Saldoverklaring

Saldoverklaring

Terug naar navigatie - Saldoverklaring - Saldoverklaring

Het saldo na de Slotwijziging 2024 was € 2.550.300 positief. Het uiteindelijke saldo van de jaarrekening is uitgekomen op een jaarresultaat van € 2.314.406, dat wil zeggen dat de mutaties na de Slotwijziging een nadeel hebben opgeleverd van  € 235.894. In de analyse van het saldo hierna worden de afwijkingen groter dan € 100.000 toegelicht. In onderstaand overzicht zijn deze opgenomen. Alle afwijkingen (vanaf € 25.000 tot € 100.000) zijn in de programma’s toegelicht bij het onderdeel ‘Wat heeft het gekost’.

 

Saldo na Slotwijziging 2024 -2.550.300
overschot
Nadelen
1 Storting voorziening pensioenen(oud) wethouders 708.438
2 Personeelskosten 201.517
3 Opvang Oekraïners 188.018
4 Minimabeleid (energietoeslag) 244.230
5 Storting voorziening dubieuze debiteuren 136.656
6 WMO 131.447
7 Onttrekking voorziening riolering 255.144
8 Tijdelijke regeling capaciteit dec.overheden klimaat- en energiebeleid 291.500
Totaal nadelen 2.156.950
Voordelen
9 Ondersteuning gedupeerden toeslagenaffaire -953.696
10 Jeugdhulp -128.108
11 Afval -195.309
12 Leges omgevingsvergunningen -580.806
13 Algemene uitkering -398.724
Totaal voordelen -2.256.643
Overige afwijkingen 335.587
Totaal afwijkingen na Slotwijziging 2024 235.894
Saldo Jaarrekening 2024 -2.314.406
overschot

1.  Storting voorziening pensioenen (oud) wethouders (€ 708.438 nadeel)
De gemeente moet meer geld reserveren voor de pensioenen van wethouders. Dat komt doordat de rente die gebruikt wordt om uit te rekenen hoeveel geld daarvoor nodig is, is gedaald. Bij een lagere rente moet er nu meer geld apart worden gezet voor later. De definitieve rekenrente wordt pas aan het eind van het jaar vastgesteld. Daarnaast worden de pensioenen iets verhoogd om mee te groeien met de inflatie. Beide factoren zorgen samen voor dat de verplichtingen verder toenemen. Het gaat hierbij om het pensioen van zowel de huidige als voormalige wethouders – in totaal 23 personen.

2.  Personeelskosten (€ 201.517 nadeel)
In 2024 zijn de personeelskosten hoger dan begroot, vooral doordat er extra personeel moest worden ingehuurd vanwege de ontvlechting van de BAR-organisatie. Hiervoor is deels gebruikgemaakt van een eerder toegekend frictiebudget om dit soort overgangskosten op te vangen. Daarnaast is een onderdeel van de overschrijding een naheffing op de werkkostenregeling (WKR). Relevant hierbij is dat ook de raadsvergoedingen onderdeel uitmaken van de WKR. Tenslotte hebben er ten opzichte van het derde kwartaal en de slotwijziging minder doorbelastingen op Specifieke Uitkeringen kunnen plaatsvinden dan was voorzien, waardoor in het laatste kwartaal een negatief resultaat is ontstaan.

3. Opvang Oekraïners  (€ 188.018 nadeel)
De hogere kosten voor de opvang van Oekraïners zorgen voor een nadeel van € 188.018. In de Tussenrapportage is de raming aangepast. De kosten bleken echter moeilijk in te schatten, onder andere door veranderingen in de leefgeldregeling. Over heel 2024 heeft de opvang een voordeel van € 1.231.882 opgeleverd.

4. Minimabeleid energietoeslag (€ 244.230 nadeel)
Het tekort op sociale regelingen is ontstaan door structureel hogere uitgaven op meerdere regelingen, zonder dat deze volledig zijn doorvertaald in de begroting. Een belangrijk voorbeeld hiervan is de energietoeslag, waarvoor het Rijk in 2023 een bijdrage heeft toegekend. Deze regeling liep in 2024 door, waarbij aanvullende kosten zijn gemaakt die niet in de begroting waren opgenomen. De bijzondere bijstand, als open-einde regeling, maakt een exacte raming complex, omdat deze afhankelijk is van onvoorziene en noodzakelijke kosten van inwoners. 

5. Storting voorziening dubieuze debiteuren (€ 136.656 nadeel)
Het nadelige verschil op de voorziening dubieuze debiteuren wordt met name veroorzaakt door een verschil van inzicht met de Stichting Openbaar Onderwijs Randstad over het project Onderwijscampus aan de Dierensteinweg 2, waardoor een deel van de verwachte bijdrage niet is ontvangen. Hierover is de gemeenteraad reeds geïnformeerd via een raadsinformatiebrief.

6. WMO (€ 131.447 nadeel)
De nadelige afwijking komt vooral doordat de kosten voor huishoudelijke hulp zijn gestegen, onder andere door een toename in het aantal aanvragen als gevolg van vergrijzing en hogere tarieven. 
Bij de Tussenrapportage is extra budget opgenomen, maar dat was niet voldoende. Daarnaast is er een voordeel bij voorzieningen voor gehandicapten. Hier is eveneens bij de Tussenrapportage extra budget opgenomen vanwege vergrijzing en stijgende kosten van woonvoorzieningen. Dit is ruimer ingeschat dan achteraf nodig bleek. De overige WMO-budgetten laten een overschrijding zien. Dit komt met name door hogere kosten voor het collectief vervoer, wat nader wordt toegelicht in programma 7 Sociaal Domein bij taakveld 6.6

7. Onttrekking voorziening riolering (€ 255.144 nadeel)
Riolering is een gesloten systeem waarbij de lasten worden gedekt door de rioolheffing en de voorziening riolering. In 2024 zijn de toegerekende lasten € 255.144 lager uitgevallen, voornamelijk door lagere btw-lasten als gevolg van lagere investeringen in riolering. Dit leidt tot een evenredig lagere onttrekking aan de voorziening.

8. Tijdelijke regeling capaciteit decentrale overheden klimaat- en energiebeleid (CDOKE) (€ 291.500 nadeel)
De rijksbijdrage voor de Specifieke Uitkering  CDOKE voor 2024 was volledig opgenomen in de begroting, ervan uitgaande dat hier voor hetzelfde bedrag aan lasten tegenover zou staan. Uiteindelijk bleek bij de Jaarrekening dat de lasten die verantwoord konden worden op deze regeling lager uitvielen. 

9. Ondersteuning gedupeerden toeslagenaffaire  (€ 953.696 voordeel)
Voor de uitvoering van het herstelproces in het kader van de Toeslagenaffaire ontvangen gemeenten compensatie van het Rijk. Deze compensatie bestaat uit twee componenten: een normvergoeding per ingediend plan van aanpak en een vergoeding op basis van daadwerkelijk gemaakte kosten. In de jaren 2022 en 2023 zijn uitsluitend de baten verantwoord die direct ter dekking van de gemaakte kosten zijn aangewend, conform het uitgangspunt van budgetneutraal verwerken. Het rijk heeft uiteindelijk meer uitvoeringskosten gecompenseerd welke in de jaren 2022 en 2023 niet zijn meegenomen in de baten. In 2024 zijn deze baten alsnog opgenomen waardoor dit voordeel is ontstaan. In de daaropvolgende jaren zal de verwerking van de inkomsten plaatsvinden op basis van de werkelijke jaarschijf, waardoor het resultaat naar verwachting beperkter zal zijn.

10. Jeugdhulp (€ 128.108 voordeel)
Op de jeugdhulp is een voordelig saldo van € 128.108. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door een lagere bijdrage aan de GRJR van € 350.601. Ook zijn de ontvangen DUVO-middelen van € 194.069 voor de financiering van Veilig Thuis niet benut, omdat de kosten al volledig zijn gedekt vanuit de bijdrage aan de GR.  Daarnaast zijn er hogere uitgaven van € 416.562 voor de lokaal ingekochte jeugdhulp. Deze overschrijding is het gevolg van de open-einde regeling binnen de jeugdhulp, waarbij de uitgaven afhankelijk zijn van de daadwerkelijke zorgvraag.

11. Afval  (€ 195.309 voordeel)
De kosten voor 2024 vielen lager uit dan verwacht. Dit komt vooral doordat de afrekening van Verpact over 2022, die in 2024 is ontvangen, lager was dan begroot. Daarnaast is er minder bedrijfsafval aangeleverd door strengere controles, wat de verwerkingskosten verlaagde. Ook werd er meer oud ijzer ingezameld en waren de tarieven voor de verkoop van afval gunstiger dan begroot.

12. Legesinkomsten Hoofdstuk 2 Omgevingswet (€ 580.806 voordeel)
Het grootste deel van de afwijking komt doordat de Omgevingsvergunning voor Vrouwenpolder fase 4 eind 2024 is ingediend. Wij zijn bij de begroting uitgegaan van het eerste kwartaal van 2025. Daarnaast zijn de inkomsten van diverse andere projecten, zoals de aanvragen vanuit het project Zuidpolder, hoger dan begroot. 

13. Algemene uitkering  (€ 398.724 voordeel)
De decembercirculaire 2024 leverde een voordeel op van €  216.000. Hierover is de raad via een raadsinformatiebrief geïnformeerd op 7 januari 2025. Daarnaast zijn er nog positieve verrekenbedragen van €  182.724 voor 2022 en 2023 die ontvangen zijn.

Budgetoverhevelingen 2024
In de jaarrekening 2024 is sprake van een onderbesteding op enkele budgetten die voor een specifiek doel ter beschikking gesteld waren. Voorgesteld wordt deze door te schuiven naar 2025. Deze worden dan in 2025 aan de algemene reserve onttrokken en beschikbaar gesteld.

14. Fractiebudget (€ 4.700 doorschuiven naar 2025)
Conform de verordening 'ambtelijke bijstand en fractieondersteuning' mogen fracties een gedeelte van hun fractiebudget meenemen naar het volgende kalenderjaar. Hiervan wordt gebruik gemaakt en een bedrag van in totaal € 4.700 wordt doorgeschoven.

15. Onderhoud belijningen (€ 45.500 doorschuiven naar 2025)
De opdracht voor de belijningen is in het najaar van 2024 niet volledig uitgevoerd door de weersomstandigheden. Dit wordt in het voorjaar van 2025 afgerond. Voorgesteld wordt het restant (€ 45.500) van het incidentele bedrag van € 70.000 dat tijdens de Slotwijziging 2024 is bijgeraamd voor onderhoud belijningen door te schuiven naar 2025. 

16. Voorzieningen hondenbeleid (€ 77.100 doorschuiven naar 2025)
Het restantbedrag is ontstaan door het gevolg van een vertraging in de levering van verbodsbordjes voor honden (voor op sport- en speelplekken). De bordjes worden alsnog in 2025 geleverd. Voorgesteld wordt het restantbedrag door te schuiven naar 2025 i.v.m. de motie 'van blaftax naar kwispeltax', waardoor het budget beschikbaar blijft voor het hondenbeleid.

17. Basis geluid emissie (€ 39.400 doorschuiven naar 2025)
De geplande werkzaamheden zijn niet in 2024 uitgevoerd, maar worden in 2025 uitgevoerd. Dit gaat om incidenteel budget voor het opstellen van de Basis Geluid Emissie, wat een verplichting is onder de Omgevingswet en het opstellen en aanpassen van het beleid conform de Omgevingswet. Voorgesteld wordt om het restantbedrag door te schuiven naar 2025.

18. Omgevingsvisie (€ 89.500 doorschuiven naar 2025)
Door het uitlopen van de projectplanning is het gereserveerde projectbudget slechts deels benut. Dit budget wordt in 2025 ingezet om invulling te geven aan de omgevingsvisie, met name voor het laten opstellen van een milieueffectrapportage (planMER). Dit is een verplicht onderdeel van de besluitvormingsprocedure onder de Omgevingswet. Voorgesteld wordt om het restantbudget door te schuiven naar 2025.

14 Fractiebudget 4.700
15 Onderhoud belijningen 45.500
16 Voorzieningen hondenbeleid 77.100
17 Basis geluid emissie 39.400
18 Omgevingsvisie 89.500
Totaal budgetoverhevelingen 2024 256.200