste invloed hebben bij de bepaling van de benodigde weerstandscapaciteit. Bij ieder risico worden kort de beheersmaatregelen weergegeven. De lijst met belangrijkste risico’s omvat circa 94% van alle geïdentificeerde risico’s.

Belangrijkste financiële risico’s gemeente Barendrecht
Nr. Risico Maatregelen/Opmerkingen Klasse max. Financieel gevolg
1 Risicocluster tekorten uitvoering gedecentraliseerde taken sociaal domein. GRBAR organisatie, monitoring/ benchmarking, business intelligence, competentie-ontwikkeling, SPP 4 max.€ 1.500.000 ~
2 Risicocluster uitvoering wet- en regelgeving beveiliging data/ informatie/ gegevens/ privacy GRBAR organisatie , Proces meldpunt datalekken, Invoeren register gegevensverzamelingen, Compliance 4 max.€ 1.270.000 ~
3 Cluster Corona risicodekking Barendrecht Uitkomst van corona risicosimulatie 2 max.€ 968.000 +
4 Risico dat de BAR-organisatie haar taken niet kan uitvoeren binnen het beschikbaar gestelde budget. GRBAR organisatie , monitoring, business intelligence, competentieontwikkeling 4 max.€ 1.117.000 -
5 Risicocluster uitvoering Jeugdwet- tekorten die ontstaan in de uitvoering van de Jeugdwet Beperkte invloed, GRBAR organisatie, , transformatie keten, monitoring/ benchmarking, business intelligence 4 max.€ 1.000.000 -
6 Faillissement van derden of instellingen bij wie borgstellingen, garanties, leningen of vorderingen uitstaan kan leiden tot onvoorziene uitgaven. Frequent toepassen audits, Analyse P&C voortgangsrapportages van instellingen 4 max.€ 1.000.000 ~
7 Cluster WMO gerelateerde risico's. Overschrijding van budget(ten) Beperkte invloed, GRBAR organisatie, monitoring, business intelligence 3 max.€ 350.000 ~
8 Risico tekorten in open eindregelingen Schulddienstverlening, Schuldhulpverlening, bijzondere bijstand, leerlingenvervoer etc. Schulddienstverlening: preventie, competentieontwikkeling, business intelligence 3 max.€ 250.000 +
9 Optreden negatief scenario deelneming GR Nieuw Reijerwaard 1x per jaar grex-analyse, gecontroleerde projectomgeving. ! risico’s van alle verbonden partijen worden in 2022 in cluster samengevoegd gerelateerd aan paragraaf verbonden partijen. 3 max.€ 3.000.000 +
10 Financiële en imagorisico's op door de gemeente gesubsidiëerde instellingen Frequent toepassen audits, Analyse P&C voortgangsrapportages van instellingen. 4 max.€ 400.000 ~
11 Lagere Algemene Uitkering gemeentefonds/ bestuurlijke en financiële verhoudingen Rijk en decentrale overheden Zie toelichting bij: bestuurlijke en financiële verhoudingen Rijk en decentrale overheden. 3 max.€ 500.000 ~
Totaal van alle risico 's: € 12.860.063
- Risico daalt en/of neemt af.
+ Risico stijgt en/of neemt toe.
~ Risico blijft gelijk.
! Aandachtvestiging/opmerking i.v.m. ontwikkelingen

Het bovenstaande overzicht toont risico’s die incidenteel schade op kunnen leveren met daarbij het maximale financiële gevolg. De onderstaande tabel geeft aan hoe groot de kans is in lengte van tijd en hoe de spreiding in tijd is terug te vertalen.

Kwantiteit Referentiebeelden Kansklasse Toelichting kansklasse
10% 0 of 1 keer per 10 jaar 1 Deze klasse wordt gehanteerd voor risico’s waarvan het onwaarschijnlijk is dat deze zich in de komende jaren voordoen.
30% 1 keer per 5 – 10 jaar 2 Deze klasse hanteren we voor risico’s waarvan het niet waarschijnlijk is dat ze zich in het komende jaar voordoen.
50% 1 keer per 2 – 5 jaar 3 Deze klasse hanteren we voor risico’s die zich in het komende jaar wel maar ook niet kunnen voordoen.
70% 1 keer per 1 – 2 jaar 4 Deze klasse wordt gehanteerd voor risico’s waarvan het waarschijnlijk is dat ze zich in het komende jaar zullen voordoen.
90% 1 keer per jaar of meer 5 Deze klasse wordt gehanteerd voor risico’s waarvan het zeer waarschijnlijk is dat ze zich in het komende jaar gaan voordoen.

Op basis van de ingevoerde risico's is een risicosimulatie uitgevoerd. De risicosimulatie wordt toegepast omdat het reserveren van het maximale bedrag € 12.860.063 ongewenst is. De risico's zullen immers niet allemaal tegelijk en in hun maximale omvang optreden.

Benodigde weerstandscapaciteit bij verschillende zekerheidspercentages
Percentage Bedrag
5% € 2.384.127
25% € 3.190.915
50% € 3.771.655
75% € 4.375.377
90% € 4.996.654
95% € 5.483.018

Uit de tabel met zekerheidspercentages volgt dat 90% zeker is dat alle risico's kunnen worden afgedekt met een bedrag van € 4.996.654 (benodigde weerstandscapaciteit).

3. Beschikbare weerstandscapaciteit

Terug naar navigatie - 3. Beschikbare weerstandscapaciteit

De beschikbare weerstandscapaciteit van de gemeente Barendrecht bestaat uit het geheel aan middelen dat de organisatie daadwerkelijk beschikbaar heeft om de risico's in financiële zin af te dekken.

Beschikbare weerstandscapaciteit
Weerstand Huidige capaciteit
Algemene reserve € 12.632.337
Totale weerstandscapaciteit € 12.632.337

4. Relatie benodigde en beschikbare weerstandscapaciteit

Terug naar navigatie - 4. Relatie benodigde en beschikbare weerstandscapaciteit

Om te bepalen of het weerstandsvermogen toereikend is, dient de relatie te worden gelegd tussen de gekwantificeerde risico's en de daarbij gewenste weerstandscapaciteit en de beschikbare weerstandscapaciteit. De benodigde weerstandscapaciteit die uit de risicosimulatie voortvloeit kan worden afgezet tegen de beschikbare weerstandscapaciteit. De uitkomst van die berekening vormt het weerstandsvermogen.

Ratio weerstandsvermogen 0 Beschikbare weerstandscapaciteit 0 € 12.632.337 0 3,14
(excl. corona risico's) Benodigde weerstandscapaciteit € 4.028.654
Ratio weerstandsvermogen 0 Beschikbare weerstandscapaciteit 0 € 12.632.337 0 2,53
(incl. corona risico's) Benodigde weerstandscapaciteit € 4.996.654

De ratio weerstandsvermogen van de gemeente Barendrecht valt met 2,53  (inclusief de coronarisico’s) binnen klasse A, wat staat voor  een uitstekend weerstandsvermogen.

Weerstandsnorm
Klasse Ratio Betekenis
A > 2,0 Uitstekend
B 1,4 – 2,0 Ruim voldoende
C 1,0 – 1,4 Voldoende
D 0,8 – 1,0 Matig
E 0,6 – 0,8 Onvoldoende
F < 0,6 Ruim onvoldoende

5. Kengetallen

Terug naar navigatie - 5. Kengetallen

In de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing in de begroting en het jaarverslag worden kengetallen opgenomen voor de netto schuldquote, de netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen, de schuldratio, de solvabiliteitsratio, de structurele exploitatieruimte, de grondexploitatie en de belastingcapaciteit. Deze kengetallen maken het gemakkelijker om inzicht te krijgen in de financiële positie van de gemeente.

Kengetallen Realisatie 2020 Prognose 2021 Realisatie 2021
Netto schuldquote 79,4% 101,9% 90,5%
Netto schuldquote gecorrigeerd 78,9% 101,2% 90,5%
Solvabiliteitsratio 26,9% 23,7% 24,9%
Structurele exploitatieruimte -2,0% -8,2% -3,7%
Grondexploitatie 7,7% 3,1% 5,2%
Belastingcapaciteit 107,5% 113,6% 113,6%

De waarden van de kengetallen op de hieronder afgebeelde kengetallenmonitor zijn ingedeeld in 3 categorieën. Deze categorieën sluiten aan bij de landelijk vastgestelde signaleringswaarden. Categorie A is het minst risicovol, categorie C het meest.

Kengetal Categorie A Categorie B Categorie C
Netto schuldquote <90% 90-130% >130%
Netto schuldquote gecorrigeerd <90% 90-130% >130%
Solvabiliteitsratio >50% 20-50% <20%
Grondexploitatie <20% 20-35% >35%
Structurele exploitatieruimte begroting >0% 0% <0%
Belastingcapaciteit <95% 95-105% >105%

De netto schuldquote geeft inzicht in het niveau van de schuldenlast van de gemeente ten opzichte van de eigen middelen. Het geeft zodoende een indicatie in welke mate de rentelasten en aflossingen op de exploitatie drukken. Omdat bij leningen er onzekerheid kan bestaan of ze allemaal terug worden betaald, wordt bij de berekening van de netto schuldquote onderscheid gemaakt door het kengetal zowel inclusief als exclusief de doorgeleende gelden te berekenen. Op die manier wordt duidelijk wat het aandeel van de verstrekte leningen in de exploitatie is en ook wat dat betekent voor de schuldenlast. De berekening van de netto schuldquote ziet er als volgt uit:

bedragen * 1.000
Netto schuldquote Realisatie Prognose Realisatie
2020 2021 2021
Vaste schulden + 117.558 127.696 127.696
Netto vlottende schuld + 14.426 7.448 9.962
Overlopende passiva + 9.935 9.935 20.778
Totale bruto schuld 141.919 145.079 158.436
Financiële activa (excl. kapitaalverstr. , leningen) - 0 0 589
Financiële activa (verstrekte leningen) - 674 660 31
Uitzettingen < 1 jaar - 10.627 9.392 29.106
Liquide middelen - 428 0 1.291
Overlopende activa - 13.585 12.025 11.993
Totale netto schuld 117.279 123.662 115.457
Totale netto schuld gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen 116.605 123.002 115.426
H. Totale saldo van baten (excl. mut. res.) 147.749 121.411 127.608
Netto schuldquote 79,4% 101,9% 90,5%
Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen 78,9% 101,3% 90,5%

In 2020 was de schuldquote incidenteel lager door de verkoop van de aandelen Eneco voor ruim €18 miljoen.

In onderstaand overzicht is de berekening van de solvabiliteitsratio opgenomen.  25% van de bezittingen is gefinancierd met eigen vermogen. Dat is een afname van 2% ten opzichte van vorig jaar.

bedragen * 1.000
Solvabiliteit Realisatie Prognose Realisatie
2020 2021 2021
A. Eigen vermogen 59.670 50.514 57.232
B. Totaal passiva 221.800 212.781 231.582
Solvabiliteit 26,9% 23,7% 24,7%

De structurele exploitatieruimte is van belang om te kunnen beoordelen welke structurele ruimte de gemeente heeft om de eigen lasten te dragen. Structurele baten zijn bijvoorbeeld de algemene uitkering en opbrengsten uit de onroerendezaakbelasting. Een positief percentage betekent dat de structurele baten toereikend zijn om de structurele lasten (inclusief rente en aflossingen van leningen) te dekken.

bedragen * 1.000
Structurele exploitatieruimte Realisatie Prognose Realisatie
2020 2021 2021
A. Totale structurele lasten - 128.547 133.498 127.503
B. Totale structurele baten + 124.837 124.649 124.433
C. Totale structurele toevoegingen aan de reserves - 0 2.277 2.363
D. Totale structurele onttrekkingen aan de reserves + 726 798 748
Totale structureel resultaat -2.984 -10.328 -4.685
E. Totale saldo van baten (excl. mut. res.) 147.749 125.402 127.608
Structurele exploitatieruimte -2,0% -8,2% -3,7%

Het kengetal grondexploitatie geeft weer hoe de waarde van de grond zich verhoudt tot de totale (geraamde) baten. De boekwaarde van de voorraden grond is van belang, omdat deze waarde moet worden terugverdiend bij de verkoop. Hoe lager het percentage hoe beter. Bij de grondexploitaties is sprake van een laag risico.

bedragen * 1.000
Grondexploitatie Realisatie Prognose Realisatie
2020 2021 2021
A. Bouwgronden in exploitatie + 11.404 3.804 6.693
Totale bouwgronden 11.404 3.804 6.693
B. Totale saldo van baten (excl. mut. res.) / 147.749 121.411 127.608
Grondexploitatie 7,7% 3,1% 5,2%

De belastingcapaciteit geeft inzicht hoe de belastingdruk in de gemeente zich verhoudt ten opzichte van het landelijke gemiddelde. Barendrecht zit boven het landelijk gemiddelde met 113%.

bedragen * 1.000
Belastingcapaciteit Realisatie Prognose Realisatie
2020 2021 201
A. OZB-lasten voor gezin bij gemiddelde WOZ-waarde + 343 326 326
B. Rioolheffing voor gezin bij gemiddelde WOZ-waarde + 177 182 182
C. Afvalstoffenheffing voor een gezin + 314 373 373
D. Eventuele heffingskorting voor een gezin - 0 0 0
Totale woonlasten voor gezin bij gemiddelde WOZ-waarde 834 882 881
E. Woonlasten landelijke gemiddelde voor gezin in t-1 / 776 776 776
Woonlasten t.o.v. landelijke gemiddelde jaar er voor 107,5% 113,6% 113,6%

6. Ontwikkeling risicoprofiel Barendrecht

Terug naar navigatie - 6. Ontwikkeling risicoprofiel Barendrecht

In de behandeling van trends en ontwikkelingen worden meer risico’s aangehaald dan het overzicht van de belangrijkste risico’s toont.

Trends & ontwikkelingen risicoprofiel Barendrecht

In deze paragraaf worden de belangrijkste trends en ontwikkelingen in relatie gebracht met de risico’s van de gemeente. De gemeente kan onzekerheden positief beïnvloeden door investeringen en maatregelen te treffen. We starten met de drie meest actuele, nieuwe ontwikkelingen sinds 2020. 
Allereerst stond het jaar 2021 opnieuw in het teken van de coronacrisis. En er zijn door de planbureaus, wetenschappelijke instituten, het bedrijfsleven, overheden, etc. vele verschillende ramingen, voorspellingen en scenario’s gepresenteerd. Gemene deler is de onzekerheid waarmee de crisis gepaard gaat. Voor dit risicoprofiel beperken wij ons tot een positief en negatief scenario over het mogelijke verloop van de verspreiding van Covid-19, dat door wetenschappers wordt onderschreven. 

Positief scenario: valt mee
-    wintermaanden zijn nog pittig met veel besmettingen en maatregelen.
-    daarna meer immuniteit opgebouwd.
-    golven in de ziekenhuizen nemen af.
-    anticipatie op seizoen effect in de zorg: geplande zorg wordt in zomer ingehaald.
Dit scenario gaat ervan uit dat de opgebouwde immuniteit (door hoge vaccinatiegraad, boosters en besmettingen) hoog genoeg gaat zijn zodat het virus zich minder verspreidt en dus (enigszins) beheersbaar wordt. 

Negatief scenario: valt tegen 
-    balans van immuniteit en virus wordt niet bereikt.
-    immuniteit loopt terug.
-    personeelstekort zorg pas 2023 teruggedrongen.
-    lagere bereidheid maatregelen te volgen.
Dit scenario is minder positief ten opzichte van de immuniteit die opgebouwd wordt, waardoor de besmettingscijfers (met pieken en dalen) hoog zullen blijven. Daarnaast stelt dit scenario dat het personeelstekort in de zorg ervoor zorgt dat de zorg  in 2022 nog grotendeels zwaar belast zal blijven.
De tweede belangrijke (nieuwe) ontwikkeling is dat er eind 2021 een nieuw kabinet is geformeerd en Rutte IV zijn coalitieakkoord gepresenteerd heeft. Dit heeft gevolgen, positief en negatief, voor de gemeentelijke financiën, taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden. De kanttekening hier is wel dat nog veel beleid moet worden uitgewerkt (verwacht wordt dit jaar), zodat de precieze gevolgen voor onze gemeente nog onduidelijk zijn. 
De derde belangrijke ontwikkeling is dat de energieprijzen en inflatie gestegen zijn en door blijven stijgen in 2022. De verwachting is dat de energiemarkt in 2022 nog erg onrustig zal blijven. De energieprijzen zijn ook een belangrijke oorzaak voor de inflatie, omdat ze de productiekosten omhoog drukken. De onrust op de energiemarkt wordt veroorzaakt door de overgang van fossiele brandstoffen naar een schone energievoorziening en is samen te vatten als het zogenaamde ‘energietrilemma’, waar energiebedrijven en overheden zich nu mee geconfronteerd zien. Dit is de spanning tussen:
•    schone klimaatneutrale energie;
•    betaalbare energie (schaarste);
•    veilige en betrouwbare toegang tot energie.

Coronacrisis
Met de uitbraak van de coronacrisis in het voorjaar van 2020 is er een nieuwe factor opgetreden met grote impact op het risicoprofiel. Nederland ging eind 2021 opnieuw in lockdown en er was begin 2022 nog steeds sprake van beperkende maatregelen. Over het algemeen weten we dat de pandemie (bestaande) trends en ontwikkelingen versterkt, vertraagd en kwetsbaarheden en kansen zichtbaar heeft gemaakt
Over de maatschappelijke, sociale en economische impact van de crisis op middellange en lange termijn bestaat veel onzekerheid. Daarentegen zijn meer directe gevolgen steeds meer voel- en zichtbaar. Zo is het (ziekte)verzuim in veel sectoren,mede door quarantainemaatregelen groot. Dit heeft impact op de uitvoering van dienstregelingen OV, bezetting in cruciale beroepen, lege klassen in het onderwijs etc. 
Ook zijn negatieve effecten op het welzijn zichtbaar en voelbaar. Dit geldt in het bijzonder voor de kinderen en jongeren. Daarnaast is ook de relatie tussen de overheid en burgers in toenemende mate onder spanning komen te staan.  De stemming in de samenleving is explosiever geworden. Dit heeft zich op meerdere momenten in het jaar gemanifesteerd in uit de hand gelopen demonstraties, rellen en andere vormen.
Verder moeten we in ieder geval rekening houden met de schade die duidelijk wordt na afloop van de steunpakketten en de keuzes en richting van herstel die het Rijk zal maken. De planbureaus pleitten voor samenhangend herstelbeleid gericht op herstel en transitie.  En inmiddels neemt het kabinet ook het initiatief voor een lange termijn strategie. 

Risico decentralisaties in het sociaal domein
Het geconsolideerde risico decentralisatie en transitie sociaal domein blijft groot. Eind 2020 publiceerde het SCP ‘sociaal domein op koers’ en concludeert daarin dat de verwachte effecten van de decentralisaties nog niet op orde zijn.  De zelfredzaamheid is niet toegenomen en de kosten zijn niet verminderd. In 2021 bevestigt onderzoek van het SCP ook het toegenomen gebruik van jeugdzorg en maatschappelijke ondersteuning sinds 2015.  
De coronacrisis versterkt ook de druk op het sociaal domein. Door de impact op de gezondheid, welzijn en bestaanszekerheid moet rekening gehouden worden met een (verdere) toename van het aantal inwoners met recht op (inkomens)ondersteuning, hulp of zorg. Een aantal ontwikkelingen waar gemeenten mee te maken krijgen is:
- de coronacrisis treft meest kwetsbare groepen zowel qua zorg, ondersteuningsvraag als in bestaanszekerheid en inkomen;
- de pandemie legt vraagstukken omtrent zorg en veiligheid verder bloot. Denk aan (woon)overlast, multi-problematiek en inburgeringsvraagstukken;
- de crisis heeft geleid tot heel veel ‘uitgestelde zorg’ en zorgvraag bij mensen als gevolg van coronabesmettingen. Inmiddels wordt duidelijk dat een coronabesmetting ook tot langdurige fysieke en mentale klachten (long covid) kan leiden.;
- de druk op mantelzorgers is toegenomen.
een bijkomende ontwikkeling is dat de uitstroom uit Participatiewet door de coronacrisis mogelijk lager is. De verwachting was eerst ook meer werkloosheid. Er is echter een ongekend lage werkloosheid en een grote vraag naar arbeid. In sommige sectoren is het personeelstekort al nijpend, in andere wordt het de komende jaren verwacht. Er is daarbij niet alleen sprake van een krimpende beroepsbevolking, maar ook een mismatch tussen aanbod en vraag naar bepaalde expertise en beroepen. 

Het risico op tekorten in open eindregelingen zoals Schulddienst-, schuldhulp-verlening en bijzondere bijstand 
Dit risico verhogen is voorsorteren op een mogelijk snel groeiende hulpvraag, als gevolg van een toename van betalingsproblemen en problematische schulden bij particulieren en ondernemers. Inzicht uit het verleden laat, na een crisisperiode, een vertraging zien oplopend tot enkele jaren voor betalingsproblemen en/of problematische schulden zichtbaar worden. De diverse crisis gerelateerde hulppakketten en vormen van uitstel van betaling dragen vooral bij aan vertraging van effecten. Landelijke cijfers van december 2021 laten inmiddels zien dat het aantal hulpverzoeken al toeneemt onder ondernemers die niet meer terug kunnen vallen op eerdergenoemde regelingen. 

Risicocluster uitvoering Jeugdwet- tekorten die ontstaan in de uitvoering van de Jeugdwet
De coronacrisis heeft impact op de lopende uitvoering van de Jeugdwet, denk bijvoorbeeld aan de groeiende wachtlijsten. Zoals eerder aangegeven zijn er onmiskenbaar gevolgen voor het welzijn van de jeugd. Over het geheel gezien zijn er in de achterliggende periode nieuwe kwetsbare groepen kinderen en jongeren in beeld gekomen waarvoor passende en adequate aandacht moet zijn.  
Het Rijk heeft na de uitspraak ‘arbitrage Jeugd’ extra incidentele middelen voor de Jeugdzorg beschikbaar gesteld. Deze dekken de structureel toenemende kosten niet, een Hervormingsagenda Jeugd moet tot effectievere besteding van de beschikbare middelen leiden. Echter in het nieuwe coalitieakkoord van kabinet Rutte IV worden de toegezegde financiële middelen opnieuw gekort. De VNG heeft het overleg over de Hervormingsagenda Jeugd opgeschort tot het Rijk weer in lijn met de uitspraak ‘arbitrage jeugd’ gaat handelen. Een verdere toename op aanspraak van Jeugdzorg is daarmee nog steeds een groot risico. 

Faillissement van derden of instellingen bij wie borgstellingen, garanties, leningen of vorderingen uitstaan kan leiden tot onvoorziene uitgaven
Het aantal faillissementen is opnieuw afgenomen. Wanneer de steunpakketten van de rijksoverheid stoppen, worden de eventuele gevolgen van de crisis zichtbaar. 2021 kent (landelijk) een afname van het aantal faillissementen van 43% t.o.v. 2020.  
Een groter risico is nu dat ‘derden’ hun betalingsverplichtingen niet meer kunnen voldoen door de hoge energieprijzen en inflatie.  

Financiële en imagorisico’s a.g.v. disfunctioneren van door de gemeente gesubsidieerde instellingen
Er zijn financiële en imagorisico’s voor gesubsidieerde instellingen. De coronacrisis heeft ook impact op het werk van onze maatschappelijke partners. We beperken deze risico’s in onze subsidierelaties door financiële bijdragen en vrijstelling van afspraken. Dat betekent mogelijk wel een mindere bijdrage aan maatschappelijke doelstellingen. 

Bedrijfsvoeringsrisico’s BAR Organisatie 
De risico’s die in dit specifieke bedrijfsvoeringsprofiel zijn opgenomen zijn schattingen die zo nauwkeurig mogelijk zijn gemaakt, op basis van lokale en landelijke ontwikkelingen en actuele inzichten in mogelijke scenario’s. In 2021 en 2022 zijn en worden op diverse gebieden maatregelen getroffen, die er voor zorgen dat zowel de maximale financiële gevolgen als de kans van optreden in dit risicocluster  afnemen. We zien dat de eisen die worden gesteld aan het beveiligen van gegevens en de regelgeving hieromtrent van invloed is op de ontwikkeling van de risico’s in dit cluster. Er worden continu stappen gemaakt om de beheersing op een hoog niveau te brengen en te houden. Dit vraagt om doorontwikkeling op veel bedrijfsvoeringelementen. Denk hierbij onder meer aan nieuwe taken, het compliant worden, zijn en blijven ten aanzien van wijzigende en nieuwe wet- en regelgeving, het beschikbaar hebben en houden van de juiste competenties en de hoge eisen aan technische oplossingen en beveiliging van data. Het risico en de onzekerheid dat dit niet continu lukt blijft aanwezig.

Risico invoering regelgeving AVG, informatiebeveiliging, wet meldplicht datalekken
Dit risico hangt samen met het bedrijfsvoeringsrisico’s van de BAR-organisatie. De gemeente heeft een wettelijke aansprakelijkheid. Er is sprake van een verhoogd risico door een toename van het gebruik van digitale technologie, online informatie en thuiswerken. Ook is mogelijk sprake van een verminderd welzijn en daarmee meer druk op medewerkers. Dit kan leiden tot een minder scherpe inachtneming van de informatiebeveiligingsrichtlijnen. Door grotendeels thuiswerken is er wellicht meer gelegenheid tot problemen met of inbraak in de ICT-systemen. Digitale transformatie van overheidsdienstverlening zorgt ook voor meer vraag van en naar medewerkers met ICT-kennis en goed ontwikkelde digitale vaardigheden.

Verbonden partij heeft een financieel tekort dat niet kan worden gedekt vanuit het weerstandsvermogen van desbetreffende partij/regeling
Het geconsolideerde risico van de verbonden partijen blijft gelijk. Risico’s van alle verbonden partijen worden in de loop van 2022, synchroon met het vernieuwen van het beleid, in één cluster samengevoegd en gerelateerd aan de paragraaf verbonden partijen. Voor de verbonden partijen wordt één risicoprofiel opgesteld waarop een risicosimulatie wordt uitgevoerd, waarvan het resultaat getoond zal worden in deze paragraaf. Op deze wijze wordt in beeld gebracht welke risico’s de gemeente loopt als deelnemer van onder meer de verschillende gemeenschappelijke regelingen.

Bestuurlijke en financiële verhoudingen Rijk en decentrale overheden (risico Rijksbijdrage gemeentefonds)
Er is sprake van een (toegenomen) disbalans tussen financiële en bestuurlijke verhoudingen tussen het Rijk en decentrale overheden. Onder andere de schommelingen in de bijdragen van het gemeentefonds en onzekerheid over de toekomst van de verdeling van het gemeentefonds blijven een risico.  
In het coalitieakkoord van Rutte IV is opgenomen dat een deel van de middelen voor gemeenten via zogenaamde fondsen worden verstrekt. Dit zal een beslag leggen op de bestuurlijke en ambtelijk organisatie voor het verwerven van middelen voor bijv. klimaatdoelen, infrastructurele projecten en woningbouw.