2. § Weerstandsvermogen en risicobeheersing

1. Aanleiding en achtergrond

Terug naar navigatie - 2. § Weerstandsvermogen en risicobeheersing - 1. Aanleiding en achtergrond

Omschrijving (toelichting)

De gemeente Barendrecht voert actief beleid op de beheersing van de risico’s die de gemeente loopt. Gekeken wordt naar de maatregelen die worden getroffen om de risico’s af te dekken. Voor de risico’s waarvoor geen maatregelen getroffen kunnen worden, bijvoorbeeld omdat het verzekeren ervan te duur zou zijn, wordt ingeschat welke buffer noodzakelijk is. Dit is het weerstandsvermogen. 

Op basis van de continu geïnventariseerde risico’s en de werkelijk beschikbare financiële middelen (weerstandscapaciteit) is het weerstandvermogen berekend. In dit risicoprofiel worden de belangrijkste trends en ontwikkelingen benoemd en meegewogen. 

2. Risicoprofiel

Terug naar navigatie - 2. § Weerstandsvermogen en risicobeheersing - 2. Risicoprofiel

Door actieve risicobeheersing heeft de gemeente in beeld wat de risico’s zijn en is het mogelijk om het weerstandsvermogen te bepalen. Alle risico’s worden voor zover mogelijk 2 maal per jaar herijkt. Ook wordt er continu geanticipeerd op nieuwe risico’s. Het getoonde risicoprofiel is bepaald vanuit de inventarisatie en analyse zoals uitgevoerd t/m 1 februari 2025. We kijken vanuit de huidige omstandigheden vooruit met als doel een actueel risicoprofiel te presenteren. Hierin wordt rekening gehouden met realistische scenario’s voor de nabije toekomst.

De belangrijkste trends en ontwikkelingen die van invloed zijn op het risicoprofiel worden kort toegelicht. De gevolgen van externe invloeden zoals de geopolitieke spanningen, de nog steeds relatief hoge inflatie, de krappe arbeidsmarkt en de brandstofprijzen laten zich zien en voelen over de hele breedte van het risicoprofiel.

De geïdentificeerde risico’s met betrekking tot de ondersteunende bedrijfsvoering vallen vanaf 2024 binnen het risicocluster van De BedrijfsvoeringsPartner. Deze zijn zichtbaar in bijgaand overzicht.

In het volgende overzicht worden de belangrijkste (geconsolideerde) risico's gepresenteerd die de grootste invloed hebben bij de bepaling van de benodigde weerstandscapaciteit. Bij ieder risico worden kort de beheersmaatregelen weergegeven. De lijst met belangrijkste risico’s omvat circa 92% van alle geïdentificeerde risico’s.

Belangrijkste financiële risico’s gemeente Barendrecht
Nr. Risico Maatregelen/Opmerkingen Klasse max. Financieel gevolg
1 Geconsolideerd risico  Project de Stationstuinen Gecontroleerde projectomgeving, fasering, prioritering, partneroverleg ! 5 max .€ 4.521.000 +
2 Risicocluster uitvoering Jeugdwet- tekorten die ontstaan in de uitvoering van de Jeugdwet Beperkte invloed, transformatie keten, monitoring/ benchmarking, business intelligence 5 max.€ 1.100.000 ~
3 Risicocluster uitvoering wet- en regelgeving Informatiebeveiliging en Privacy De BedrijfsvoeringsPartner (DBP), Proces meldpunt datalekken, beheer register gegevensverzamelingen, Compliance 5 max.€ 1.000.000 ~
4 Cluster BUIG, (Participatiewet) gerelateerde risico's. Overschrijding van budget(ten) Optimaliseren uitvoering processen preventie, activering en handhaving 5 max.€ 1.000.000 ~
5 Risico(cluster) dat De BedrijfsvoeringsPartner haar taken niet kan uitvoeren binnen het beschikbaar gestelde budget DBP, monitoring, business intelligence, competentieontwikkeling 4 max.€ 889.000 -
6 Faillissement van derden of instellingen bij wie borgstellingen, garanties, leningen of vorderingen uitstaan leiden tot onvoorziene uitgaven Beperkte invloed, DBP, monitoring, business intelligence 3 max.€ 1.000.000 ~
7 Cluster WMO gerelateerde risico's. Overschrijding van budget(ten) Beperkte invloed, monitoring, business intelligence 5 max.€ 400.000 ~
8 Lagere rijksbijdrage door wijzigingen in verdelings-maatstaven en/of bezuinigingen Rijk zorgt na maatregelen voor tekorten Her-prioritering, bezuinigingen, inkomsten verhogen. ! in 2026 wordt er uitgegaan van een lagere bijdrage die in 2025 al tot noodzakelijke maatregelen kan leiden 5 max.€ 400.000 ~
9 Risico’s projecten Gecontroleerde projectomgeving, scenario-analyse/ risicoanalyse, DBP 4 max.€ 500.000 ~
10 Risicocluster tekorten uitvoering  gedecentraliseerde-/nieuwe taken Monitoring/ benchmarking, business intelligence, competentie-ontwikkeling, SPP. BUIG uit risicocluster (4) gehaald 4 max.€ 300.000 ~
11 Risico tekorten Schuldhulpverlening, Bijzonder bijstand over. open eind regelingen Nationaal programma Armoede en schulden, Schulddienstverlening. 4 max.€ 400.000 ~
Totaal van alle risico 's: € 11.110.000
- Risico daalt en/of neemt af.
+ Risico stijgt en/of neemt toe.
~ Risico blijft gelijk.
! Aandachtvestiging/opmerking i.v.m. ontwikkelingen

Het bovenstaande overzicht toont risico’s die incidenteel schade op kunnen leveren met daarbij het maximale financiële gevolg.  De tabel hierna geeft aan hoe groot de kans is in lengte van tijd en hoe de spreiding in tijd is terug te vertalen.

Kwantiteit Referentiebeelden Kansklasse Toelichting kansklasse
10% 0 of 1 keer per 10 jaar 1 Deze klasse wordt gehanteerd voor risico’s waarvan het onwaarschijnlijk is dat deze zich in de komende jaren voordoen.
30% 1 keer per 5 – 10 jaar 2 Deze klasse hanteren we voor risico’s waarvan het niet waarschijnlijk is dat ze zich in het komende jaar voordoen.
50% 1 keer per 2 – 5 jaar 3 Deze klasse hanteren we voor risico’s die zich in het komende jaar wel maar ook niet kunnen voordoen.
70% 1 keer per 1 – 2 jaar 4 Deze klasse wordt gehanteerd voor risico’s waarvan het waarschijnlijk is dat ze zich in het komende jaar zullen voordoen.
90% 1 keer per jaar of meer 5 Deze klasse wordt gehanteerd voor risico’s waarvan het zeer waarschijnlijk is dat ze zich in het komende jaar gaan voordoen.

Op basis van de ingevoerde risico's is een zogeheten risicosimulatie uitgevoerd. Wij doen dit met behulp van risicoanalyse software. Hiermee kunnen we met alle risico’s die we lopen 100.000 keer doen alsof deze in meer of mindere mate optreden om zo nauwkeuring mogelijk in te kunnen schatten welke financiële buffer er op dit moment tenminste nodig is. We doen dit vooral omdat het reserveren van het maximale bedrag ongewenst is. De risico's zullen immers niet allemaal tegelijk en in hun maximale omvang optreden.

Benodigde weerstandscapaciteit bij verschillende zekerheidspercentages
Percentage Bedrag
5% € 2.339.926
25% € 2.802.098
50% € 3.326.164
75% € 3.983.887
90% € 4.318.187
95% € 4.591.302

Uit de tabel met zekerheidspercentages volgt dat 75% zeker is dat alle risico's kunnen worden afgedekt met een bedrag van € 3.983.887 (benodigde weerstandscapaciteit).

3. Beschikbare weerstandscapaciteit

Terug naar navigatie - 2. § Weerstandsvermogen en risicobeheersing - 3. Beschikbare weerstandscapaciteit

De beschikbare weerstandscapaciteit van de gemeente Barendrecht bestaat uit het geheel aan middelen dat de organisatie daadwerkelijk beschikbaar heeft om de risico's in financiële zin af te dekken.

Beschikbare weerstandscapaciteit
Weerstand Huidige capaciteit
Algemene reserve aanvang 2024 € 14.115.772
Stortingen in 2024 € 75.000
Jaarresultaat 2023 -€ 3.307.835
Onttrekkingen 2024 -€ 2.958.600
Totale weerstandscapaciteit eind 2024 € 7.924.337
Saldo Jaarrekening 2024 € 2.314.406
Budgetoverhevelingen 2024 -€ 256.200
Totale weerstandscapaciteit eind 2025 € 9.982.543

4. Relatie benodigde en beschikbare weerstandscapaciteit

Terug naar navigatie - 2. § Weerstandsvermogen en risicobeheersing - 4. Relatie benodigde en beschikbare weerstandscapaciteit

Om te bepalen of het weerstandsvermogen toereikend is, dient de relatie te worden gelegd tussen de gekwantificeerde risico's en de daarbij gewenste weerstandscapaciteit en de beschikbare weerstandscapaciteit. De benodigde weerstandscapaciteit kan worden afgezet tegen de beschikbare weerstandscapaciteit. De uitkomst van die berekening vormt het weerstandsvermogen.

Ratio weerstandsvermogen Beschikbare weerstandscapaciteit € 7.924.337 1,99 eind 2024
Benodigde weerstandscapaciteit € 3.983.887
Ratio weerstandsvermogen Beschikbare weerstandscapaciteit € 9.982.543 2,51 eind 2025
Benodigde weerstandscapaciteit € 3.983.887

De ratio weerstandsvermogen van de gemeente Barendrecht bedraagt eind 2024 1,99 en valt hiermee binnen klasse B, wat staat voor een ruim voldoende weerstandsvermogen. 

Weerstandsnorm
Klasse Ratio Betekenis
A > 2,0 Uitstekend
B 1,4 – 2,0 Ruim voldoende
C 1,0 – 1,4 Voldoende
D 0,8 – 1,0 Matig
E 0,6 – 0,8 Onvoldoende
F < 0,6 Ruim onvoldoende

5. Kengetallen

Terug naar navigatie - 2. § Weerstandsvermogen en risicobeheersing - 5. Kengetallen

In de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing in de begroting en het jaarverslag worden kengetallen opgenomen voor de netto schuldquote, de netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen, de solvabiliteitsratio, de structurele exploitatieruimte, de grondexploitatie en de belastingcapaciteit. Deze kengetallen maken het gemakkelijker om inzicht te krijgen in de financiële positie van de gemeente.

Kengetallen Realisatie 2023 Prognose 2024 Realisatie 2024
Netto schuldquote 86,0% 97,8% 83,1%
Netto schuldquote gecorrigeerd 86,0% 97,8% 83,1%
Solvabiliteitsratio 24,2% 22,2% 22,4%
Structurele exploitatieruimte -3,3% 0,5% -3,4%
Grondexploitatie 5,7% 1,1% 0,2%
Belastingcapaciteit 110,4% 113,0% 113,0%

De waarden van de kengetallen op de hieronder afgebeelde kengetallenmonitor zijn ingedeeld in 3 categorieën. Deze categorieën sluiten aan bij de landelijk vastgestelde signaleringswaarden. Categorie A is het minst risicovol, categorie C het meest.

Kengetal Categorie A Categorie B Categorie C
Netto schuldquote <90% 90-130% >130%
Netto schuldquote gecorrigeerd <90% 90-130% >130%
Solvabiliteitsratio >50% 20-50% <20%
Grondexploitatie <20% 20-35% >35%
Structurele exploitatieruimte begroting >0% 0% <0%
Belastingcapaciteit <95% 95-105% >105%

De netto schuldquote geeft inzicht in het niveau van de schuldenlast van de gemeente ten opzichte van de eigen middelen. Het geeft zodoende een indicatie in welke mate de rentelasten en aflossingen op de exploitatie drukken. Omdat bij leningen er onzekerheid kan bestaan of ze allemaal terug worden betaald, wordt bij de berekening van de netto schuldquote onderscheid gemaakt door het kengetal zowel inclusief als exclusief de doorgeleende gelden te berekenen. Op die manier wordt duidelijk wat het aandeel van de verstrekte leningen in de exploitatie is en ook wat dat betekent voor de schuldenlast. In 2024 komt de schuldquote onder de 90% uit (categorie A). De berekening van de netto schuldquote ziet er als volgt uit:

bedragen * 1.000
Netto schuldquote Realisatie Prognose Realisatie
2023 2024 2024
Vaste schulden + 105.973 115.983 115.759
Netto vlottende schuld + 26.180 22.946 11.334
Overlopende passiva + 33.466 33.466 41.664
Totale bruto schuld 165.619 172.395 168.757
Financiële activa (excl. kapitaalverstr. , leningen) - 1.597 1.597 2.206
Financiële activa (verstrekte leningen) 0 0 0
Uitzettingen < 1 jaar - 21.307 12.852 13.758
Liquide middelen - 333 0 538
Overlopende activa - 15.590 15.590 14.740
Totale netto schuld 126.792 142.356 137.515
Totale netto schuld gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen 126.792 142.356 137.515
Totale saldo van baten (excl. mutatie reserves) 147.453 145.588 165.541
Netto schuldquote 86,0% 97,8% 83,1%
Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen 86,0% 97,8% 83,1%

De netto schuld valt in 2024 ca. € 5 miljoen lager uit dan verwacht, met name door meer uitzettingen en het totaal saldo van baten is ca. € 20 miljoen hoger waardoor de schuldquote een stuk lager uitvalt.

De solvabiliteit geeft aan welk gedeelte van het bezit met eigen vermogen is gefinancierd.  Deze blijft in categorie B.

bedragen * 1.000
Solvabiliteit Realisatie Prognose Realisatie
2023 2024 2024
Eigen vermogen 55.654 51.302 51.792
Totaal passiva 229.966 230.886 230.985
Solvabiliteit 24,2% 22,2% 22,4%

De structurele exploitatieruimte is van belang om te kunnen beoordelen welke structurele ruimte de gemeente heeft om de eigen lasten te dragen. Structurele baten zijn bijvoorbeeld de algemene uitkering en opbrengsten uit de onroerendezaakbelasting. Een positief percentage betekent dat de structurele baten toereikend zijn om de structurele lasten (inclusief rente en aflossingen van leningen) te dekken. Deze blijft in categorie C.

bedragen * 1.000
Structurele exploitatieruimte Realisatie Prognose Realisatie
2023 2024 2024
Saldo van baten en lasten + -1.060 -4.352 -3.862
Toevoegingen en onttrekkingen aan reserves + -2.247 6.902 6.176
Rekeningsaldo -3.307 2.550 2.314
Waarvan incidentele lasten en baten - 1.497 1.868 8.022
Structureel saldo -4.804 682 -5.708
Totale saldo van baten (excl. mutatie reserves) 147.453 145.588 165.541
Structurele exploitatieruimte -3,3% 0,5% -3,4%

Het kengetal grondexploitatie geeft weer hoe de waarde van de grond zich verhoudt tot de totale (geraamde) baten. De boekwaarde van de voorraden grond is van belang, omdat deze waarde moet worden terugverdiend bij de verkoop. Hoe lager het percentage hoe beter. Bij de grondexploitaties is sprake van een laag risico.

bedragen * 1.000
Grondexploitatie Realisatie Prognose Realisatie
2023 2024 2024
A. Bouwgronden in exploitatie + 8.356 1.564 402
Totale bouwgronden 8.356 1.564 402
B. Totale saldo van baten (excl. mutatie reserves) / 147.453 145.588 165.541
Grondexploitatie 5,7% 1,1% 0,2%

De belastingcapaciteit geeft inzicht hoe de belastingdruk in de gemeente zich verhoudt ten opzichte van het landelijke gemiddelde. Barendrecht zit boven het landelijk gemiddelde met 107,3% in categorie C. Volgens de BBV voorschriften moet dit vergeleken worden met de landelijk gemiddelde woonlasten van het jaar er voor. In onderstaande tabel is ook een vergelijking gemaakt met de landelijk gemiddelde woonlasten van hetzelfde jaar.

bedragen * 1.000
Belastingcapaciteit Realisatie Prognose Realisatie
2023 2024 2024
A. OZB-lasten voor gezin bij gemiddelde WOZ-waarde + 410 427 427
B. Rioolheffing voor gezin bij gemiddelde WOZ-waarde + 193 199 199
C. Afvalstoffenheffing voor een gezin + 396 441 441
D. Eventuele heffingskorting voor een gezin - 0 0 0
Totale woonlasten voor gezin bij gemiddelde WOZ-waarde 999 1.067 1.067
E. Woonlasten landelijke gemiddelde voor gezin in t-1 / 905 944 944
Woonlasten t.o.v. landelijke gemiddelde jaar er voor 110,4% 113,0% 113,0%
E. Woonlasten landelijke gemiddelde voor gezin in t / 944 994 994
Woonlasten t.o.v. landelijke gemiddelde zelfde jaar 105,8% 107,3% 107,3%

6. Ontwikkeling risicoprofiel Barendrecht

Terug naar navigatie - 2. § Weerstandsvermogen en risicobeheersing - 6. Ontwikkeling risicoprofiel Barendrecht

Omschrijving (toelichting)

In deze paragraaf worden de belangrijkste trends en ontwikkelingen in relatie gebracht met de (financiële) risico’s. Het weerstandsvermogen van de gemeente staat al een langere periode onder druk en dit zal ook nog wel een periode het geval blijven. De gemeente ontvangt ruim de helft van hun inkomsten via een algemene uitkering uit het gemeentefonds. De meeste gemeenten voorzien vanaf 2026 grote tekorten omdat de algemene uitkering met ingang van 2026 terugloopt. 

Het weerstandsvermogen kan de komende jaren onder ratio 1 uitkomen. Dit houdt in dat alleen de algemene reserve onvoldoende buffer biedt om alle bekende risico’s af te dekken. Hierdoor moet er mogelijk opnieuw geprioriteerd worden, worden bezuinigingsmogelijkheden onderzocht en wordt er ook naar andere weerstandscomponenten (bijvoorbeeld onbenutte belastingcapaciteit) gekeken om de dekking te herstellen en de dienstverlening op peil te houden. 

Project De Stationstuinen: De gemeente wil in een periode van 10 tot 12 jaar een moderne wijk met 3.500 woningen realiseren. De ontwikkeling van de risico’s hierbij speelt een belangrijke rol en deze zal fluctueren. In de huidige fase van het project zijn er verschillende scenario’s denkbaar. Onder andere het prijsniveau van grond-/ brandstoffen, bouwmateriaal, personeel en de toegang tot overheidssubsidies hebben continu invloed op de hoogte van het risico dat dient te worden beheerst. Momenteel is dit risicocluster met € 4.521.000 (2023: € 9.123.000) aan maximaal berekend risico de grootste in het risicoprofiel van de gemeente. Het risico dat van invloed zal zijn op de weerstandscapaciteit van de gemeente ligt een stuk lager dan voorgaande rapportage.

Voor de risico’s op het gebied van de parkeeroplossingen in dit project zijn in die business case passende maatregelen ingezet, gericht op het bereiken van het break even punt. Dit kan nu nog niet gegarandeerd worden (onderdeel van de onderhandelingen). Met Prorail is overeenstemming bereikt over schadeloosstelling, waardoor dit risico niet meer meegenomen is in het weerstandsvermogen.

Er wordt  in dit project rekening gehouden met diverse scenario’s, waaronder dat het bestemmingsplan onverhoopt vertraging oploopt of in het meest negatieve geval niet goed wordt gekeurd. 

Besluitvorming over het integrale meerjarige financiële effect van dit project is onder handen en zal in 2025 plaatsvinden. Onderdeel van de besluitvorming is het inzicht geven in het meest actuele risicoprofiel, hoe deze zich ontwikkelt in de tijd en de daarmee samenhangende weerstandsratio’s. Daarom is de bovenstaande € 4.521.000 niet meegenomen in de calculatie van de gemeentelijke weerstandsratio, die berekend wordt op basis van de (vrije) algemene reserve.

Binnen het sociaal domein is in lijn met het landelijke beeld een trend te zien van stijgende zorgwaarde als het gaat om de Wmo, de Jeugdwet en de Participatiewet. De gemeente heeft hierdoor al jaren te maken met groeiende verwachte uitgaven. De toenemende zorgbehoefte in combinatie met een gebrek aan uitvoeringscapaciteit leidt echter tot een mismatch tussen vraag en aanbod in de uitvoerende keten van het sociaal domein. Dit gaat met name om uitvoering van de Jeugdwet. Hierdoor ontstaat een ongewenste zorgachterstand, terwijl budgetten deels onbenut blijven. In het risicoprofiel bij deze jaarrekening worden de risico’s van het sociaal domein vooralsnog onveranderd stevig aangehouden. 

Bij de uitvoering van de Jeugdwet is de kans op overschrijding van de beschikbaar gestelde budgetten ook komend jaar groot. De hulpvraag onder jongeren is in aantal cliënten iets afgenomen in vergelijking met voorgaande perioden van stijging. Het blijft echter groot en zeer kostbaar. De daarnaast beperkte beschikbaarheid van passende hulpverlening draagt bij aan het aanhouden van een verstevigd risico in het gemeentelijk risicoprofiel.  Het CPB berekent richting 2025 landelijk opnieuw een kostenstijging op de uitvoering van de Jeugdwet oplopend tot ruim 8%.

In de uitvoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning blijven de kosten landelijk toenemen. De vraag zal ook hoog blijven. Het CPB berekent tot en met 2026 een toename in kosten van 1,5% per jaar. De invoering van de inkomensafhankelijke eigen bijdrage per 2026 kan gaan leiden tot enige terugdringing van de kosten.

De uitvoering van de BUIG (Participatiewet) laat eveneens een negatieve trend zien met een trage maar aanhoudende groei van uitkeringsgerechtigden. Ondanks alle maatregelen op het gebied van preventie, activering en handhaving blijft dit risico stevig in omvang. Ondanks de krapte op de arbeidsmarkt blijkt er in veel gevallen maar beperkt aansluiting te zijn op diezelfde arbeidsmarkt om hier snel positieve verandering in te realiseren.

Wet- en regelgeving Informatieveiligheid en Privacy betreft de bescherming van alle gevoelige informatie en het aanbieden van moderne en veilige digitale product- en dienstverlening. Ook hier ontkomen we niet aan oplopende kosten van noodzakelijk onderhoud, beheer en doorontwikkeling. De kosten voor ICT en informatiebeveiliging lopen de laatste jaren sneller op. Burgers verwachten daarbij steeds meer op het gebied van digitale dienstverlening. De gemiddelde kosten op ICT gebied per inwoner per jaar heeft zich inmiddels ontwikkeld tot circa € 106. Deze risico’s maken voor een belangrijk deel onderdeel uit van processen waar De BedrijfsvoeringsPartner zorg voor draagt.

De wetgeving op het gebied van informatiebeveiliging en privacybescherming wijst de gemeente altijd als risico eigenaar aan en stelt harde toenemende eisen aan techniek, inrichting, beschikbare competenties en capaciteit. Dit is noodzakelijk om de dienstverlening op peil te houden, maar helaas ook om kwaadwillenden te weren uit onze digitale omgeving. De gemeente werkt hierin nauw samen met de Informatie beveiligingsdienst en De BedrijfsvoeringsPartner.

Per 1 januari 2024 voert De BedrijfsvoeringsPartner de (niet primaire) taken uit die vallen onder het technische beheer en het ondersteunen van de product- en dienstverlening van de gemeente(n). Deze vormen het risicoprofiel voor de Bedrijfsvoeringspartner. De gemeente Barendrecht dekt naar rato een deel van de risico’s af. Door de technische ontvlechting van de gemeentelijke omgeving naar meerdere omgevingen is de complexiteit van de beheer- controle en beveiligingstaken toegenomen. In lijn met het landelijke beeld is het aanhoudend lastig om te werven op de diverse specialistische functies. De capaciteitsbelasting van de BedrijfsvoeringsPartner is door en tijdens het ontvlechten flink vergroot. Daarentegen ligt er een bezuinigingstaakstelling bij De BedrijfsvoeringsPartner. Met het mogelijk doorvoeren van bezuinigingen op de bedrijfsvoering is het evident dat de risico’s voor de gemeente en De BedrijfsvoeringsPartner toe zullen nemen.

De gemeente heeft al jaren, veelal door externe invloeden, te maken met groeiende verwachte uitgaven. De gedecentraliseerde taken bij nieuwe en/of gewijzigde wetgeving zijn een belangrijke oorzaak. Adequate financiering vanuit de rijksoverheid blijft achter, terwijl de ondersteuning voor deze taken blijft toenemen.

De gemeente verstrekt garantstellingen en neemt hiermee ook risico’s. Op voorhand worden de risico’s afgewogen en wordt gekeken naar de voordelen die er bereikt kunnen worden. Denk hierbij aan het ondersteunen van de lokale economie en maatschappelijke doelen zoals sociale woningbouw en verduurzamingsprojecten. De gemeenten in Nederland zorgen samen met de rijksoverheid voor degelijke vangnetconstructies. Hierdoor zijn de risico’s relatief klein.

Bestuurlijke en financiële verhoudingen Rijk en decentrale overheden (risico Rijksbijdrage gemeentefonds): Er is al langere tijd sprake van een (toegenomen) disbalans tussen financiële en bestuurlijke verhoudingen tussen Rijk en decentrale overheden. Zoals eerder aangegeven zorgen de teruglopende bijdragen van het gemeentefonds en de nieuwe verdeel- en berekensystematiek van het gemeentefonds voor grote onzekerheid. 

De gemeente verstrekt garantstellingen en neemt hiermee ook risico’s. Op voorhand worden de risico’s afgewogen en wordt gekeken naar de voordelen die er bereikt kunnen worden. Denk hierbij aan het ondersteunen van de lokale economie en maatschappelijke doelen zoals sociale woningbouw en verduurzamingsprojecten. De gemeenten in Nederland zorgen samen met de rijksoverheid voor degelijke vangnetconstructies. Hierdoor zijn de risico’s relatief klein.

Bestuurlijke en financiële verhoudingen Rijk en decentrale overheden (risico Rijksbijdrage gemeentefonds) zijn al langere tijd in (toegenomen) disbalans. Zoals eerder aangegeven zorgen de teruglopende bijdragen van het gemeentefonds en de nieuwe verdeel- en berekensystematiek van het gemeentefonds voor grote onzekerheid.