Omschrijving (toelichting)
In deze paragraaf worden de belangrijkste trends en ontwikkelingen in relatie gebracht met de (financiële) risico’s. Het weerstandsvermogen van de gemeente staat al een langere periode onder druk en dit zal ook nog wel een periode het geval blijven. De gemeente ontvangt ruim de helft van hun inkomsten via een algemene uitkering uit het gemeentefonds. De meeste gemeenten voorzien vanaf 2026 grote tekorten omdat de algemene uitkering met ingang van 2026 terugloopt.
Het weerstandsvermogen kan de komende jaren onder ratio 1 uitkomen. Dit houdt in dat alleen de algemene reserve onvoldoende buffer biedt om alle bekende risico’s af te dekken. Hierdoor moet er mogelijk opnieuw geprioriteerd worden, worden bezuinigingsmogelijkheden onderzocht en wordt er ook naar andere weerstandscomponenten (bijvoorbeeld onbenutte belastingcapaciteit) gekeken om de dekking te herstellen en de dienstverlening op peil te houden.
Project De Stationstuinen: De gemeente wil in een periode van 10 tot 12 jaar een moderne wijk met 3.500 woningen realiseren. De ontwikkeling van de risico’s hierbij speelt een belangrijke rol en deze zal fluctueren. In de huidige fase van het project zijn er verschillende scenario’s denkbaar. Onder andere het prijsniveau van grond-/ brandstoffen, bouwmateriaal, personeel en de toegang tot overheidssubsidies hebben continu invloed op de hoogte van het risico dat dient te worden beheerst. Momenteel is dit risicocluster met € 4.521.000 (2023: € 9.123.000) aan maximaal berekend risico de grootste in het risicoprofiel van de gemeente. Het risico dat van invloed zal zijn op de weerstandscapaciteit van de gemeente ligt een stuk lager dan voorgaande rapportage.
Voor de risico’s op het gebied van de parkeeroplossingen in dit project zijn in die business case passende maatregelen ingezet, gericht op het bereiken van het break even punt. Dit kan nu nog niet gegarandeerd worden (onderdeel van de onderhandelingen). Met Prorail is overeenstemming bereikt over schadeloosstelling, waardoor dit risico niet meer meegenomen is in het weerstandsvermogen.
Er wordt in dit project rekening gehouden met diverse scenario’s, waaronder dat het bestemmingsplan onverhoopt vertraging oploopt of in het meest negatieve geval niet goed wordt gekeurd.
Besluitvorming over het integrale meerjarige financiële effect van dit project is onder handen en zal in 2025 plaatsvinden. Onderdeel van de besluitvorming is het inzicht geven in het meest actuele risicoprofiel, hoe deze zich ontwikkelt in de tijd en de daarmee samenhangende weerstandsratio’s. Daarom is de bovenstaande € 4.521.000 niet meegenomen in de calculatie van de gemeentelijke weerstandsratio, die berekend wordt op basis van de (vrije) algemene reserve.
Binnen het sociaal domein is in lijn met het landelijke beeld een trend te zien van stijgende zorgwaarde als het gaat om de Wmo, de Jeugdwet en de Participatiewet. De gemeente heeft hierdoor al jaren te maken met groeiende verwachte uitgaven. De toenemende zorgbehoefte in combinatie met een gebrek aan uitvoeringscapaciteit leidt echter tot een mismatch tussen vraag en aanbod in de uitvoerende keten van het sociaal domein. Dit gaat met name om uitvoering van de Jeugdwet. Hierdoor ontstaat een ongewenste zorgachterstand, terwijl budgetten deels onbenut blijven. In het risicoprofiel bij deze jaarrekening worden de risico’s van het sociaal domein vooralsnog onveranderd stevig aangehouden.
Bij de uitvoering van de Jeugdwet is de kans op overschrijding van de beschikbaar gestelde budgetten ook komend jaar groot. De hulpvraag onder jongeren is in aantal cliënten iets afgenomen in vergelijking met voorgaande perioden van stijging. Het blijft echter groot en zeer kostbaar. De daarnaast beperkte beschikbaarheid van passende hulpverlening draagt bij aan het aanhouden van een verstevigd risico in het gemeentelijk risicoprofiel. Het CPB berekent richting 2025 landelijk opnieuw een kostenstijging op de uitvoering van de Jeugdwet oplopend tot ruim 8%.
In de uitvoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning blijven de kosten landelijk toenemen. De vraag zal ook hoog blijven. Het CPB berekent tot en met 2026 een toename in kosten van 1,5% per jaar. De invoering van de inkomensafhankelijke eigen bijdrage per 2026 kan gaan leiden tot enige terugdringing van de kosten.
De uitvoering van de BUIG (Participatiewet) laat eveneens een negatieve trend zien met een trage maar aanhoudende groei van uitkeringsgerechtigden. Ondanks alle maatregelen op het gebied van preventie, activering en handhaving blijft dit risico stevig in omvang. Ondanks de krapte op de arbeidsmarkt blijkt er in veel gevallen maar beperkt aansluiting te zijn op diezelfde arbeidsmarkt om hier snel positieve verandering in te realiseren.
Wet- en regelgeving Informatieveiligheid en Privacy betreft de bescherming van alle gevoelige informatie en het aanbieden van moderne en veilige digitale product- en dienstverlening. Ook hier ontkomen we niet aan oplopende kosten van noodzakelijk onderhoud, beheer en doorontwikkeling. De kosten voor ICT en informatiebeveiliging lopen de laatste jaren sneller op. Burgers verwachten daarbij steeds meer op het gebied van digitale dienstverlening. De gemiddelde kosten op ICT gebied per inwoner per jaar heeft zich inmiddels ontwikkeld tot circa € 106. Deze risico’s maken voor een belangrijk deel onderdeel uit van processen waar De BedrijfsvoeringsPartner zorg voor draagt.
De wetgeving op het gebied van informatiebeveiliging en privacybescherming wijst de gemeente altijd als risico eigenaar aan en stelt harde toenemende eisen aan techniek, inrichting, beschikbare competenties en capaciteit. Dit is noodzakelijk om de dienstverlening op peil te houden, maar helaas ook om kwaadwillenden te weren uit onze digitale omgeving. De gemeente werkt hierin nauw samen met de Informatie beveiligingsdienst en De BedrijfsvoeringsPartner.
Per 1 januari 2024 voert De BedrijfsvoeringsPartner de (niet primaire) taken uit die vallen onder het technische beheer en het ondersteunen van de product- en dienstverlening van de gemeente(n). Deze vormen het risicoprofiel voor de Bedrijfsvoeringspartner. De gemeente Barendrecht dekt naar rato een deel van de risico’s af. Door de technische ontvlechting van de gemeentelijke omgeving naar meerdere omgevingen is de complexiteit van de beheer- controle en beveiligingstaken toegenomen. In lijn met het landelijke beeld is het aanhoudend lastig om te werven op de diverse specialistische functies. De capaciteitsbelasting van de BedrijfsvoeringsPartner is door en tijdens het ontvlechten flink vergroot. Daarentegen ligt er een bezuinigingstaakstelling bij De BedrijfsvoeringsPartner. Met het mogelijk doorvoeren van bezuinigingen op de bedrijfsvoering is het evident dat de risico’s voor de gemeente en De BedrijfsvoeringsPartner toe zullen nemen.
De gemeente heeft al jaren, veelal door externe invloeden, te maken met groeiende verwachte uitgaven. De gedecentraliseerde taken bij nieuwe en/of gewijzigde wetgeving zijn een belangrijke oorzaak. Adequate financiering vanuit de rijksoverheid blijft achter, terwijl de ondersteuning voor deze taken blijft toenemen.
De gemeente verstrekt garantstellingen en neemt hiermee ook risico’s. Op voorhand worden de risico’s afgewogen en wordt gekeken naar de voordelen die er bereikt kunnen worden. Denk hierbij aan het ondersteunen van de lokale economie en maatschappelijke doelen zoals sociale woningbouw en verduurzamingsprojecten. De gemeenten in Nederland zorgen samen met de rijksoverheid voor degelijke vangnetconstructies. Hierdoor zijn de risico’s relatief klein.
Bestuurlijke en financiële verhoudingen Rijk en decentrale overheden (risico Rijksbijdrage gemeentefonds): Er is al langere tijd sprake van een (toegenomen) disbalans tussen financiële en bestuurlijke verhoudingen tussen Rijk en decentrale overheden. Zoals eerder aangegeven zorgen de teruglopende bijdragen van het gemeentefonds en de nieuwe verdeel- en berekensystematiek van het gemeentefonds voor grote onzekerheid.
De gemeente verstrekt garantstellingen en neemt hiermee ook risico’s. Op voorhand worden de risico’s afgewogen en wordt gekeken naar de voordelen die er bereikt kunnen worden. Denk hierbij aan het ondersteunen van de lokale economie en maatschappelijke doelen zoals sociale woningbouw en verduurzamingsprojecten. De gemeenten in Nederland zorgen samen met de rijksoverheid voor degelijke vangnetconstructies. Hierdoor zijn de risico’s relatief klein.
Bestuurlijke en financiële verhoudingen Rijk en decentrale overheden (risico Rijksbijdrage gemeentefonds) zijn al langere tijd in (toegenomen) disbalans. Zoals eerder aangegeven zorgen de teruglopende bijdragen van het gemeentefonds en de nieuwe verdeel- en berekensystematiek van het gemeentefonds voor grote onzekerheid.