Saldoverklaring

Saldoverklaring

Terug naar navigatie - Saldoverklaring

 Het saldo na de 2e tussenrapportage 2021 was € 3.671.600 negatief. Het uiteindelijke saldo van de jaarrekening is uitgekomen op een jaarresultaat van € 1.900.690 positief, dat wil zeggen dat de mutaties na de 2e tussenrapportage een voordeel hebben opgeleverd van € 5.572.290. In de analyse van het saldo hierna worden de afwijkingen groter dan € 100.000 toegelicht. In onderstaand overzicht zijn deze opgenomen. De overige afwijkingen (vanaf € 25.000 tot € 100.000) worden in de programma’s toegelicht bij het onderdeel ‘Wat heeft het gekost’.

 

Saldo na 2e Tussenrapportage 2021 3.671.600
tekort
Nadelen
1 Tijdelijke ondersteuning noodzakelijke kosten 242.000
2 Zeer gespecialiseerde jeugdvoorzieningen 212.888
3 Lokale jeugdhulp zorg in natura 180.847
4 Verkoop Weerom 7 112.500
5 Omzetheffing benzinestations 109.374
Totaal nadelen 857.609
Voordelen
6 Algemene uitkering -1.534.982
7 Vrijval voorziening pensioenen wethouders -548.904
8 Bijdrage GR BAR -532.285
9 Energietransitie -513.115
10 Wet BUIG uitkeringen -353.771
11 Wmo begeleiding en overige in natura -335.135
12 Baten Wabo vergunningen -212.716
13 Openbaar vervoer -173.996
14 Financiering -166.553
15 Openbaar vervoer voor pensioengerechtigden -146.473
16 Gebouw Edudelta Dierensteinweg -142.701
17 Gebiedsteam Dutch Fresh Port -132.492
18 Re-integratieprojecten -120.105
19 Wmo begeleiding en overige PGB -119.198
20 Lokale jeugdhulp PGB -111.556
21 Inzet in wijkteams -111.035
22 Jeugdgezondheidszorg -101.945
23 Wijkveiligheid -100.000
Totaal voordelen -5.456.962
Overige afwijkingen (< € 100.000) -972.936
Totaal afwijkingen na 2e Tussenrapportage 2021 -5.572.290
Saldo Jaarrekening 2021 -1.900.690
overschot

1. Tijdelijke ondersteuning noodzakelijke kosten (€242.000 nadeel)
Vanaf maart 2021 is de regeling Tijdelijke Ondersteuning Noodzakelijke Kosten (TONK) in werking getreden. Deze regeling biedt een tegemoetkoming voor noodzakelijke kosten voor huishoudens, die door de coronacrisis te maken kregen met een terugval in hun inkomen en daardoor noodzakelijke kosten niet meer kunnen betalen. Noodzakelijke kosten zijn woonlasten als huur of hypotheek en kosten voor gas, water, licht en internet. Het betreft een eenmalige tegemoetkoming van €1.500 of €3.000, afhankelijk van de hoogte van noodzakelijke kosten van de aanvrager. De eerste versie van de beleidsregels TONK zijn op 2 maart jl. aangenomen door het college. De herziene beleidsregels TONK zijn op 15 juni aangenomen door het college en daarna is de raad geïnformeerd middels een raadsinformatiebrief. 
De regeling gold tot 1 oktober 2021. Voor deze periode had het Rijk €260 miljoen beschikbaar gesteld die in twee tranches  is vrijgegeven. In de meicirculaire 2021 is de eerste tranche (€65 miljoen, voor Barendrecht €82.000) verdeeld over gemeenten. In de septembercirculaire 2021 is de 2e tranche (€195 miljoen, voor Barendrecht €245.000) verdeeld. Beiden op basis van de verdeelsleutel minima. Het 2e bedrag van €245.000 kon niet meer verwerkt worden in de 2e Tussenrapportage. Vandaar nu dit 'nadeel' in de jaarrekening. Hier staat echter het voordeel van de algemene uitkering tegenover (zie nr. 5).

2.Zeer gespecialiseerde jeugdvoorzieningen (€212.888 nadeel)
De Gemeenschappelijke Regeling Jeugdhulp Rijnmond (GRJR) laat de afgelopen jaren een stijgende lijn zien van uitgaven. Dit wordt veroorzaakt door de toegenomen vraag naar de inzet van specialistische jeugdzorg. Het jaar 2021 heeft in het teken gestaan van het goed organiseren van de toename van de spoedhulp. Mede door de gevolgen van Covid-19 is sprake van een toename van de spoedhulp in onze regio. Op de specialistische ambulante jeugdzorg waren reeds wachttijden en deze zijn toegenomen door de grote vraag naar spoedhulp. In 2021 is een aanpak ontwikkeld om de wachtlijsten terug te dringen. Ook voor onze gemeente zijn de wachtlijsten sterk afgenomen. Tot slot is in 2021 inzet gepleegd om meer pleegouders te vinden, zodat meer kinderen opgevangen kunnen worden in de pleegzorg. Dit heeft geleid tot een toename in dit perceel. 

3. Lokale jeugdhulp zorg in natura (€180.847 nadeel) 
Door de coronacrisis vragen veel ouders om ondersteuning ter ontlasting in de zorg voor hun kinderen. Dit wordt bijna altijd afgegeven op lokale aanbieders. Regionale aanbieders bieden dergelijke hulp niet. 

4. Verkoop Weerom 7  (€112.500 nadeel)
In verband met tijdelijke huisvesting voor de bewoners aan de Maasstraat en ontwikkelingen van het Centrumplan, is de verkoop van 't Weerom 7 uitgesteld. 

5. Omzetheffing benzinestations (€109.374 nadeel)
De verwachting was dat door nieuwe contracten de inkomsten van slangengelden toe zouden nemen. Mede als gevolg van de coronacrisis is het aantal verkochte liters brandstof aanzienlijk lager dan begroot, waardoor de inkomsten uit slangengelden lager uitgevallen zijn

6. Algemene uitkering (€1.534.982 voordeel)
De positieve incidentele afwijking wordt veroorzaakt door de gunstige september- en decembercirculaire 2021.  In september is  o.a. extra geld ontvangen wegens een incidentele afrekening op het voorschot BTW-compensatiefonds 2021 van €486.000 en aanvullende incidentele coronasteun van €385.000. In december zijn extra middelen ontvangen voor een verbetering van de gemeentelijke dienstverlening van €270.000 (naar aanleiding van het Rapport Ongekend Onrecht van de Parlementaire Ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag (POK), een aanvullende incidentele compensatie voor  corona van € 193.000 en overige incidentele zaken en afrekeningen.  Afrekeningen van maatstaven over eerdere jaren zorgt voor een incidenteel voordeel van afgerond €107.000. Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar de betreffende raadsinformatiebrieven van 12 oktober 2021 en 25 januari 2022.

7. Vrijval voorziening pensioenen (voormalige) wethouders (€548.904 voordeel)
De storting in de voorziening pensioen (voormalige) wethouders was voor 2021 begroot op €224.300. Dit bedrag is ook gestort in de voorziening. Aan het einde van het jaar (peildatum 31 december 2021) wordt de stand van de voorziening bepaald op basis van de werkelijke rekenrente. Deze is ten opzichte van 2020 sterk gestegen van 0,082% naar 0,528%. Hierdoor kan de voorziening lager worden vastgesteld en valt een bedrag van €548.904 vrij.

8. Bijdrage BAR (€532.285 voordeel) 
De jaarrekening 2021 van de GR BAR levert een voordeel op van €532.285. 
Dit bestaat uit: 
- jaaroverschrijdende projecten €505.500 voordeel;
 -restant saldo €305.015 nadeel;
 -verrekening maatwerk €331.800 voordeel.
Voor de jaaroverschrijdende projecten worden verderop in de jaarstukken voorstellen gedaan om deze mee te nemen als doorgeschoven prestaties naar 2022.

9. Energietransitie (€513.115 voordeel)
In het afgelopen jaar 2021 is gewerkt aan het opzetten van de programmastructuur om invulling te geven aan de vastgestelde Klimaatopgave Barendrecht. In een programmastructuur zijn de diverse thema's benoemd en zijn de verschillende werkzaamheden opgepakt.  In een separate jaarrapportage is per thema aangegeven wat er het afgelopen jaar bereikt is en wordt een doorkijk gegeven naar de werkzaamheden voor 2022. Leidend in het verhaal blijft uiteraard de vastgestelde Klimaatopgave Barendrecht. Financieel gezien is 2021 een bijzonder jaar geweest.
Doordat er vanuit de Rijksoverheid subsidie is verkregen in het kader van de Regeling Reductie Energiegebruik  (RRE-regeling),  en daarna ook voor huurwoningen de RREW regeling, zijn vanuit deze regelingen diverse acties gevoerd die niet ten laste kwamen aan het reguliere budget. Ook voor de ondersteuning van de uitwerking van de Warmtetransitievisie is subsidie verkregen. 
Naast deze extra geldstromen is het tekort in beschikbaar personeel op de verschillende thema's een punt van aandacht. In de loop van het afgelopen jaar is voor een groot gedeelte wel invulling gevonden voor deze bemensing, maar daardoor is wel vertraging ontstaan in de uitvoering. Een en ander heeft ook geresulteerd in een onderbesteding van de aanwezige middelen vanuit de exploitatiebegroting. 

10. Wet BUIG uitkeringen (€353.760 voordeel)
Het grootste deel wordt verklaard door de Tijdelijke Overbruggingsregeling Zelfstandig Ondernemers (TOZO). Het bedrag is het verschil tussen de reeds ontvangen TOZO voorschotten en het nog te ontvangen bedrag dat betrekking heeft op de uitvoeringsmiddelen 2021 vanuit het Rijk. Wij ontvangen hierover nog een afrekening van het Rijk middels een SISA-verantwoording. Het is noodzakelijk om de overgebleven uitvoeringsmiddelen TOZO (€210.350) over te hevelen naar 2022 en naar de BAR-organisatie, omdat de uitvoering daar plaats vindt. De uitvoering van de regeling valt namelijk niet volledig in de periode waar de regeling voor geldt. In 2022 worden er nog uitvoeringskosten gemaakt door bijvoorbeeld de teams Uitkeringsadministratie, Inkomen en Poort en Terugvordering en Verhaal. Dit betreft het maken van herberekeningen, verwerkingen en vragen over bijvoorbeeld belastingen, alsmede de consequenties van de eerder genoemde werkzaamheden. 
Een ander deel is te verklaren door de ontwikkeling van het uitkeringsbestand. Door een samenspel van onder andere een veranderende rijksbijdrage, inzet loonkostensubsidie, minder bijstandsuitkering en de doorwerking van de TOZO regeling zijn wij binnen onze begroting gebleven. De opgelegde taakstelling van €270.000 op het BUIG budget is hiermee ruimschoots behaald. Dit is gerealiseerd door een stabiel verloop van het uitkeringsbestand en geeft aan dat Barendrecht ten opzichte van referentgemeenten een positiever resultaat realiseert in 2021.

11. Wmo begeleiding en overige in natura (€335.135 voordeel)
De onderbesteding is het gevolg van een afname van het aantal unieke cliënten met 3%, terwijl in de begroting was uitgegaan van een stijging van 4%. Daarnaast zijn de kosten per indicatie gedaald. Dit is vermoedelijk een tijdelijk effect als gevolg van corona. 

12. Baten Wabo vergunningen (€212.716 voordeel)
De extra legesinkomsten wordt veroorzaakt door een aanvraag van een verkeerscentrale aan de Dwarsligger die eind 2021 is aangevraagd door Prorail. Bij de bijstelling van de legesraming in de 2e Tussenrapportage was nog niet bekend dat deze aanvraag in 2021 zou worden ingediend.

13. Openbaar vervoer (€173.996 voordeel)
Dit voordeel komt met name doordat de budgetten voor het Masterplan Stationsomgeving (€150.000) en Visiedocument Stationsgebied (€51.300) niet uitgegeven zijn, in afwachting van de uitwerking van de gebiedsvisie De Stationstuinen in verband met een integrale aanpak.  De overige kosten, waaronder de buurtbus bedroegen  ca. €27.000. Omdat de verwachting is dat het Masterplan en Visiedocument in 2022 worden opgesteld, wordt voorgesteld het restantbudget van €173.996 door te schuiven naar 2022.

14. Financiering (€166.553 voordeel)
 Dit voordeel komt met name door de rente (ca. €242.000) die we ontvangen hebben van de Belastingdienst op aanslagen overdrachtsbelasting LOC/Focus Beroepsacademie. Dit naar aanleiding van een ingediend en toegekend bezwaar uit 2015.  Daarnaast zijn van de Belastingdienst naheffingen btw sportparken ontvangen voor de jaren 2016, 2017 en 2018. De rentebedragen moesten betaald worden,  maar er loopt nog wel een cassatieprocedure bij de Hoge Raad. De rentelasten samen met de bankkosten (afsluitprovisie nieuwe langlopende lening) bedragen ca. €76.000.

15. Openbaar vervoer voor pensioengerechtigden (€146.473 voordeel)
De begroting van openbaar vervoer voor pensioengerechtigden bestaat uit 2 delen, namelijk € 30.000 voor projectsubsidie ANWB Automaatje en € 270.000 voor vrij reizen met het OV voor pensioengerechtigden. De uitgaven voor vrij reizen met het openbaar vervoer zijn  ca.  € 146.000 lager uitgevallen. De voornaamste oorzaak is dat door corona in 2020 en 2021 minder pensioengerechtigden dan verwacht hiervan gebruik hebben gemaakt. In de bijdrage van 2021 is een teruggave van €55.000  van het lagere gebruik in 2020 verwerkt.

16. Gebouw Edudelta Dierensteinweg (€142.701 voordeel)
De afschrijvingslasten zijn structureel €95.000 lager uitgevallen, doordat de grond van het gebouw Edudelta Dierensteinweg in 2021 geactiveerd is. Deze was in 2020 in de totale aankoop van het pand opgenomen.
Daarnaast is er een voordeel van ca. €47.000 op met name de geraamde beheerkosten van het gebouw. Tot de aanpassing van het gebouw worden deze kosten gedragen door de huidige (onderwijs) gebruikers.

17. Gebiedsteam Dutch Fresh Port (€ 132.492 voordeel)
Voor het gebiedsteam Dutch Fresh Port zijn kosten gemaakt voor de projecten voor duurzaamheid, participatie, innovatie en mobiliteit. Deze kosten worden gedekt uit de deelnemersbijdragen van Ridderkerk, Rotterdam, Provincie Zuid-Holland en Nieuw-Reijerwaard. De administratie loopt via de gemeente Barendrecht. In 2021 was de deelnemersbijdrage hoger dan de gemaakte kosten. Dit is geen voordeel voor Barendrecht en het restant moet dus doorgeschoven worden naar 2022.

18. Re-integratieprojecten (€ 120.105 voordeel)
Dit voordeel kan worden verklaard door de achtergebleven kosten voor de uitstroomprojecten. Ook in 2021 is het door de maatregelen rondom corona  niet mogelijk geweest om alle projecten uit te voeren. Te denken valt aan sollicitatie- en motivatietrainingen, werkervaringsplekken en taal- en re-integratietrajecten. Daarnaast is de inzet van een poortinstrument op een later moment gestart, waardoor de kosten voor 2021 lager zijn uitgevallen.

19. Wmo begeleiding en overige PGB (€119.198 voordeel)
Het aantal cliënten dat hiervan gebruik maakt is in 2021 met 20% gedaald ten opzichte van 2020. Daarnaast zien we een verschuiving van gespecialiseerde dagbesteding en begeleiding naar reguliere dagbesteding en begeleiding.  Ook de gemiddelde kosten per voorziening zijn lager dan begroot. Dit effect wordt vermoedelijk veroorzaakt door corona en is naar verwachting tijdelijk.

20. Lokale jeugdhulp PGB (€111.556 voordeel)
In de 2e Tussenrapportage 2021 was €322.000 bijgeraamd in verband met een verwachte stijging van het PGB-gebruik, onder andere als gevolg van de corona crisis. Dit is uiteindelijk lager uitgevallen.

21. Inzet in wijkteams (€ 111.035 voordeel)
Er is sprake van een onderschrijding op het budget. Dit heeft te maken met vertrek van wijkteamprofessionals en de niet naadloze opvolging van medewerkers vanuit de moederorganisaties. Met name de jeugdzorgaanbieders en de GGz aanbieders hebben moeite gekwalificeerde medewerkers te werven, gezien de krapte op de arbeidsmarkt.  Dit is overigens voor de jeugdzorg en GGZ een landelijk gesignaleerd probleem. De vraag is landelijk hoog en daarmee de keuzevrijheid van medewerkers ook. We hebben dit zo goed mogelijk proberen op te vangen door extra personeel in te zetten vanuit de aanbieders die wel personeel konden leveren. Dit heeft tot gevolg gehad dat inwoners in sommige gevallen langer moesten wachten op hulp. Vanwege de wachttijden die inwoners hebben ervaren is eerder in oplossingen voor jeugdhulp gedacht door de samenwerking met partners uit het voorveld te zoeken, zodat de vraag gedeeltelijk of geheel kon worden opgepakt. Dit is gedaan door de inzet van Buurtgezinnen, die vanuit dit budget is bekostigd en de inzet van jongerencoaches en ouderenadviseurs.

22. Jeugdgezondheidszorg (€ 101.945 voordeel)
Stichting CJG Rijnmond kon in 2020 als gevolg van corona en de coronamaatregelen niet geheel voldoen aan de prestatieafspraken, maar heeft wel volledige inzet van medewerkers gehad door gedeeltelijke of aangepaste uitvoering van werkzaamheden. Conform afspraak is de subsidie voor 2020 vastgesteld op basis van de werkelijke kosten en inkomsten. Dit sloot aan op de afgesproken coulance in de Raad voor het Publiek Belang. Er is door CJG Rijnmond nadrukkelijk niet gevraagd om extra middelen. Ook mocht deze regeling niet leiden tot een toename van het eigen vermogen en betrof het een voorschot in afwachting van de declaratie bij het Rijk van deze gederfde inkomsten via de GGD Rotterdam Rijnmond. September 2021 kregen wij bericht dat de gederfde inkomsten over 2020 door het Rijk vergoed werden en is het coulancebedrag over 2020 terugbetaald aan ons.

23. Wijkveiligheid (€ 100.000 voordeel)
In 2021 is een budget van €100.000 beschikbaar gesteld naar aanleiding van de motie verkeer- en sociale veiligheid. De motie voorziet in de aanpak om de leefbaarheid in bepaalde wijken te verbeteren. Het gehele budget is nog beschikbaar, mede omdat de extra BOA’s pas vanaf 1 oktober ingezet konden worden. De extra BOA’s worden echter ook nog in 2022 ingezet, waardoor zij in samenspraak met bewoners verbetervoorstellen zullen indienen. Daarom wordt verzocht het hele budget over te hevelen naar 2022, zodat het budget ook beschikbaar is gedurende het 2e jaar van dit project.

 

 

Jaar overschrijdende Projecten/Doorgeschoven prestaties
In de jaarrekeningen 2021 van de GR BAR-organisatie en Barendrecht is sprake van een onderbesteding op enkele budgetten die voor een specifiek doel ter beschikking gesteld waren. Voorgesteld wordt om deze budgetten met een totaalbedrag van €  1.321.245 over te hevelen naar 2022. Dit komt ten laste van het positieve rekeningsaldo van €1.900.690. Het overschot van €579.445 komt ten gunste van de algemene reserve.

24 Implementatie omgevingswet 204.200
25 Optimalisering fiscale beheersing 2021-2022 29.200
26 Project digitalisering bouwdossiers 81.800
27 Uitvoeringsplan Informatieveiligheid en Privacy (I&P) 23.600
28 Woonzorgvisie 13.300
29 Uitvoeringskosten TOZO 153.400
Doorgeschoven prestaties GR BAR 505.500
30 Uitvoeringskosten TOZO 210.350
31 Pilot buslijn 283 60.000
32 Gebiedsteam Dutch Fresh Port 132.492
33 Wijkveiligheid 100.000
34 Bouw- en woningtoezicht 41.360
35 Omgevingsvisie 69.645
36 Vluchtelingenwerk trajecten 30.740
37 Minimabeleid en plan schuldhulpverlening 2021-2024 97.966
38 Budget fractieondersteuning 4.700
39 Haalbaarheidsonderzoek Dierensteinweg/Lorentzweg 68.492
Doorgeschoven prestaties Barendrecht 815.745
Totaal 1.321.245

Jaar overschrijdende Projecten jaarrekening 2021 GR BAR-organisatie (totaal €505.500)
Dit zijn de volgende budgetten (nr. 24 t/m 29):

24. Implementatie Omgevingswet (€ 204.200 doorschuiven naar 2022)
In 2021 was een budget beschikbaar van € 224.900. Het overschot is vooral een gevolg van het door de rijksoverheid in 2020 bepaalde uitstel van de invoeringsdatum van de wet naar 1 juli 2022. Dit werd veroorzaakt door de onzekerheden rondom de ontwikkelingen van het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO, een landelijke voorziening). Hierdoor schuiven voor 2021 geplande activiteiten en uitgaven door naar 2022. Het uitstel brengt ook voor een langere periode programmabegeleidingskosten met zich mee. Het budget zal in 2022 ook worden ingezet om als organisatie gesteld te staan voor de Omgevingswet, met name voor het taakgebied Milieu. Het jaar 2021 is gebruikt om zorgvuldig in beeld te brengen op welke onderwerpen acties nodig zijn om milieu-onderwerpen te kunnen implementeren in de verschillende instrumenten. Omdat in de verschillende wetsinstrumenten rond de Omgevingswet vaak nog lang onduidelijkheid was over milieu-onderwerpen kon dit pas in 2021 goed in beeld gebracht worden. 
Inmiddels heeft de rijksoverheid aangegeven dat de invoering van de Omgevingswet wederom wordt uitgesteld naar 1 januari 2023. Dit uitstel heeft vooralsnog geen gevolgen voor het budget implementatie omgevingswet. Er wordt doorgegaan met de voorbereidingen voor de implementatie van de wet, waaronder de aanschaf van software en het tijdig oefenen hiermee.

25. Optimalisatie fiscale beheersing 2021-2022 (€29.200 doorschuiven naar 2022) 
In 2021 was een budget beschikbaar van €37.000. In het traject naar een nieuw Horizontaal Toezicht-convenant gelden meerdere stappen. Voor al deze stappen heeft de BAR-organisatie een uitvoeringsbudget voor de jaren 2021 en 2022. Door het later beschikbaar komen van ‘best practices’ Doorontwikkeling Horizontaal Toezicht (DHT) van de Belastingdienst schuift een groot deel van de (externe) werkzaamheden en daarmee ook een deel van het uitvoeringsbudget voor 2021 door naar 2022. Deze ‘best practices’ DHT zouden eind 1e kwartaal 2021 beschikbaar komen maar dat is  januari 2022 geworden. Aangezien wij de ‘best practices’ zo optimaal mogelijk willen betrekken in onze vervolgstappen DHT, moesten onderdelen van dit traject getemporiseerd worden. De Belastingdienst heeft inmiddels aangegeven dat de realisatieperiode voor DHT met 1 jaar wordt verlengd van eind 2022 naar eind 2023.  Om de 8 stappen volledig te kunnen doorlopen is het noodzakelijk dat het restantbudget 2021 doorschuift naar 2022. In het jaar 2021 zijn de stappen: 1 Fiscale audit/ self assessment; 2 Vaststellen fiscaal statuut door gemeenten volledig afgerond; 3 Risico-analyse BAR met actielijst zal eind 1e kwartaal 2022 worden opgeleverd; 4 tot en met 8 (vanaf Implementatie beheersmaatregelen tot en met Optioneel afsluiten nieuw convenant doorontwikkeling HT) volgen vanaf het 2e kwartaal 2022.
Eventuele structurele kosten voor de borging van het nieuwe HT worden in een later stadium bekend en zullen dan worden meegenomen in de P&C cyclus.

26. Project digitalisering bouwdossiers (€81.800 doorschuiven naar 2022)
In 2021 was een budget beschikbaar van €81.800. De Europese aanbesteding van dit project is dusdanig complex geweest dat dit een groot deel van het jaar 2021 in beslag heeft genomen. In november 2021 heeft de definitieve gunning plaats gevonden. De eerste, verkennende werkzaamheden zijn medio november gestart. Voordat begonnen kan worden moesten de leverancier en en de BAR-organisatie een proces inrichten en werkzaamheden voorbereiden. De daadwerkelijke werkzaamheden zijn medio januari gestart en heeft het eerste transport van bouwdossiers naar de leverancier plaats gevonden. De eerste teruglevering wordt verwacht half maart 2022. Naar verwachting is het project 31 december 2022 afgerond. Afgesproken is dat dat de leverancier, na elke oplevering van 60 meter analoge dossiers, een factuur mag sturen.  Verzocht wordt hiervoor het hele  bedrag van €81.800 te mogen doorschuiven.

27. Uitvoeringsplan Informatieveiligheid en Privacy (I&P) (€23.600 doorschuiven naar 2022)
In 2021 was een budget beschikbaar van €77.900. Vanuit het Uitvoeringsplan I&P zijn 3 projecten gestart die doorlopen tot in 2022. Het breed onderzoek zelf is afgerond, de volgende fase is het uitwerken van de vervolgstappen. Daarnaast is een pilotproject gestart bij het cluster Maatschappij. Hiervoor worden een kwaliteitsmedewerker, een applicatiebeheerder en een projectleider ingehuurd. De werkzaamheden zijn pas na de zomer gestart en waren eind 2021 niet afgerond. Voor de inrichting van de monitoring en logging aan de automatiseringskant bij het implementeren van het 8 punten security plan moet een aantal stappen nog worden gezet in 2022. Voor deze stappen is voor de voorbereiding en de implementatie inzet van externe specialisten nodig. 

28. Woonzorgvisie (€ 13.300 doorschuiven naar 2022)
In 2021 was een budget beschikbaar van €57.800. Het traject opstellen woonzorgvisie Barendrecht is in september 2021 pas echt van start gegaan met het in beeld brengen van de woonzorgopgaven. Deze zijn inmiddels in beeld en recentelijk gedeeld met college en raad. Op basis van de gedefinieerde opgaven dient nu door college en raad, in samenwerking met onze externe partners, te worden bepaald wat voor de komende jaren het gezamenlijk actieplan wordt en op welke wijze hier door de verschillende partijen vorm aan wordt gegeven. Naar verwachting is hiervoor de periode tot aan de zomer van 2022 nodig. De nog resterende middelen worden ingezet ten behoeve van de inhuur van extern advies, de organisatie van bijeenkomsten met externe partners, het vormgeven van de op te leveren eindproducten en het faciliteren van een periodiek overleg wonen en zorg met alle betrokken externe partners. 

29. Uitvoeringskosten Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo) (€153.400 doorschuiven naar 2022)
In 2021 was een budget beschikbaar van €495.100. Ten tijde van de COVID-19 maatregelen heeft het Rijk de gemeenten een budget gegeven om uitvoering te geven aan de diverse maatregelen. De uitvoering van de regeling Tozo is niet gebonden aan de periode waarvoor de Tozo-regeling heeft gegolden. Ook in de periode daarna zijn meerdere werkzaamheden noodzakelijk om de regeling goed af te ronden. Hierbij moet gedacht worden aan extra werkzaamheden bij de teams van de Uitkeringsadministratie (zoals herberekeningen, verwerkingen en vragen over belastingen) en het team Inkomen en Poort. Daarnaast hebben in de periode van maatregelen diverse verstrekkingen plaatsgevonden waar de medewerkers van terugvordering en verhaal in 2022 en mogelijk 2023 ook nog werk aan hebben. Naast de bovenstaande werkzaamheden is het nog onzeker hoe de toekomst er qua maatregelen uit gaat zien. De kans bestaat dat onze lokale ondernemers een beroep doen op onze steun. Om die onzekerheid het hoofd te bieden en snel te kunnen handelen, alsmede vanwege de werkzaamheden die voor het jaar 2022 voortvloeien uit de Tozo, wordt verzocht het onbenutte budget 2021 voor het jaar 2022 beschikbaar te houden. 

Doorgeschoven prestaties jaarrekening 2021 Barendrecht (totaal €815.745)
Dit zijn de volgende budgetten (nr. 30 t/m 39)

30. Uitvoeringskosten TOZO (€210.350 doorschuiven naar 2022)
Dit is toegelicht bij nr. 10.

31. Pilot buslijn 283 (€60.000 doorschuiven naar 2022)
Het vorige college heeft ingestemd met een pilot van 2 jaar voor 2021 en 2022 om buslijn 283 via het station van Barendrecht te laten rijden. De bijdrage aan de RET is €60.000 en wordt gedekt uit het overschot op openbaar vervoer (nr. 13). 

32. Gebiedsteam Dutch Fresh Port (€132.492 doorschuiven naar 2022)
Dit is toegelicht bij nr. 17.

33. Wijkveiligheid (€100.000 doorschuiven naar 2022)
Dit is toegelicht bij nr. 23.

34. Bouw- en woningtoezicht (€41.360 doorschuiven naar 2022)
Er  is een deel van het projectbudget (€20.160) over ten behoeve van de proefprojecten in het kader van de Wet Kwaliteitsborging over. De wet is opnieuw uitgesteld. We stellen daarom voor om het resterende deel door te schuiven naar 2022 ten behoeve van het uitvoeren van proefprojecten in 2022.
Het projectbudget van €21.200 ten behoeve van de juridische afhandeling van integrale bedrijfscontroles is niet gebruikt. Deze controles hebben in 2021 maar zeer beperkt plaatsgevonden vanwege corona. In 2022 staat er weer een groter aantal integrale controles op de planning. We stellen daarom voor om het budget door te schuiven naar 2022.

35. Omgevingsvisie (€69.645 doorschuiven naar 2022)
De afgelopen periode is gewerkt aan de omgevingsvisie, samen met onze inwoners en ondernemers. Dat heeft medio 2021 geleid tot een tussenproduct waarin de resultaten van het participatietraject zijn uitgewerkt tot een visie op hoofdlijnen. Inmiddels is duidelijk geworden dat een zogenaamde Omgevings-Effect Rapportage (OER) verplicht is voor deze omgevingsvisie en worden voorbereidingen getroffen om deze OER uit te voeren. Daardoor loopt het proces vertraging op ten opzichte van de oorspronkelijke planning. De resterende middelen zijn in 2022 nodig om de OER op te laten stellen.

36. Vluchtelingenwerk trajecten (€30.740 doorschuiven naar 2022)
Er is minder uitgegeven aan de maatschappelijke begeleidingstrajecten voor vergunninghouders. De oorzaak is het achterblijven van de invulling van de huisvestingstaakstelling omdat minder vergunninghouders zich hebben gevestigd in Barendrecht. Om een inhaalslag in de realisatie van de taakstelling te maken is de werkwijze aangescherpt, zijn er gesprekken gevoerd met verschillende partijen zoals de Provincie, COA en de woningcorporaties en is een werkgroep geformeerd om deze inhaalslag te realiseren. Om dit te bereiken is het noodzakelijk om het overschot van €30.740 over te hevelen naar 2022. De niet gerealiseerde taakstelling van 2021 wordt ‘meegenomen’ naar 2022. Dit betekent dat we in 2022 extra plaatsingen dienen te realiseren en daarmee extra begeleiding nodig hebben vanuit vluchtelingenwerk. 

37. Minimabeleid en Plan Schuldhulpverlening 2021-2024 (€97.966 doorschuiven naar 2022)
Met het 'Minimabeleid en Plan schuldhulpverlening 2021 – 2024' zijn middelen voor een bedrag van €101.900 door de raad beschikbaar gesteld. We stellen voor om het restant door te schuiven naar 2022, omdat het plan in 2022 en verder wordt uitgevoerd.

38. Budget fractieondersteuning (€4.700 doorschuiven naar 2022)
Volgens de verordening Ambtelijke Bijstand en Fractieondersteuning mag de raad het niet gebruikte gedeelte van de financiële vergoeding tot maximaal 30% van het budget reserveren voor volgend jaar. Voor 2021 is dit €4.700.

39. Haalbaarheidsonderzoek Dierensteinweg/Lorentzweg  (€68.492 doorschuiven naar 2022)
Voor een haalbaarheidsonderzoek en ontwikkelkader voor de locatie Dierensteinweg/Lorentzweg heeft de raad een budget van €90.000 beschikbaar gesteld om te komen tot een herontwikkeling van het gebied. Het onderzoek loopt door in 2022.